‘Gehavend’ Bloemendaal weet tij ondanks personele problemen te keren

De Duitser Florian Fuchs kwam zondagochtend vijf uur aan op Schiphol uit Zuid-Afrika, Arthur van Doren had maar één keer echt mee kunnen trainen vanwege een liesblessure, Roel Bovendeert kwam net terug uit Maleisië en Jorrit Croon speelde na een knieblessure zijn eerste competitiewedstrijd sinds november. Daardoor begon Bloemendaal matig in de topwedstrijd tegen Kampong.

Welkom in het moderne hockey, in het tijdperk van de Pro League. Waar topspelers vaak geblesseerd zijn. Of continu pijntjes hebben. Of aan het reizen zijn.

Kampong had de hele eerste seizoenshelft last van blessures. Veel spelers waren opgelapt, maar tegen Bloemendaal ontbraken ondanks de winterstop belangrijke krachten. In de buurt van de geschorste coach Alexander Cox stonden tophockeyers Robbert Kemperman, Terrance Pieters, Silas Lageman en Jasper Luijkx in hun spijkerbroek aan het hek. Allemaal met kleine of grote pijntjes.

Florian Fuchs raakt hier de paal met zijn backhand. Hij was zondagochtend om vijf uur geland uit Zuid-Afrika. Foto: Koen Suyk

‘Het was erop en erover. Dat was wel leuk’

Het is onderhand duidelijk dat de selectie van een topteam groot moet zijn, zodat blessures altijd opgevangen kunnen worden. Wie zich afvroeg waarom Bloemendaal zondag zo’n matige eerste helft speelde, vindt snel het antwoord in de staat van de topspelers, die terugkwamen van een blessure of net geland waren op Schiphol.

Het was overigens ook zeker de verdienste van Kampong dat Bloemendaal de eerste twee kwarten met zichzelf worstelde. Bloemendaal-verdediger Arthur van Doren – in 2017 en 2018 uitgeroepen tot beste speler van de wereld – merkte dat het weer wennen was in de eerste competitiewedstrijd van het jaar.

Toen konden wij toch nog een versnelling hoger Arthur van Doren

‘Kampong speelde beter in de eerste helft. Zij hadden een goede druk ontwikkeld. Wij misten een klein beetje ritme. Ik vond ons slordig. Wij kunnen geen wedstrijd controleren, als we geen kwaliteit aan de bal hebben. Dat misten we de eerste helft’, reageerde de Belgische verdediger. ‘In de tweede helft ging het momentum richting ons. Toen konden wij toch nog een versnelling hoger. Het was erop en erover. Dat was wel leuk. Dan gooien zij nog alles in de strijd om gelijk te komen.’

De immer ontspannen Van Doren mag er dan uitzien als de speler die niet snel zweet. Juist de vuist na zijn gelijkmaker uit de strafcorner, een harde backhand die werd aangeraakt door Kampong, was daardoor des te mooier. Het deed hem veel, en het zei wat over zijn fanatisme. Kampong protesteerde hevig. Van Doren: ‘Het was een geldig doelpunt. Ik weet niet waarom zij zo fel reageerden.’

Arthur van Doren moet een strafcorner incasseren met Bloemendaal. Foto: Koen Suyk

De Belg voelt wel dat Kampong tegen Bloemendaal altijd iets speciaals is

Van Doren had met wereldkampioen België in januari en februari uitwedstrijden van de Pro League gespeeld, tegen Australië, Nieuw-Zeeland en India. De afgelopen weken had hij last van zijn lies en kon hij niet meedoen bij Bloemendaal. Pas vrijdag trainde hij echt vol mee, vertelde hij. Toch was hij zondag weer de hele wedstrijd inzetbaar. Hij vertelde dat hij ondanks de relatief korte tijd in Nederland, toch het gevoel heeft dat de wedstrijden tussen Bloemendaal en Kampong speciaal zijn.

Voor de wedstrijd zei hij op het veld tegen aanvoerder Glenn Schuurman, dat hij genoot van die extra spanning. ‘Als je die spanning niet meer voelt, kun je beter stoppen’, zei Van Doren. ‘Deze wedstrijd had toch een extra lading. Bij de bespreking voor de wedstrijd voelde je die extra spanning. Ik vond het mooi om deze wedstrijd te spelen. We stonden aan beide kanten ook met veel winnaars op het veld. Dat is mooi voor de sport. Een echt gevecht.’

Arthur van Doren (België) tijdens de finale tussen België en Nederland (0-0) bij het WK Hockey heren in het Kalinga Stadion. Foto: Koen Suyk

België heeft meer uren met elkaar dan Oranje

Met België gaat Van Doren voor niets minder dan de gouden plak in Tokio. Waarmee de Red Lions na hun wereldtitel in 2018 en de Europese titel in 2019 hun hegemonie kunnen bevestigen. In de voorbereiding op de Olympische Spelen hebben de Belgische hockeyers alvast een voorsprong op het Nederlands elftal. Op een paar weken rust en wat Pro League-wedstrijden na, zullen de Belgen elke week van maandag tot woensdag of donderdag met elkaar trainen. Daarmee maken ze meer uren dan Oranje.

Van Doren: ‘Dit is de succesformule van de staf. Wij voeren dat uit. Het is goed om veel samen te zijn met elkaar. Wat Nederland doet, moeten zij zelf weten.’


Wat vind jij? Praat mee...