Eindejaarsinterview: grote hockeydromen van KNHB-voorzitter en FIH-bestuurslid Cornelissen

2019 zag de geboorte van de Pro League, een competitie die het hockey verandert. Erik Cornelissen, voorzitter van de KNHB en bestuurslid van de FIH, blikt terug op 2019, waarom het WK straks wéér in India wordt gespeeld en tophockey zichzelf onderschat. ‘Hockey moet meer helden creëren. Meer reuring. Meer aandacht.’

2019, een turbulent en fascinerend hockeyjaar. Hoe kijk jij hier op terug?

‘Dit was het jaar van het EK-goud van de dames en het jaar van de Pro League. Dat was voor iedereen spannend. Ik denk dat het succesvol was. Een transitiejaar. Het internationale hockey staat er beter voor dan een jaar geleden. Deze home and away league moest er komen. Vòòr mijn tijd werd er over gesproken dat hockey straks geen olympische sport meer is. Daarom zetten we hockey nu meer op de kaart. We zijn in het verleden naïef geweest en dachten: we hebben toch een mooi product? Maar als je kijkt naar andere sporten, was hockey aan het wegzakken. Nu hebben we meer thuiswedstrijden. Volle stadions. Dat is beter voor sponsoren en media. En voor spelers. Dat is een vicieuze cirkel die zich versterkt met een heel mooi product.’

Erik Cornelissen reikt de trofee van Beste speler van het toernooi uit aan Aran Zalewski (Austr.) na de finale tegen België (3-2), bij de Pro League Grand Final hockeywedstrijd heren. Foto: Koen Suyk

Vanaf de eerste wedstrijd had de Pro League met sensationele wedstrijden en regelmatig volle tribunes ook de wind mee, ondanks de nodige kritiek vooraf?

‘Ja, spelers en coaches vonden het mooi. Elke keer gingen ze er vol gas op. Voor het publiek was het fantastisch. Het is voor de FIH een forse investering geweest. Die heeft een paar miljoen geïnvesteerd in televisieproductie, omdat alles met minimaal acht camera’s wordt gedraaid. De meeste landen zijn er redelijk succesvol uitgekomen, qua kosten. Het heeft de FIH het meeste geld gekost. Meer dan we dachten. Nu hebben we het voor komend seizoen zo georganiseerd dat we minimaal break even draaien met de televisie.’

Wat is de volgende stap?

‘We moeten geld gaan verdienen aan de Pro League. Dan kunnen we dat geld investeren in de landen en zorgen dat het bij de spelers terecht komt. En kunnen we investeren in de bredere ontwikkeling van hockey. Voor komend jaar hebben meer sponsors interesse. Maar sportsponsoring blijft lastig. Je ziet grote bedragen bij voetbal, golf en Formule 1. Kan het hockey daar naartoe? Als je het niet probeert, glijd je hoe dan ook weg. Ik vind dat we hockey met z’n allen te vaak te klein maken. We mogen daar echt positiever over zijn. In potentie is hockey een schitterende sport. We moeten het alleen wel aantrekkelijk houden, ook voor niet hockeyers. Bij andere sporten zijn er meer momenten dat er iets gebeurt. Bij handbal worden er 65 goals in 60 minuten gemaakt en is het continu spannend. Daar moeten we met hockey serieus naar kijken. Het is soms door de hoge snelheid van het spel moeilijk te volgen en je hockeyt met het hoofd naar beneden, daardoor is emotie soms moeilijk te zien.’

FIH-directeur Thierry Weil vertelde laatst dat de Pro League positief was ontvangen door het IOC?

‘We staan er goed op bij het IOC. Maar geen sport – behalve een paar hele grote zoals atletiek en zwemmen – is de komende twintig jaar gegarandeerd bij de Olympische Spelen. Nu FIH President Narinder Batra lid is geworden van het IOC hebben we als hockey een goede positie bij het IOC. Je kunt wat vinden van zijn bestuursstijl, maar we moeten ook respecteren dat andere landen hun eigen bestuurlijke/governance cultuur hebben. Hij is ambitieus. We moeten onze zegeningen tellen. De komende olympische cycli staan we er goed op. Met Olympische Spelen in landen waar het hockey populair is.’

Soms lijkt het alsof hockey in een permanente identiteitscrisis verkeert. Te groot om niet serieus genomen te worden, te klein om te concurreren met de echt grote sporten. En daarom altijd wat zoekende?

‘Ik denk dat het hockey positiever over zichzelf mag zijn. We zijn in Nederland erg goed onszelf te downplayen. We kunnen onszelf kleiner maken en continu kritisch zijn. Dan speel je een dubbelweekend op zaterdag en zondag en dan gaat zo’n coach daarover zeuren, terwijl het initiatief niet eens van de bond was maar van de clubs. Als je serieus genomen wilt worden, moet je blij zijn met wat we wél hebben. Je moet als sport zo interessant zijn, dat de pers over je gaat schrijven. Dat begint met positief zijn en helden creëren.’

BLOEMENDAAL – Roel Bovendeert (Bldaal) na de derde en beslissende finale van de play-offs om de Nederlandse titel. Bloemendaal-Kampong (2-0). Bloemendaal is landskampioen. links Tim Jenniskens (Bldaal) en rechts Mats de Groot (Bldaal) COPYRIGHT KOEN SUYK

Maar moet het hockey nou aan de bovenkant groter worden, met tophockey, een Pro League en sponsors? Of juist van onderaf, met de ontwikkeling van het hockey? België is er bijgekomen als hockeyland, maar andere landen lijken terrein te verliezen?

‘Dat is een beetje een kip en ei verhaal. Als je het geld niet aan de top binnenhaalt, kun je het niet aan de onderkant investeren. Mijn verkiezingspitch bij de FIH ging juist om de ontwikkeling van hockey wereldwijd, zoals bijvoorbeeld met de twinning-projecten in Europa, om het hockey groter te maken.’

Nederland is het hockeyparadijs, met de meeste velden. Moet Nederland niet meer doen om internationaal het hockey te laten groeien, of is dat te idealistisch?

‘Wij doen al veel. Dat blijven we doen, hebben we besproken in het kader van de nieuwe strategie van de KNHB die we de komende maanden gaan uitwerken. We willen internationaal veel blijven doen voor de minder ontwikkelde hockeylanden. Maar wel samen met de FIH en de continenten. Wij hebben in het verleden ook België geholpen en energie gestopt in India. Veel Nederlandse coaches werken internationaal. Overigens gaat het bij ons ook om de ontwikkeling van hockey in Nederland zelf. Onder meer dat we binnen Nederland nog zo’n twintig clubs erbij krijgen als hockeyclub Feijenoord, in gebieden en in wijken waar normaal niet gehockeyd wordt. Met de focus op urban hockey en jongens. Waarbij hockey een toegankelijke, open sport is voor iedereen.’

Wat is de komende jaren jouw droom voor hockey?

‘Dat hockey nóg globaler wordt. Dat betekent bijvoorbeeld op elk continent nog één sterk hockeyland erbij. Zoals een sterk Frankrijk in Europa. Bijvoorbeeld een sterk China naast India. Zodat de top-10 breder wordt. De Pro League moet jaarlijks dé topcompetitie zijn, met volle stadions, waar het geld wordt verdiend, voor spelers en de ontwikkeling van het hockey. De komende vijf edities moet hockey een van de mooiste teamsporten zijn op de Olympische Spelen.’

Erik Cornelissen en Eva de Goede, met de kampioensbeker. Foto: Willem Vernes

Waar droom je over, als je aan het hockey in Nederland denkt?

‘Als ik even inzoom op tophockey, dan denk ik dat we de discussie met de hoofdklasseclubs moeten starten, om een slag te slaan met de Hoofdklasse. Maar je hebt zo’n zestien clubs en dus zestien verschillende belangen. Net zoals je 130 verschillende belangen hebt bij de 130 landen van de FIH. Het is, als je terugkijkt, nooit gelukt om een competitie te hebben waar het elke week écht volle bak is. Waar er een goede uitstraling is naar de media toe. In de kern is er geen businessmodel, we verkopen geen shirtjes, heffen geen entree, behalve bij de play-offs. Er wordt niet betaald door de televisie, maar clubs betalen toch forse salarissen. In mijn droom is de competitie-opzet niet per se drastisch anders. Maar het product moet spectaculairder.’

Hoe spectaculair moet het worden?

‘De play-offs moeten één grote show worden, zoals bij het zaalhockey. We moeten zorgen voor een goede ontvangst op clubs. Voor hele mooie beelden op zondag, zoals bij de EHL en de Pro League. Verschillende speeltijden. Waarom kunnen we stadions mooi aankleden voor interlands, maar doen we dat niet op clubniveau en staren we naar lege tribunes of parkeerplaatsen? Hang daar gave doeken. Zorg voor meer entertainment. Daar hoort ook bij dat we een gezonde discussie aangaan over het heffen van entree en de betalingen van spelers. In een ideale wereld realiseren de clubs en de KNHB samen een gezonder businessmodel voor de Hoofdklasse en worden spelers en speelsters vanuit een businessmodel voor zowel de Hoofdklasse als het internationale hockey betaald. Daar hoort echter ook bij dat clubs en KNHB zich professioneel opstellen. Hard werken aan geld verdienen en geen geld uitgeven dat er niet binnenkomt.’

Hoe wil je dat bereiken?

‘We praten een paar keer per jaar met de clubs over onze agenda. Wij gaan straks in januari ook betogen dat we positiever over ons eigen product moeten zijn. Dat we helden moeten creëren. We moeten niet alles willen bagatelliseren, met een gesloten houding. Waarom zouden jullie of de Telegraaf anders over ons willen schrijven? Als coach en sporters heb je de verplichting om de sport te verkopen voor de generatie na jou. Internationaal doen onze speelsters en spelers dat overigens goed. Laten we trots zijn op wat we hebben en daar samen verder aan bouwen. Nogmaals, hockey is een fantastisch product. Hockeyclubs zijn sociaal, veilig, familiair.’

Wij moeten onze eigen mediahypes creëren Erik Cornelissen

Maar de aandacht houdt niet over voor het hockey. Zijn er wel genoeg helden in het hockey, die de sport overstijgen?

‘Nee, maar dat heeft ook met succes te maken. Billy Bakker is morgen een held als hij goud wint in Tokio. Als je kijkt hoe België werd ontvangen toen ze wereldkampioen werden. Eva de Goede is een held. Zoals Maartje Paumen en Naomi van As dat ook waren. Af en toe heb je ook een icoon nodig. Teun de Nooijer en Taeke Taekema waren dat ook in hun tijd.’

Teun de Nooijer op archiefbeeld. Foto: Jeroen van Bergen/KNHB

Toch blijft dat lastig met hockey. Als je als kind fan bent van bijvoorbeeld Terrance Pieters en je gaat naar het stadion om hem bij Oranje te zien spelen, zie je hem elke tien minuten naar de bank rennen om door te wisselen. Zo is het toch lastig helden te creëren?

‘Dat heeft niets met de interchange te maken. De Engelse dames deden in Rio ook volle interchange en toen zij olympisch kampioen werden, kregen ze alle aandacht en werd het ene na het andere gala georganiseerd. Ook bij de handbaldames wordt er continu gewisseld. Je moet gewoon prijzen winnen. Maar ik zie het ook aan mijn eigen dochter, die volgt Lieke Martens en dat soort voetbalsters. Zulke helden heeft het hockey zeker nodig. Maar vergeet niet: de NOS zendt ook alles uit van het voetbal. Dat moeten ze van de FIFA. Die macht heeft de wereldvoetbalbond. Als je de veel op tv komt, doe je mee. Hockey moet ervoor zorgen dat de media niet om ons heen kunnen. Dat wij de bekende namen hebben. Wij moeten onze eigen mediahypes creëren. Misschien moet je wel transfers in de winter toestaan? Stel, hypothetisch: ze willen nu bij Amsterdam ingrijpen na een matige eerste seizoenshelft, en ze willen Seve van Ass en Mink van der Weerden kopen. Dan ontstaat er wat. Dan krijg je reuring. Aandacht. Dat is alleen maar goed.’

Iets anders: het WK-bid. Het WK voor vrouwen wordt in 2022 gespeeld in Spanje en Nederland. In 2023 keren de mannen weer terug in Bhubaneswar. Een beslissing die door veel mensen niet werd begrepen. Jij was eerst voorzitter van de bidcommissie en hebt je logischerwijs teruggetrokken toen Nederland meedeed met een bid. Hoe heb je dit van dichtbij ervaren?

‘Het blijkt toch dat er niet heel veel landen zo’n WK kunnen organiseren. Het bid was eerst heropend omdat België het WK voor mannen wilde organiseren. Aan het bid van Maleisië zaten veel haken en ogen. Daar zaten nog verkiezingen tussen en dat bid was niet waterdicht qua overheidsgaranties. We hadden te maken met het zuidelijk en noordelijk halfrond, dus we konden niet in januari in Europa spelen en december viel als maand sowieso af vanwege het WK Voetbal. Er zijn veel knoppen om aan te draaien. India had gewoon een waanzinnig goed bid. Ze hadden aangetoond dat ze elke dag een vol stadion konden verzekeren. Het vorige WK was top georganiseerd. India wil echt groot worden met sportevenementen. Ze willen bijvoorbeeld ook de Olympische Spelen. België had een serieus bid, maar het kwam niet in de buurt van dat van India. Niet alleen financieel, maar ook nog niet qua entourage. Op de EK hebben de Belgen aangetoond dat ze op de goede weg zijn, maar nog niet kunnen zorgen voor twee weken volle tribunes. Soms liepen de supporters massaal weg als België had gespeeld. Bij de halve finale Nederland-Spanje zaten bijvoorbeeld maar achthonderd toeschouwers.’

En hoe kwam Nederland bij Spanje uit?

‘Nederland heeft ook gekeken om samen met Duitsland op te trekken, maar dat werd nooit concreet. En we hebben contact met België gehad over het WK voor mannen. Maar eigenlijk konden we alleen met Spanje snel schakelen. Hoe leuk is het als je het WK in twee landen kunt doen? Bij voetbal, volleybal en rugby is dat al succesvol gebleken. Wij proberen dat nu met hockey.’

Het volle WK-stadion tijdens de finale Nederland-België in India. Foto: Koen Suyk

Een paar weken na de toewijzing aan India, werden Bhubaneswar en het onbekende Rourkola aangekondigd als speelsteden voor het WK mannen in 2023. Rourkola is in het binnenland van India, op zo’n acht uur rijden van Bhubaneswar. Heeft je dat verbaasd?

‘Dat je het van tevoren niet weet, is wel gek. In de toekenning ging het over Bhubaneswar. Dat in Rourkola wordt gespeeld vind ik overigens niet zo raar. Bij het voetbal speelden ze het EK in Rusland ook helemaal in het oosten. Daar kun je heel kritisch over doen, maar zo gaat dat.’

Na de toekenningen van de grote WK’s, maakte de FIH bekend dat 2023 het eerste WK voor Hockey5s zal zien. Hoe moeten we Hockey5s plaatsen, veel mensen zijn bang dat deze hockeyvariant het ouderwetse elf tegen elf op termijn gaat vervangen?

‘Hockey5s is niet ter vervanging, maar om kleinere landen in staat te stellen te hockeyen. Hockey5s is een leuke manier om het hockey aan een groter publiek te tonen. De FIH wil ook een promotietour doen. Dan zou je in theorie op Times Square in New York, het Vrijthof in Maastricht of in Singapore kunnen spelen. Dat is goed voor de promotie en ontwikkeling van het hockey. Verder is Hockey5s vooral voor landen uit bijvoorbeeld de Balkan of een Zimbabwe. Omdat je voor Hockey5s een kleinere infrastructuur nodig hebt en minder spelers.’

RIO DE JANEIRO – Maartje Paumen (Ned) maakt zich boos, tijdens de finale tussen de dames van Nederland en Groot-Brittannie (3-3) in het Olympic Hockey Center tijdens de Olympische Spelen in Rio. GB wint na shoot outs. Foto: Koen Suyk

We staan aan de vooravond van 2020. Wat is het eerste wat in je opkomt?

‘Twee keer goud hè. Het grote doel dit jaar is de Olympische Spelen, in een mooie venue. Natuurlijk zeggen we altijd top-4 als doelstelling, maar heel eerlijk willen we allemaal minimaal een medaille. De mannen lijken net achter Australië en België te lopen, maar het kan nog steeds. Vergeet niet dat wij het enige land zijn dat bij de mannen en vrouwen permanent in de top speelt. We willen bij de mannen heel graag een keer weer die titel winnen. Wij twijfelen niet aan de topsportmentaliteit en commitment van onze spelers, maar als land schipperen we met onze clubcompetitie. Onze jongens gaan niet zoals de Belgen vier dagen per week naar Papendal. Terecht dat we denken aan de clubbelangen, maar het blijft schipperen. België heeft er een beetje schijt aan. Wij doen het heel Hollands. Een compromis. Maar goud kan nog steeds. Het komende half jaar zijn de faciliteiten en voorwaarden goed en dan kunnen onze mannen, net als bij het WK in India, de strijd met iedereen aan.’


21 Reacties

  1. asjemenou

    Interessante gedachtes. Lees vooral bedrijfskundige begrippen: expansie, internationaliseren, marketing, ROI, concurreren, etc. Goed bedoeld. In Nederland gaat dit niks meer opleveren,we zitten aan onze max. Clubs lopen achter de feiten aan, nationale teams dicteren kalender. Er valt geen brood te verdienen, zie keuze Ziggo tv. En de baby boom is er ook bijna uit, we gaan krimpen. Koesteren wat we hebben en idd genieten van nationale elftallen. Ik lees weinig trouwens over de jeugd, is toch de toekomst? En dan internationaal. De ambitie spat eraf. Niks doen is zeker geen optie. Maar is dit realistisch? Ik vrees dat investeringen die echt nodig zijn om hockey wereldwijd attractief te maken te groot zijn. We praten over arme landen die grotere problemen hebben hebben dan hockey. En bij rijkere landen is nog een beetje rek maar ook niet veel. En dan het product hockey. Nog steeds te duur voor bredere groep, nog meer spelregels. Zorg voor meer zaalhockey ook buiten winterperiode, want daar zit meer muziek in, ook internationaal en bedrijfsmatig. Fijne kerst!

    1. JacquesBrinkman

      Heel goed interview met o.a wintertransfers. Nu woorden omzetten in daden. Mooi voornemen voor 2020. Fijne dagen!

  2. luchtisblauwgrasisgroen

    Typerend dat een held als Bovendeert die juist spektakel brengt, niet door de bondscoach wordt geselecteerd (ondanks dat jij bij verre de meest productieve spits is). Wintertransfers? Betekent dat niet dat de rijkste clubs de concurrentie nog makkelijker kunnen zwakken. Lijkt me ook dat er dan nog meer buitenlandse spelers zullen komen.

  3. MV

    Mooi interview maar niet volledig. De basis van de hockeysport wordt in Nederland toch echt gelegd door de breedte en alle mega betrokken vrijwillig(st)ers. In dit interview gaat het alleen over tophockey (5 tot 10 procent van iedere club?), terwijl breedte qua fan-basis en zeker niet te vergeten funding van essentieel belang is en blijft. KNHB, voor een eindejaarsinterview echt een gemiste kans om dit niet te benoemen!

    1. MV

      Sorry, mijn initialen: Maarten Verhaar

  4. rob-tettero

    Goed interview Erik, ja er is zeker nog heel veel te doen. Denk aan de regels die soms behoorlijk verwarrend voor het publiek kunnen zijn. Daar zijn stappen te maken, misschien door het dragen van helmen kan je de sport uitdagender maken. Hoge bal kan dan zonder gevaar goed gekeurd worden. Geef scheidsrechters meer handvaten waardoor de spelers en publiek beter inzicht krijgen. waarom nog straf corners? veel gedoe en risico? maak er shoot outs van veel meer spektakel. fijne feestdagen allemaal.

  5. Mark Bouwman

    Spektakel: een mooie maar lastige droom voor in toenemende mate copy-paste en weinig verrassende (initiatiefloze) hockeysystemen. Anno 2019 en zeker vanaf 2020 willen we inderdaad reuring en veel doelpunten.

  6. PeterMontijn

    @luchtisblauw: de wintertransfer is natuurlijk fantastisch nieuws voor Bloemendaal. Kunnen de Mussen zelfs in de winterstop weer een nieuwe voorraad binnen- en buitenlandse internationals bijkopen als blijkt dat het aantal in H1 door blessures tot onder de 15 is gedaald

    1. luchtisblauwgrasisgroen

      Uhm.. Bloemendaal heeft niet meer spelers aan getrokken dan andere clubs in de top 6. Wat Bloemendaal dit seizoen juist laat zien is dat het een heel goed team is, met spelers die er lang blijven. Maar noem Bloemendaal gerust een koopclub als je je daardoor beter voelt...

  7. Runa Honig

    Ik vind dit een interview met heel veel nietszeggend managementjargon.

  8. gaston-orozco

    Managementjargon dat te ingewikkeld is om te begrijpen, betekent niet dat het voor iedereen zinloos is. Hij is een beheerder die te verwachten is.

  9. Fan van Hockey

    “Hockey moet meer helden creëren. Meer reuring. Meer aandacht.” Hockey heeft helden, en ja... meer helden is misschien nog beter. De prestaties van onze nationale teams zijn ook goed. Welke andere sport heeft zowel het heren- als het damesteam in eindtoernooien jaarlijks bij de favorieten? Het hockeypubliek is vanaf de f-jes geleerd om bescheiden te reageren op mooie acties en bij doelpunten, daar waar men bij andere sporten zoals bijvoorbeeld voetbal, handbal, basketbal, honkbal, schaatsen, tennis, atletiek, zwemmen en darts de favoriet verbaal positief ondersteunt of helemaal uit z’n dak gaat. Het publiek kijkt bij die sporten met gevoel en laat dat via emotie blijken. Kom nou eens kijken bij de topwedstrijden in de reguliere hockeycompetitie. Je kunt gedurende de wedstrijd bijna een speld horen vallen. Bij internationale wedstrijden wordt er door de KNHB iemand “van stal gehaald” om samen met stockey nog iets aan sfeer in een uitverkocht stadion te brengen. Een zware klus... Heeft hockey toeschouwers zonder gevoel of emotie? Welnee! Er zijn uitzonderingen die het bewijs leveren. Bloemendaal kent de Bloomigans, die wakker worden uit de “competitieslaap” als Bloemendaal de playoff wedstrijden moet spelen om het kampioenschap. Almere kent de Alliminatie, die de afgelopen paar jaar wekelijks voor meer sfeer langs het veld hebben gezorgd dan een vol Wagner stadion tijdens een internationale wedstrijd. Supportersgroepen die sfeer weten te brengen op een positieve manier zorgen er voor dat de helden een podium krijgen en dat het publiek op de bank ook enthousiast wordt. Dat grote publiek krijg je niet enthousiast met alleen een bescheiden applausje na afloop van de wedstrijd. We moeten oppassen dat we niet in dezelfde hoek blijven hangen als de biljarters. Muisstil gedurende de wedstrijd en een bescheiden applausje na afloop.

    1. stekel

      Helden.. die maakt het publiek zelf door vertoont spel, inzet en gedrag, dus niet een bondsbestuur. Dus de helden van ooit, die tegenwoordig denken te mogen manifesteren door verbaal wangedrag, zelfs als ben je be Capitan van NL-11).. Dat zijn geen helden van de toekomst

    2. Runa Honig

      Fan van hockey: kom een keer bij kampong kijken. Daar is het publiek superfanatiek en wedstrijden worden druk bezocht door jong en oud uit de hele regio. Het is tevens een ontmoetingsplaats. En nergens zo gemêleerd. Hockey en voetbal gaan hier al jaren samen. We moeten van dat elitaire imago af om de sport groter te maken.

    3. Fan van Hockey

      @stekel: Ik zie dat scheidsrechters het wangedrag van spelers-met-flink-wat-interlands-achter-hun-naam steeds meer toelaten. De scheidsrechters lijken niet tegen dat wangedrag op te durven treden. Jammer! Ik zeg niet dat de scheidsrechters het altijd juist hebben gezien, maar het respect voor de beslissing van de scheidsrechter lijkt steeds verder te zoeken. Wie weet neemt een oud-international de handschoen nog een keer op om na zijn actieve hockeycarrière met de fluit in de hand het veld te betreden. @rhonig: Ik ben het met je eens dat hockey uit het eitaire hoekje moet komen, zeker als de hockeysport een stap omhoog wil maken. Ik verwacht dat dit een proces van vele lange jaren zal zijn en het doorlopen van dat proces zal niet meevallen. Het vraagt immers wat van de verschillende betrokkenen. Als fan van de hockeysport kom ik ook wel eens op Kampong. Het enthousiast meelevende publiek waar je het over hebt herken ik eerlijk gezegd niet. Misschien is dat publiek er wel tijdens de playoff wedstrijden, maar zeker niet tijdens de reguliere competitie. Als de tweede seizoenshelft in maart start, zal ik er eens op letten. Het is er wel altijd lekker druk.

  10. ericst29

    Er wordt door Cornelissen reeds een voorschot genomen op een mogelijk tegenvallend Oranje Heren resultaat in Tokio. De KNHB had het deze keer nou eens anders moeten aanpakken en een jaar voor de Spelen de heren uit de hockey Hoofdklasse moeten lichten, dan wel in ieder geval Oranje centraal moeten stellen en wel 5 dagen per week op Papendal moeten doorbrengen net als de Belgen. Aan financiele middelen bij de KNHB geen gebrek lijkt mij zo. `Wij twijfelen niet aan de topsportmentaliteit en commitment van onze spelers...`. Ik vraag me serieus af of begeleiding en spelers zelf wel trek erin hebben om het onderste uit de kan te halen voor een optimaal resultaat volgend jaar. Men vindt het eigenlijk wel best zo; wat trainen met Oranje en `de grote pik` op hun club in het weekend. De voorbereiding van de `Gouden Volleyballers` in 1996 , DAT was topsportmentaliteit, zonder voorbehouden het allerhoogte nastreven en daar werkelijk ALLES voor laten. Topsportmentaliteit bij de Oranje heren? Daar kan je best je vraagtekens bij zetten.

    1. Fan van Hockey

      Ik ben eigenlijk wel benieuwd naar jouw mening wat anders kan en moet. Kun je daar wat concreter in zijn?

    2. Runa Honig

      Ericst29: De tijden zijn veranderd. Dat bankrasmodel was natuurlijk wel uniek met een uitzonderlijke groep sporters, die konden afzien op een manier die ongeëvenaard is. Dat gaat in het hockey echt niet gebeuren, in Nederland niet althans. Het moet wel leuk blijven natuurlijk, want als het niet leuk is krijg je hier niemand meer zo gek en raken ze al snel burnout of boreout. We vinden de proleaque hier al zwaar. Bovendien wil men die offers ook maatschappelijk niet brengen. Nog meer vertraging in studie of stoppen met werken, dat is toch een lastige constructie.

  11. lize

    Prima Artikel maar voor de niet hockeyers is Hockey te traag en te saai om naar te kijken 5s super leuk en goed voor de sport ,maar er wordt nog veel meer dan 30 jaar geleden afgefloten,veel teveel regels die de sport vertragen ; de sport is minder aanvallend en minder spektakulair geworden dan 20 jaar geleden er gebeurt veel minder op het veld,spelers Moeten veel meer en mogen veel minder ,qwa camera werk is het nog steeds zoeken naar de bal dat heeft nix met snelheid te maken maar met het beter gebruik maken van camera Technieken Daarom :zolang je dit niet verbetert blijft het of een flop of een droom, succes verder wait and see.......

  12. rancoburgzorg

    Warrig verhaal van Erik Cornelissen die acteert dat de Pro League een succes was. Er waren geen sponsors, er was in veel landen géén publiek in het stadion(zelfs in Duitsland niet) en er waren geen kijkers (ook omdat de content "veilig" achter de betaalkast zat over uberhaupt niet werd uitgezonden. Gelukkig dat hij wel constateert dat de droevige blik van de toevallige tv kijkers op een parkeerplaats, een kaal hekje of een verdwaalde paraplu een sfeerloos en onaantrekkelijk product oplevert.


Wat vind jij? Praat mee...