‘Ouders langs de lijn moeten reflectiever zijn’

Tijdens de Algemene Vergadering op 24 november vroeg de KNHB aandacht voor sportiviteit en respect op en rond de hockeyvelden. Die is soms ver te zoeken. Tischa Neve, kinderpsychologe en veelgevraagd spreker op hockeyclubs, en Rob Mudde, organisatiecoach en bedenker van ouderslangsdelijn.nl, hebben wel een verklaring voor de soms onvriendelijke sfeer.

Ouders en coaches spelen een belangrijke rol bij de beleving en het plezier van kinderen op en rond het hockeyveld. Neve: ‘Als ouders zich bemoeien met het spel, heeft dat zijn weerslag op het gedrag van kinderen. Die gaan zeuren tegen de scheidsrechter, bijvoorbeeld. Houden ouders het positief, dan heeft dat het omgekeerde effect. En begrijp me niet verkeerd, er zijn er ook heel veel die het goed doen.’

‘Joystick-ouders’

Mudde sluit zich daarbij aan. ‘Er zijn heel lieve, aanmoedigende ouders langs het veld als ik bij mijn kinderen sta te kijken. Maar er zijn er ook die luidruchtig en ergerniswekkend zijn. ‘Kijk links’ of ‘dek je man’ roepen ze naar hun kind. Ik noem dat ‘Joystick-ouders’; die denken dat ze hun kind op afstand kunnen besturen.’ Mudde stelt dat het echter een illusie is dat kinderen doen wat ze wordt gezegd.

Subcultuurtje

Elkaar aanspreken op dit soort gedrag zou volgens Neve al veel helpen. ‘Als ze ‘doe ff mee’ of ‘schiet op’ roepen (ik bezondig me er ook weleens aan..), komt dat voort uit een primaire emotie. Het gaat erom die niet te uiten. Ouders staan bij elkaar, ze vormen een subcultuurtje en in die rol kun je elkaar daar best op aanspreken.’

Neve vervolgt: ‘Coachende ouders zorgen voor verwarring, schaamte, faalangst en verlies in plezier bij de hockeyende jeugd. Om dit tegen te gaan kun je de situatie ook vanuit het kind zelf benaderen. Ik ben er groot voorstander van dat kinderen zelf de ouders vertellen hoe ze het ervaren.’

Hoe komt dit over?

Onlangs betrapte Mudde zichzelf op ‘typisch oudergedrag’. ‘M’n dochtertje werd omver gelopen en die is heel blessuregevoelig. Ik reageerde best fanatiek. Toen ik dat zelf in de gaten kreeg, ben ik weggelopen. Zelfreflectie; dat is de sleutel, nadenken over hoe je op anderen overkomt. Het gesprek aangaan helpt daarbij, mensen zijn slim genoeg om het te begrijpen.’

Mudde denkt dat de zaken die onlangs de kranten haalden, incidenten zijn. ‘Maar misschien is ‘de wens de vader van de gedachte’. Ik zie in ieder geval dat Sportiviteit en Respect bij clubs steeds vaker op de agenda staat.’

Sportplezier

Er zijn allerlei initiatieven om de opvoedkundige rol van ouders langs de lijn te benadrukken. Zo is daar het boekje Sportplezier, een initiatief van Steven Pont en Hollandsch Welvaren, met tips en inzichten zoals de Wortelwet (‘als je het gezonde overdrijft, wordt het giftig’). Winst en verlies horen bij het spel en de betrokkenheid van ouders is gezond. Maar het aanmoedigen en geven van complimenten kan ‘giftig’ worden als ouders erin doorslaan.

De online variant van het boekje is tvsportplezier.nl, een informatieve website met allerlei voorbeelden en tips. Neve gaf daarop een tijdje terug een webinar over emoties bij sportouders. Daarin kwam een aantal stellingen aan bod, waaronder: Ouders mogen vanaf de kant alleen ‘huppen’. 40% was het daarmee oneens. Wat er dan wel geroepen mag worden langs de lijn volgens die groep, is niet helemaal duidelijk. Wellicht komt het antwoord op die vraag tijdens een van de door Tischa Neve en Steven Pont georganiseerde thema-avonden Lang leve de sportouder.

Boos op papa

Overigens zijn de rollen ook weleens omgedraaid, zag Mudde toen hij een veteranenwedstrijd floot: ‘Ik had een speler een gele kaart gegeven, nadat hij in een reactie de bal oppakte en hard tegen z’n tegenstander opliep. Toen ik na de wedstrijd het voorval met hem wilde bespreken, stond zijn dochtertje van 13 hem te vertellen ‘hoe boos ze was op papa’. Hij ging door het stof.’


Wat vind jij? Praat mee...