Manenschijn geniet, maar vindt Rotterdam nog geen topploeg

Voor het eerst in vijf seizoenen mag Albert Kees Manenschijn in het Nederlands coachen. Waar Rotterdam de afgelopen seizoenen uitpakte met een blik aan buitenlanders, telt de jonge Nederlandse selectie dit seizoen slechts een Argentijn: Joaquin Menini. Met een tweede plek op de ranglijst aan de vooravond van de herstart van de Tulp Hoofdklasse Heren, pakt die verandering voorlopig goed uitpakt. 

Het was 2017 toen Rotterdam voor het laatst de play-offs haalde. De havenstedelingen verloren destijds de finale om het landskampioenschap van Kampong. Het playoff-ticket was het enige succes van coach Albert Kees Manenschijn in de vijf jaar die hij inmiddels aan het roer staat. In zijn selectie had hij destijds (internationale) sterren als Seve van Ass, Adam Dixon, Simon Egerton, Harry Martin en Blair Tarrant.

Manenschijn is er bij Rotterdam nog steeds, maar al die ‘buitenlanders’ zijn verdwenen. De spelers in het groenwitte tenue luisterden zondag in het oefenduel tegen Tilburg (7-1 winst) naar namen als Olivier Hortensuis, Menno Boeren, Guus Jansen, Jochem Blok en Alexander Schop. De enige buitenlandse versterking van seizoen 2020-2021 is de van Den Bosch overkomen aanvaller Joaquin Menini. De Argentijn spijkert naast zijn hockeykunsten ook zijn Nederlands bij, want de voertaal dit seizoen in Rotterdam is Nederlands.

‘Ik heb vier seizoenen in het Engels gecoacht. Dat het nu in het Nederlands kan, is fijn’, vindt Manenschijn. Maar de trainer is ook eerlijk. ‘Als je je ploeg kunt versterken met een echt goede buitenlandse speler, moet je dat doen.’

Jonge generatie

Het geraamte van Rotterdam wordt gevormd door de internationals Jeroen Hertzberger, Thijs van Dam en Justen Blok. Daarom heen lopen nu vooral spelers rond uit de eigen jeugd, of jonge jongens van andere clubs uit de regio. Een jonge generatie die al behoorlijk zijn mannetje staat. Hoewel de competitie pas zeven wedstrijden telt, staat de formatie op een fraaie tweede plek in de Tulp Hoofdklasse.

Albert Kees Manenschijn spreekt zijn manschappen toe. Foto: Willem Vernes

Dat is boven verwachting, erkent Manenschijn: ‘Voor de toekomst waren wij er al van overtuigd dat dit een generatie is die erg goed zal zijn, maar voor de korte termijn had ik mijn bedenkingen. De jonge jongens ontwikkelen zich uitstekend.’

Manenschijn heeft het ook na vijf jaar nog duidelijk naar zijn zin in Rotterdam. Hij ziet dan ook geen reden om weg te gaan. ‘Dit team opbouwen voor de langere termijn geeft energie.’

Een topploeg ben je pas als je een aantal dingen bewezen hebt en zover is het niet. Albert Kees Manenschijn

Dat bewees zijn ploeg zondag in het oefenduel tegen Tilburg waarin jongeling Olivier Hortensius drie keer het net vond. Vooral de zesde goal in de 7-1 overwinning was er een om je vingers bij af te likken: via Diede van Puffelen, naar Jeroen Hertzberger, van Hertzberger naar Olivier Hortensius, was het slotakkoord aan nieuweling Guus Jansen. Het leek of de havenstedelingen elkaar blindelings vonden. Het spel van de Rotterdamse formatie was bij vlagen bewonderenswaardig en vertoonde gelijkenissen met de ploeg die vier jaar geleden de runner-up in de Hoofdklasse Heren was.

Manenschijn had zondag ook genoten van zijn ploeg. ‘De manier van ballen afpakken, de manier hoe we de cirkel aanvielen. Het was erg goed.’

Play-offs

Met de zege op Tilburg sloot Rotterdam de voorbereiding op herstart van het seizoen met uitsluitend zeges af en verdiende daarmee de titel: ‘kampioen van de voorbereiding’. Voor Manenschijn telt dat niet: ‘Ik ben pas tevreden als we dit seizoen de play-offs halen.’

Jongelingen Olivier Hortensius (links) en Menno Boeren. Foto: Willem Vernes

De strijd om een van de vier bovenste plekken wordt voor Rotterdam zondag hervat met een ontmoeting in en tegen Den Bosch. Volgens Manenschijn staat zijn ploeg er goed voor. Dat komt niet alleen door de ontwikkeling van zijn jonge talenten. Ook merkt hij het voordeel dat zijn ploeg al sinds 18 december gezamenlijk traint. De Nederlandse internationals ontbraken slechts tien dagen voor een trainingsstage in Nederland. ‘Normaal sluiten de buitenlanders zo vlak voor de competitie pas aan en moet je zo snel mogelijk iets neerzetten. We hebben nu echt kunnen bouwen.’

In de voorbereiding op seizoen 2019-2020 vertelde Manenschijn destijds dat ‘Rotterdam weer een topploeg moest worden‘. Inmiddels zijn we anderhalf jaar verder en rijst de vraag of zijn ploeg dat predikaat al verdient. ‘We hebben de ambitie en zijn op de goede weg. Maar een topploeg ben je pas als je een aantal dingen bewezen hebt. Zover zijn we nog niet.’


Wat vind jij? Praat mee...