‘Ieder kind moet de mogelijkheid hebben om te hockeyen’

De hockeyclubs in de regio Utrecht hebben een chronisch tekort aan velden. In het Masterplan Groot Utrecht geeft de hockeybond twee oplossingen: beter benutten van de huidige veldcapaciteit én nieuwe velden aanleggen. KNHB-directeur Erik Gerritsen geeft uitleg. ‘Het doet me verdriet dat we nee moeten verkopen aan kinderen die willen hockeyen.’

Hoe nijpend is de situatie bij de hockeyclubs in de regio Utrecht?
Erik Gerritsen, directeur KNHB: ‘Dat probleem is urgent. Overigens niet alleen in Utrecht, maar ook in Het Gooi, Amsterdam, Rotterdam, Den Bosch, noem maar op. En ook al een langere tijd. We hebben een groot aantal verenigingen met een wachtlijst. Soms hoor ik dat clubs daar trots op zouden zijn. Maar het is helemaal geen luxeprobleem, het is een maatschappelijk probleem. Wij hebben kinderen die willen bewegen, maar wij kunnen ze daar niet de mogelijkheden voor bieden. Ik wil dat alle kinderen die willen hockeyen ook kunnen hockeyen.’

Wat is de oorzaak dat zoveel hockeyclubs met een veldtekort te kampen hebben?
‘De toegenomen populariteit van hockey. Ter vergelijk: bij het WK in 1998 hadden we in Nederland 125.000 hockeyers, nu zijn dat er met 255.000 ruim twee keer zo veel. Hockey heeft sinds 1998 een transformatie doorgemaakt van elite- naar familiesport. Ouders waarderen de fijne sfeer bij onze clubs. Daarnaast hebben de Nederlandse teams een belangrijke rol gespeeld. Die teams presteren al jaren goed en de spelers en speelsters zijn enorm populair. Dat heeft een enorme aantrekkingskracht op de jeugd.’

De populariteit van hockey is groot bij kinderen. KNHB/Koen Suyk

Hockey is populair bij kinderen.

Verwacht je dat de toestroom aan jeugdige hockeyers de komende jaren zo groot blijft?
‘Dat weet ik niet. Ik verbaas me er elk jaar over dat de sport zo blijft groeien. Ik denk wel dat de groei gaat afvlakken. Maar zelfs als de instroom niet groter wordt, hebben we een probleem. Alleen al door de geprognotiseerde bevolkingsgroei krijgen meer en meer hockeyclubs te kampen met te weinig velden. Dat laat het onderzoek duidelijk zien.’

Het veldprobleem speelt al jaren. Waarom komt de KNHB nu met een rapport en alleen over Utrecht?
‘De gemeente Utrecht kwam bij ons met het bericht dat ze een bureau een onderzoek liet uitvoeren naar alle sportverenigingen. Omdat de veldproblematiek steeds nijpender werd, hebben wij dat moment aangegrepen om datzelfde bureau een onderzoek naar de veldenproblematiek bij hockeyclubs te laten doen. Daarbij hebben wij de regio waarbinnen dit onderzoek plaatsvond uitgebreid naar Groot Utrecht, omdat we in die regio dezelfde problematiek zien en hockeyers uit Utrecht in dit grotere gebied spelen.”

Naast het onderzoek van Mulier Instituut hebben jullie als hockeybond ook besloten een Masterplan Groot Utrecht op te stellen. Waarom?
‘In de eerste plaats zijn wij als bond op aarde om ervoor te zorgen dat hockeyers kunnen hockeyen. Dus als wij daarin een rol kunnen spelen, moeten we dat ook doen. De vraag naar de capaciteit van de velden, leidde tot de conclusie dat er meer velden nodig zijn. Dat is ook zo, maar ik vind dat wij als hockeybond ook moeten kijken wat we zelf kunnen doen om bij te dragen aan de oplossing. Onze ideeën daarvoor hebben we verwoord in het Masterplan.”

Als alle jeugdteams twee keer per seizoen op zondag spelen, geeft dat veel verlichting

 

In het rapport worden diverse suggesties gedaan, zoals het spelen op zondag met de jeugd, vroeger beginnen met jeugdwedstrijden en meer speeldagen. In welke mate gaan die initiatieven bijdragen aan een oplossing van de veldenproblematiek?
‘Vooropgesteld: ook als we alle plannen doorvoeren, zijn er nog nieuwe velden nodig. Maar we kunnen niet alleen naar anderen wijzen. Een deel van die initiatieven hebben we de afgelopen jaren daarom ook al doorgevoerd, zoals een Zondag Jeugdcompetitie. Ideaal is dat niet, omdat je dan een grote competitie op zaterdag hebt en een kleine op zondag. Dat leidt later ook weer tot problemen als spelers ouder worden en in andere teams worden geplaatst. Ik zie daarom meer in het structureel afwerken van jeugdwedstrijden op zaterdag én zondag. Dus dat alle jeugdteams bijvoorbeeld twee keer per seizoen een wedstrijd op zondag spelen. Dat zorgt zeker voor verlichting bij veel clubs. Al besef ik dat dit voor grote clubs, zoals Kampong en Voordaan, weer voor andere problemen zorgt. Bijvoorbeeld op de trainingsdagen of als het gaat om ruimte voor senioren om te spelen.’


Er ligt nu een Masterplan voor Utrecht. Maar wat doen jullie voor de clubs uit andere regio’s met veldproblemen?

‘Ook die verenigingen willen we helpen en ondersteunen. Zoals gezegd, is het onze primaire taak om hockeyers te laten hockeyen. Dat geldt voor de hockeyers in heel Nederland. Met dit Masterplan Groot Utrecht kunnen andere clubs hun voordeel doen. De oplossingen die hier worden aangedragen, verschillen niet van andere regio’s. Alleen moeten we wel de situatie per regio en per vereniging bekijken, zodat we maatwerk kunnen leveren.’


Wat gaat er nu met het Masterplan Groot Utrecht gebeuren?

‘Aan de hand van dit rapport gaan we gesprekken voeren met verenigingen en gemeenten om te kijken of we plannen kunnen maken om het veldentekort echt op te lossen. We praten hierover al veel langer met gemeenten, maar nu is er voor het eerst een helder beeld. Ik proef bij de gemeenten een grote bereidheid te werken aan een oplossing. Kijk wat de gemeente Utrecht de afgelopen jaren al heeft gedaan bij onder meer Kampong en met de oprichting van nieuwe clubs als UNO en Rijnvliet. Maar ook op andere plekken in het land merk ik dat gemeenten hun verantwoordelijkheid nemen. Al gaat het misschien niet altijd zo snel als we zouden willen.’

Toch is haast geboden. In het rapport staat dat áls er niets wordt gedaan in 2020 liefst 20 velden te kort zijn in de regio Utrecht. Dat is een enorm aantal?
‘Dat klopt. Het probleem is urgent. Daarom voeren we, in overleg met de clubs, ook al veranderingen door in de competitieopzet. Ik ben ook overtuigd dat we er met de gemeenten gaan uitkomen. De bereidheid mee te denken, is groot. Ik ga daarom ook geen ultimatum stellen, maar we houden wel de druk op de ketel. Het doet mij namelijk verdriet dat we nee moeten verkopen aan kinderen die willen hockeyen.’


Wat vind jij? Praat mee...