Tegenpolen Sander en Ernst Baart: de topsporter en de praatjesmaker

Vader en zoon Ernst (54) en Sander Baart (31) zijn bijzondere tegenpolen. Sander de introverte tophockeyer van Oranje, met 187 interlands op zijn naam. Een van de beste verdedigers van zijn generatie. Vader Ernst Baart is de extraverte opiniemaker, die met podcasts en blogs het hockeylandschap wakker wil houden. Een dubbelinterview.

Tegenpolen, zijn jullie het wel eens met die kwalificatie?

Sander: ‘Absoluut, hij is heel koppig en heel luid.’
Ernst: ‘Hahaha. Laten we dan maar meteen beginnen met de anekdote die hij vervelend vindt. Sander heeft een tweelingzus, Liselotte. Gingen ze naar de kleuterschool. Duurde het een half jaar voordat die jongen zijn bek open deed in de klas. Als de juf vroeg of hij zijn jas uit wilde doen, deed zijn zus het. Hebben we na een half jaar Sander in een andere kleuterklas moeten zetten, zodat hij zijn bek eens open zou trekken. Hahaha.’
Sander: ‘Dat heeft meer met mijn zus te maken, dan met mezelf. Mijn zus lijkt meer op mijn vader. Ik lijk meer op mijn moeder. Die is wat rustiger.’
Ernst: ‘Zijn hockeytalent heeft hij van mij.’
Sander: ‘Mijn moeder speelde geen hockey, dus tsja…ik zou graag willen zeggen dat het anders was.’
Ernst: ‘Ik was lang de enige landskampioen van de familie. Landskampioen in de jeugd.’

Sander, word je niet moe van al die meningen van Ernst over het hockey? Zeg je er weleens wat over?

Sander: ‘Ik heb het weleens gezegd. Ik laat het wel merken. Het heeft geen zin, hij doet toch wat hij wil. Het maakt niet uit.’
Ernst: ‘Ik ben ooit een website gestart. Ik heb de bewuste keuze gemaakt om in mijn mening, toen ik kritischer werd, altijd weg te blijven van mijn zonen. Zeker toen mijn andere zoon Jeroen ging coachen bij de Belgische hockeybond. Ook met Sander houd ik rekening. Zelden of nooit heb ik het nu ook over de Nederlandse hockeybond of nationale teams. Of zijn teamgenoten. Natuurlijk heb ik er wel een mening over, maar die uit ik niet naar buiten.’

Praten jullie thuis veel over hockey?

Sander: ‘Het meeste gaat over hockey ja. Dat is altijd zo geweest. Vroeger in de jeugd al, dan gingen we in de auto zitten na het hockeyen, terug naar huis, en kreeg ik een hele samenvatting van de wedstrijd te horen.’

Had je daar wat aan?

Sander: ‘Soms. Vast.’

Wat vind je van zijn mening, van een vader die verstand van hockey heeft?

Sander: ‘Ik ga niet akkoord met de stelling dat hij verstand van hockey heeft.’
Ernst: ‘Hahaha.’
Sander: ‘Het is goed om over hockey te praten. Het is leuk om een vader te hebben die zo enthousiast is over hockey. Die er altijd is om je aan te moedigen en kritisch te zijn. We zijn het ook niet altijd eens met elkaar.’

Ernst Baart en Sander Baart bij het spelershotel van Oranje. Foto: Willem Vernes

Sander, wat heb je geleerd van je vader?

Sander: ‘Om mijn bek open te trekken op het veld en er voor te gaan. De dag te plukken en te genieten van het moment.’

Ernst, wat heb jij geleerd van Sander?

Ernst: ‘Af en toe mijn mond dichthouden. Hahaha. Sander is een buitenbeentje in ons gezin, overdreven gezegd. Hij heeft meer dan zijn broer en zus dat Belgische in zich. Eerst inhoudelijk alles bekijken, argumenten bedenken. Dan zien hoe hij dat gaat uiten. Als vader leer je veel van je kinderen. Ik ben jaloers op zijn discipline. Dat heb ik nooit geleerd. Bij mij is het altijd carpe diem. Sander heeft oogkleppen op: Dit is mijn doel. Dat had ik graag geleerd van hem.’

Sander, had je die discipline van jongs af aan?

Sander: ‘Ja, hockey is mijn passie, daar wilde ik voor gaan. Papa heeft ook discipline, maar niet om het te maken in de sport.’
Ernst: ‘Ik was best een goede hockeyer, maar ik had een hekel aan trainen. Hij is een trainingsbeest. Op de vierkante meter komt hij me echt nog niet voorbij. Hahaha.’
Sander: ‘Omdat jij die hele vierkante meter vult. Haha.’

Ernst en Sander Baart. Foto: Willem Vernes

Jullie zijn een hockeyfamilie, met ook broer Jeroen en zus Liselotte die fanatiek hockeyden. Hoe ging dat er vroeger aan toe?

Ernst: ‘Sander begon bij Antwerp toen hij vijf jaar was, een paar honderd meter van ons huis. Hockey speelde bij ons een hele grote rol. Net in die fase werd ik een alleenstaande ouder. Toen was de hockeyclub echt een tweede familie. Ik was heel betrokken bij Antwerp. Ik zat in het jeugdbestuur. Tachtig procent van mijn sociale contacten komt daar vandaan.’
Sander: ‘De hockeyclub was superleuk, een tweede huis voor ons.’

Wanneer kwam Sander in een vertegenwoordigend team?

Ernst: ‘Hij was elf en toen kwamen ze onder leiding van een fanatieke trainer, Chris Vercammen, die met al die talentvolle jongens uit 1988 aan de slag ging.’
Sander: ‘Das was superleuk. Alleen maar hockey, hockey, hockey. Supercool.’

Was hockey op dat moment elitair, wat mensen zeggen over die tijd?

Ernst: ‘Ja, hockey was vooral Franstalig. Sander was een van de weinige Nederlandstaligen in het team.’
Sander: ‘Ik was een van de weinige jongens die geen woord Frans sprak. Dus dat heb ik toen een beetje geleerd.’
Ernst: ‘Zij trainden in Brussel, ergens wat je het Papendal van België kunt noemen. De uitbater van die bar daar kom ik nog weleens tegen. Sander sprak nooit een woord Frans. Alleen ‘Oui’. Die gast kom ik nog weleens tegen. Zegt-ie altijd: ‘Hoe is het met Oui Oui? Hahaha.’

Sander Baart voor België U16. Vanaf links in het oranje Gijs Campbell, Klaas Vermeulen en Bob de Voogd.

Was die keuze die Sander heeft gemaakt voor Nederland in plaats van België moeilijk?

Sander: ‘Nee, de keuze was snel gemaakt. Ik wilde altijd voor Oranje spelen. Mijn vader is Nederlands. Wij waren altijd voor Nederlandse ploegen. Het verschil tussen het Belgische en Nederlandse hockey was groot natuurlijk. Als je ambities had, ging je voor Nederland spelen.’
Ernst: ‘Ik kom uit Hilversum en ben op achtjarige leeftijd met mijn ouders meegekomen naar België. Ajax en het Nederlands elftal heb ik er bij ze ingestampt.’
Sander: ‘Op zondag ging na het hockey altijd Studio Sport aan in Antwerpen.’

Wat vinden jullie de minste eigenschap van elkaar?

Sander: ‘Hij is koppig en zal niet snel van mening veranderen.’
Ernst: ‘Als je altijd gelijk hebt, is het moeilijk van mening veranderen. Hahaha. In het begin van zijn carrière dacht ik: ga je iets meer uiten. Dat heeft-ie echt geleerd. Hij zou meer naar zijn vader moeten luisteren.’

Hoe zie jij dat Sander?

Sander: ‘Met hockey heb ik het absoluut geleerd om mijn mond open te trekken. In het begin bij Oranje als jonkie, als bescheiden en introvert persoon duurde het even voordat ik loskwam. Dat is nu gelukt. Maar dat heeft wel een paar jaar geduurd. Op een gegeven moment kom je bij de oudjes terecht en dan moet je meer de leiding nemen. Dat doe ik nu. Ik sta ook op een centrale positie natuurlijk.’

Ernst, wat vind je het beste aan het spel van Sander?

Ernst: ‘Ik vind Sander in alle eerlijkheid, en dit zeg ik natuurlijk als trotse vader, de beste van de wereld in de omschakeling. Omschakeling van balbezit naar niet balbezit en omgekeerd. Hij heeft de snelste en instinctief beste reactie. Er is niemand op de wereld die zo goed weet of-ie bal de moet vasthouden, of een speler moet lanceren. Of een passlijn dicht moet zetten. Daar vind ik hem het beste in.’

Sander, wat vind jij de beste eigenschap van je vader als mens?

Sander: ‘Dat hij altijd supervrolijk is. Hij is altijd gezellig. Je kunt hem in een groep mensen droppen. Hij is gewoon zichzelf en lekker aanwezig. Er is nooit een moment stilte. Dat is prettig.’

Nederland-België (4-3) in de Pro League. Uitloper Sander Baart ziet keeper Pirmin Blaak redden. Foto: Koen Suyk

Sander, deel jij de meningen over het hockey van Ernst? Luister en lees je alles wat hij maakt?

Sander: ‘Nee, ik ga er ook niet naar op zoek. Als het voorbij komt, of als hij het doorstuurt, luister ik het wel. Ik snap zeker dat hij zich zorgen maakt. Er verandert continu veel, ook dingen die ik zelf niet leuk vind, waardoor je weer anders moet gaan trainen. Nu weer de hoge bal.’

Ernst, je maakt je altijd zorgen om de ontwikkeling van het internationale hockey. De Pro League, Hockey 5’s, de richting waar hockey op gaat. De FIH. Hoe is dat nu?

Ernst: ‘Ik heb die gevoelens absoluut nog. Er gebeuren veel dingen die niet gezond zijn voor de sport. De evolutie naar entertainment. Daar moet ik mee leren leven. Binnen het hockey zitten er nu mensen op sleutelposities die niet het beste voor hebben met de sport. Die andere redenen hebben. Dat zou weleens cruciaal kunnen worden. Over een paar maanden staat hockey op de agenda. Of het wordt gespeeld op de Olympische Spelen van Los Angeles, 2028. Dat is echt nog geen uitgemaakte zaak. Ook hockey 5’s is een compleet gefabriceerde sport. Gepusht door een Indiër, die een plek wilde in het IOC. Of hockey 5’s bijdraagt aan hockey? Ik zie het niet.’

Hoe hebben jullie naar de stormachtige opkomst gekeken van het Belgische hockey? Heeft het jullie verbaasd?

Sander: ‘Toch wel. Als je mij tien jaar geleden had gezegd dat het zo zou gaan, had ik het niet geloofd. Chapeau aan het Belgische hockey en iedereen die daaraan heeft bijgedragen. Er kwam alleen een concurrent bij. Het zijn wel superleuke wedstrijden tegen ze. Ik geniet ervan.’
Ernst: ‘Het heeft me zeker verrast. Dit succes kent vele vaders. Ik weet wie hier heel hard aan getrokken heeft. Zo snel en zo naar de top. Dat is indrukwekkend en had ik tien jaar geleden niet durven voorspellen. Zoals Sander zegt: Chapeau. Hoed af. Richting voorzitter Marc Coudron. Bert Wentink heeft als technisch directeur ongelofelijk werk verricht. Adam Commens (nu technisch directeur van de Belgische hockeybond, red.). En er zijn meer mensen die aan de kar hebben getrokken. Er vielen een aantal dingen samen. Toen de meisjes en jongens gesplitst werden, is de grote groei begonnen. Het is een uniek verhaal.’

Is Nederland-België op dit EK een droomfinale?

Sander: ‘De meeste mensen zien het liefst België-Nederland, denk ik. Ik zou het mooi vinden. Dat zorgt voor de leukste sfeer in het stadion. Tegen België hebben zij steun van publiek. Uiteindelijk maakt het niet uit, België of Duitsland. Zolang wij maar in de finale staan.’
Ernst: ‘Nederland-België is een droomfinale als Nederland wint. Het is een nachtmerrie als België wint.’ 

Sander Baart in actie tijdens de WK-finale Nederland-België (0-0). Foto: Koen Suyk

Achtergrond Sander en Ernst Baart

Sander Baart woont in Antwerpen met zijn vrouw Nadine en zoon Julian (2). Sander hockeyde vroeger bij Oranje-Zwart, waarmee hij drie keer landskampioen werd. Nu hockeyt hij voor Braxgata. Sander Baart heeft de Nederlandse en Belgische nationaliteit, omdat zijn moeder Belgisch is. Zijn broer Jeroen Baart is komend seizoen de assistent van Robert van der Horst bij Oranje-Rood.

Ernst Baart woont in Antwerpen, werkt als communicatieprofessional en schrijft blogs over hockey. Zijn podcasts en interviews zijn hier te vinden. Hij neemt tijdens het EK elke dag podcasts op met verschillende coaches, spelers en oud-internationals.


1 Reactie

  1. rancoburgzorg

    De schrijfsels van Ernst Baart zijn hoogst aanbevelenswaardig. Alhoewel ik het lang niet altijd met hem eens ben.


Wat vind jij? Praat mee...