Hij was terug. Nu écht. Voor het eerst in bijna anderhalf jaar kwam Jonas de Geus eerder deze maand weer uit voor het Nederlands elftal. Tijdens de trip naar Argentinië speelde hij bovendien zijn 150ste interland. Maar het allerbelangrijkste voor de middenvelder was dat hij alle vier duels meedeed en zijn knie hem ditmaal geen parten speelde.
De gewonnen olympische finale in Parijs. Dat was een jaar en vier maanden geleden de laatste wedstrijd van De Geus in Oranje. Een pauze waar hij zelf het initiatief voor nam. Na de Olympische Spelen wilde De Geus tijd nemen om maatschappelijke stappen te zetten als consultant bij een bedrijf dat fusies en overnames van andere ondernemingen begeleidt.
Aanvankelijk wilde de Kamponger een half jaar afstand nemen en dan terugkomen. Maar in tegenstelling tot teamgenoot Lars Balk – die dezelfde weg koos – duurde het langer voordat De Geus er weer stond. De reden was zijn knie, die hem de afgelopen jaren zo vaak in de weg zat. Een peesblessure, die hem al talloze trainingen en wedstrijden kostte en vooral veel pijn bezorgde.
De Geus viert een doelpunt tegen Pakistan. Foto: Worldsportpics/Martin Waichman
Altijd ‘LA’ als doel voor ogen
Lang verhaal kort: uiteindelijk sloot De Geus pas in de zomer aan bij de Oranje-groep. Hij speelde niet mee in de Pro League en kwam fitheid tekort om mee te gaan naar het EK in Mönchengladbach. In september haakte hij wel weer vanaf het begin aan bij de trainingen van het Nederlands elftal. Werd zijn belasting beter en kon hij ook ‘gewoon’ mee naar Argentinië.
‘Omdat ik alweer een tijdje bij de groep zit, voelt het niet alsof ik meer dan een jaar ben weggeweest’, vertelt De Geus, een paar dagen na terugkomst. ‘Rond het eerste duel in Argentinië hebben we er even bij stilgestaan. Dan heb je het erover in de bus naar het stadion. En besef je dat je best wat wedstrijden niet hebt gespeeld. Sinds Parijs zijn er ook veel nieuwe jongens aangehaakt. Er is veel gebeurd, waar ik niet bij was.’
Hij sprak na die gouden zomer van 2024 al uit dat hij terug wilde keren bij het Nederlands elftal. ‘En dat heb ik altijd voor ogen gehouden. Weer wedstrijden spelen in Oranje is altijd mijn doel gebleven. Ook in de tijden dat het fysiek minder goed ging. Ik heb nooit het idee gehad dat ik het niet ging halen. Na Parijs heb ik gezegd dat ik graag door wilde tot en met de Spelen van Los Angeles in 2028. Daar is tussendoor niets aan veranderd.’

Eindelijk geen handrem meer
In Argentinië won Nederland twee keer van Pakistan (5-2 en 7-3). Tegen het gastland werd gelijkgespeeld (1-1, verloren na shoot-outs) en ging Oranje met 3-2 onderuit. In alle duels deed De Geus dus mee. ‘Dat vind ik het allermooiste aan deze trip. Ik stond er niet een beetje, ik stond er echt. Het is heel vaak zo geweest dat ik tussendoor toch een wedstrijdje miste. Of een training moest overslaan. De laatste jaren zat altijd de handrem erop. Dat doet wel wat met je. Juist als je als team op het tandvlees loopt, wil je met elkaar bikkelen. Daar wil je jezelf laten zien. Niemand zal het mij verwijten, maar juist op die momenten moest ik vaak een stapje terugzetten. Deze trip kon ik volledig meedoen. Was ik weer helemaal onderdeel van de groep. Hoefde ik geen apart programma te draaien. Dat is een overwinning op mezelf.’
Mooie woorden, die natuurlijk ook weer te maken hebben met zijn knie. ‘Want daar gaat het nu dus goed mee, dit hele seizoen al. We hebben er de afgelopen maanden veel aan gedaan. Mijn knie is veel sterker en daardoor ook belastbaarder. Soms heb ik nog steeds wel pijn. Dat gaat niet helemaal verdwijnen denk ik, dat is een utopie. Ik ben hier in ieder geval heel blij mee, al blijft de knie wel een aandachtspunt.’
Hij vierde zijn rentree met een mijlpaal. Zijn derde duel in Argentinië was zijn 150ste in Oranje. En traditiegetrouw werd daar op een mooie manier bij stilgestaan. ‘Op zo’n moment wordt er altijd een aparte appgroep aangemaakt, waarin allerlei oude foto’s naar boven komen. Die gooien ze in een collage en Thierry Brinkman houdt als aanvoerder dan een mooi praatje.’
Naast De Geus (rechts) speelde ook Duco Telgenkamp in Argentinië zijn eerste interlands sinds Parijs. Foto: Willem Vernes
De lookalike van Guus Til
Maar dat was niet alles voor De Geus. ‘Ze hadden ook een videootje gemaakt. Met boodschappen van mijn vriendin. Mijn ouders. Oud-teamgenoten zoals Billy Bakker en Valentin Verga. En ook spelers en coaches van vroeger bij Almere. Was heel speciaal. Dat raakte me wel.’
Hij schiet in de lach: ’Ken je die Spaanse pieldoos, Rafael Vilallonga? Kijk maar eens op Insta, vind ik een geweldige speler. Die hadden ze ook voor dat filmpje gestrikt. En als klap op de vuurpijl ook Guus Til, die voetballer van PSV. Veel mensen vinden dat ik op hem lijk. Megamooi dat ze ook hem zo gek hadden gekregen om mij te feliciteren. Dat ik voor Ajax ben, dat weet hij vast niet.’
Een trip dus die bol stond van de mooie momenten voor De Geus. De optredens van Oranje vielen daarbij een beetje uit de toon. Nederland kwam in zijn laatste interlands van 2025 juist erg wisselvallig voor de dag. ‘We kregen te makkelijk goals tegen, ook tegen Pakistan’, stelt De Geus. ‘Argentinië strafte die wisselvalligheid echt af. Ze kwamen volgens mij in de laatste wedstrijd maar drie keer in onze cirkel, maar scoorden wel drie keer.’
‘Achterin waren we dus te kwetsbaar en aanvallend maakten we het niet goed genoeg af. Het was heus niet allemaal slecht, maar ik had wel gedacht dat we verder waren als team. En als je twee keer verliest, mag je best kritisch zijn. Er is werk aan de winkel.’
Dat wordt een opdracht voor het nieuwe jaar. Op 5 januari staat De Geus weer met Oranje op het trainingsveld. ‘En de week daarop gaan we op stage naar Zuid-Afrika. Ik kijk ernaar uit. Ook om er komend jaar weer helemaal bij te zijn. Dat is een heerlijk vooruitzicht.’
Wat vind jij? Praat mee...
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.