Youngstars: 10 brandende vragen aan Wout Thijssen (15)

In de rubriek Youngstars geven we talenten van Nederlands O16 en O18 een plek in de schijnwerpers. Wie zijn ze, wat is hun drijfveer en hoe zien zij de toekomst? Deze week Wout Thijssen (15), spits bij Oranje-Rood JO16-1 en Nederlands O16.

Wanneer trok jij voor het eerst een Oranje-tenue aan?
Wout: ‘Dat was vorig jaar tijdens de Nederland O15-selectie. Dit was ook mijn eerste interland toernooi in Lille. Vanuit het district Zuid-Oost ging ik via Zuid-Nederland naar Nederland O15. Toen ik deze kans kreeg, stond ik gelijk volle bak aan. Ik had geen twijfels en wilde ‘m meteen grijpen om dit mee te maken.’

Zit hockeyen in de familie?
‘Hockey zit zeker in de familie. Allebei mijn ouders hebben gehockeyd. Ik ben als klein jongentje dan ook door mijn ouders op hockey gezet en ik heb nooit meer de behoefte gehad om iets anders te doen. Mijn ouders hockeyden in Venlo, mijn geboorteplaats. De hockeyclub heette toen nog VHC. Ik ben daar toen ook begonnen en na de fusie van mijn club meegegaan naar Delta Venlo. Dit jaar is mijn eerste jaar bij Oranje-Rood.’

Wat vind je het leukste aan jouw club?
‘Dat de sfeer in mijn team heel erg goed is en dat in combinatie met tophockey. Derk Moret, een jongen uit mijn team, zit ook in Nederland O16. We maken hetzelfde mee in een week. Daardoor kan je goed samen met elkaar omgaan.’

Wat is het grootste verschil tussen Oranje-Rood JO16-1 en Nederland O16?
‘Het grootste verschil is het niveau en de prestatiedruk. Zelf vind ik het Nederlandse team daarin leuker, ik hou van die druk en drang om goed te spelen. Ik ben altijd al heel fanatiek geweest en heb altijd de wil gehad om te winnen.’

Wat doe je het eerst als je thuiskomt van een hockeywedstrijd?
‘Meteen rechtdoor lopen naar de koelkast voor een groot, koud glas melk. Dit doe ik echt altijd. Ik vind dat heerlijk om te drinken als ik terugkom van de training of een wedstrijd.’

Wat kan je nog verbeteren in het hockeyveld?
‘Ik zou graag nog wel beter willen leren verdedigen. En ja, ik ben inderdaad een spits. Maar ik merk dat in het Nederlands team, en soms ook bij mijn club, je als aanvaller ook echt wel veel in verdedigende duels terechtkomt en ik daar ook moeite mee heb. Ik kan dit aandachtspunt verbeteren door hulp van mijn teamgenoten die zelf verdedigend hockeyen, zij helpen mij daarbij.’

Wie is je favoriete speler uit de hoofdklasse?
‘Thierry Brinkman. Hij is een typische spits. Ik vind hem ook een enorm goede speler die erg belangrijk is voor het team en ook opstaat voor zijn team, wanneer dit nodig is. Ik zie hem ook als voorbeeld, omdat ik zelf natuurlijk ook voorin sta.’

Heb je al eens een blessure gehad?
‘Ik heb in het begin van dit seizoen, een week voor de competitie startte, mijn sleutelbeen gebroken. Ik kreeg tijdens een aanval een bal ingespeeld en dook om nog net de bal binnen te houden, toen kwam ik verkeerd terecht. Hierdoor heb ik de start van dit seizoen gemist, daarbij ook veel trainingen bij Nederland. Ik heb er zeven weken last van gehad.’

Heb je vaste rituelen voor of na een hockeywedstrijd?
‘Zelf heb ik geen vaste rituelen en ben daar ook niet mee bezig. Ik merk wel dat dit speelt bij een aantal jongens in mijn team. Dat vind ik dan altijd ook wel grappig. Er even op letten en ze erop aan te spreken. van: ‘hey, heb je wel je ritueel gedaan?’.’

Waar zien we jou over tien jaar?
‘Ik hoop dat ik te zien ben in de Hoofdklasse en wie weet als er een plekje is bij het grote Oranje, dat ik dan daar terecht kan. Het lijkt mij supergaaf om voor je eigen land uit te komen. Het zou supermooi zijn als ik dan nog steeds bij Oranje-Rood speel.’


Wat vind jij? Praat mee...