Strafbal

Een strafbal lijkt op een strafschop in een voetbalwedstrijd. Echter, in het hockey ligt de bal iets dichterbij het doel, namelijk op een afstand van zes meter en veertig centimeter.

De scheidsrechter kent een strafbal in drie situaties een strafbal toe aan de aanvallende partij: indien de verdedigende partij een opzettelijke overtreding in de eigen cirkel maakt tegen een tegenstander in balbezit, indien de verdedigende partij een opzettelijke overtreding maakt, waardoor de tegenstander niet in balbezit kan komen of indien de verdedigende partij een opzettelijke óf een onopzettelijke overtreding in de eigen cirkel maakt, waardoor hij of zij een zeker doelpunt voorkomt.

Vanaf de strafbalstip mag de aanvallende partij slechts een keer op doel pushen. Er is geen rebound. Als de keeper de bal tegenhoudt of de strafbalnemer mist het doel dan zal het verdedigende team de bal uitnemen als een achterbal.