‘Je kunt de competitie niet in de voorbereiding winnen, wel verliezen’

Zondag 25 februari hervatten de hockeysters de hoofdklassecompetitie. In de serie ‘De kunst van de voorbereiding’ vertellen hockeycoaches over hoe zij de voorbereiding op de tweede seizoenshelft aanpakken en hoe zij coachen. Vandaag Raoul Ehren (44), sinds 2009 hoofdcoach bij landskampioen en koploper Den Bosch, waar hij zeven keer landskampioen werd. Den Bosch veroverde de laatste twintig jaar achttien keer de landstitel.

De ontspannen maar gedreven Ehren schiet verbaal meteen soepel uit de hoek als hij het over de kunst van de voorbereiding heeft. Cruijffiaans, zou je kunnen zeggen: ‘Onze oude fysieke trainer Jos Geijsel zei altijd: “Je wint de competitie nooit in de voorbereiding, maar je kunt hem daar wel verliezen”. Dat heb ik altijd voor ogen gehouden’, vertelt Ehren, die op 30 januari met vijf speelsters op het veld stond. Een week later kreeg hij de tien internationals van het Nederlands elftal van Den Bosch erbij.

Voorbereiding altijd rustig opbouwen

‘Ik geloof in een voorbereiding zonder spierpijn. Drie dagen niet kunnen lopen na de training van de spierpijn is gewoon niet goed. Ik check dat ook altijd even bij de dames. Als ik van zes speelsters hoor dat ze de dag na een bepaalde training last van hun hamstring hebben, moet je als coach aanpassingen aan je oefeningen of trainingsschema maken. Deze benadering betekent concreet dat wij altijd heel rustig beginnen in de voorbereiding. Wij beginnen de eerste week met drie keer trainen, de week erop vier keer, tot we uiteindelijk tot zes keer komen per week, wat ons ‘normale ritme’ is.’

‘Maar ook als je in een lager team speelt, moet je niet meteen moet beginnen met het spelen van partijtjes en wedstrijden. Daar ga je last van krijgen. Bouw het altijd rustig op. Als je bijvoorbeeld twee maanden niets hebt gedaan, kun je met één keer per week beginnen met bewegen. Wij hebben bij Den Bosch veel expertise over inspanningsfysiologie en wij monitoren dat zelf. Vroeger begonnen teams een voorbereiding al snel met een driekamp. Dat is tegenwoordig echt onmogelijk en onverantwoord. Wij spelen met Den Bosch ook nooit voorbereidingstoernooien. Dan speel je opeens twee wedstrijden op een dag, terwijl je nog helemaal niet wedstrijdfit bent. Wij hebben maar twee oefenwedstrijden deze hele voorbereiding. Afgelopen zondag tegen hdm (waarna Den Bosch traditiegetrouw carnavalszondag met z’n allen in de stad vierde, red.) en komend weekend tegen SCHC. Ik kan me voorstellen dat het voor andere teams er weer anders uitziet.’

DEN BOSCH – Maartje Paumen (Den Bosch) , die haar laatste competitiewedstrijd speelde, met Erik Cornelissen, voorz. KNHB na de hockey play-offs om het landskampioenschap dames, Den Bosch-Amsterdam (2-1). Den Bosch wint voor de 18e keer de titel links Raoul Ehren. Foto: Koen Suyk

Het draait om het pieken in die laatste maand

‘Eigenlijk is er maar één groot doel tijdens onze voorbereiding en dat is ervoor zorgen dat we goed zijn in de maand dat we de play-offs en de Europacup spelen. Bij de start van de competitie willen we er staan. Maar de echte piek – die extra paar procent waar het om gaat – moet richting het einde komen. Wij hebben natuurlijk veel meiden die in Oranje spelen. Dat is continu finetunen. Vaak krijgen ze bij mij extra vrij na een groot toernooi. Na de EK in Amsterdam moesten ze twee weken erna alweer competitie spelen. Toen hebben ze twaalf dagen vrij van me gehad en maar één training bij ons meegedaan.’

‘Ik heb de hele voorbereiding een rode draad in mijn hoofd. Een rode draad van onder andere de intensiteit die ik bij de training met de speelsters wil halen. Dat doen we niet met hartslagmeters, maar op ervaring. Wat onze rode draad is?’ Lacht: ‘Ja, dat is het geheim van de smid hè. Laten we zeggen dat we een aantal dingen bij Den Bosch anders doen dan Oranje of andere clubs. Sommige internationals heb ik drie maanden niet gezien. De afspraken moet je dus weer helder krijgen. Ik denk dat het vooral thema’s zijn over hoe staan in niet-balbezit. Onze press. Die afspraken moeten we er zo helder in krijgen, zodat het voor iedereen duidelijk is volgende week zondag tegen Kampong.’

‘Om ervoor te zorgen dat we op ons best zijn aan het einde van de competitie, moet je vooral veel met de meiden praten. Het aanvoelen als coach. Of je het gaspedaal moet intrappen of moet loslaten. Dat is een dun randje en dat maakt het coachen interessant. Wij hebben daarvoor ook mental coach Marco Hoogerland, die ervoor zorgt dat iedereen top kan presteren. Voor elk individu hebben we een apart traject. Dat is super. Vorig seizoen heb ik als coach ongeveer de hele tweede seizoenshelft op de rem geduwd. De internationals waren op een gegeven moment ongeveer – bij wijze van spreken – vijftien keer per week aan het hockeyen. Dan kan er sleur in komen. Dan kun je fit zijn, maar dan is er geen honger meer naar de bal. Dan neem ik als clubcoach wat gas terug. Als ik de internationals dan weer terug krijg voor de laatste clubperiode, moet de echte scherpte komen. Met korte trainingen van hoge intensiteit.’

Raoul Ehren, als coach van Den Bosch, samen met international Lidewij Welten. Foto: Willem Vernes

Voor de wedstrijd hoef je weinig te zeggen, vindt Ehren

‘Voor trainingen maak ik vaak een weekplanning. De precieze oefening maak ik de dag van tevoren op de dag zelf. De oefeningen zelf schrijf ik altijd op een A4. Ik ken ook trainers met een mooi boek, waarin ze trainingen schrijven en bewaren. Dat doe ik nooit. Aan het begin van de training, als we het veld op stappen, doe ik ook niet moeilijk. Een paar huishoudelijke mededelingen en dan zo snel mogelijk beginnen. Twee keer per week kijken we een half uur video, waarbij we vooral naar onszelf kijken.’

‘De ochtend voor de wedstrijd maak ik pas het wisselschema. Ik heb dat ook weleens eerder gedaan, maar dan was iemand ziek en dan moest je het hele schema weer omgooien. Ik ga eerst uit van een ideale situatie, een plan A. Dan maak ik nog een wisselschema voor een plan B en plan C, voor als dingen anders lopen tijdens de wedstrijd. Verder zijn mijn teambesprekingen altijd heel kort, zo’n vijf minuten. Ook in de play-offs. Ik noem kort de startopstelling, stip twee of drie dingen aan die ik belangrijk vind. Ik vind namelijk dat je alle belangrijke zaken al besproken moet hebben tijdens de trainingsweek.’

‘Ik weet niet of ik fouten heb gemaakt, waardoor ik nu de voorbereiding anders aanpak. Ik denk het niet. Ik heb alleen wél geleerd dat een voorbereiding met een hockeyteam maatwerk is. Je moet niet zomaar je eigen programma gaan afdraaien. De ene speelster loopt wat achter op de rest. Daar ga je wat extra’s mee inplannen. De ander moet misschien wat trainingen overslaan, om fris te blijven. De internationals zijn onlangs in ieder geval fris teruggekomen van de trainingsstage uit San Francisco. We zijn nu compleet en daarom zijn dit de weken waarin we echt beter kunnen worden als team. Wij gaan overigens nooit op trainingsstage. Uiteraard omdat we veel internationals hebben, maar ook als dat niet zo was, denk ik niet dat we het zouden doen. Ik gebruik dat budget liever voor andere zaken die goed zijn voor het team.’

Dé voorbereidingstip van Raoul Ehren – negen keer landskampioen met Den Bosch: ‘Ga niet als een gek trainen omdat de voorbereiding is begonnen. Of je nou jeugd of senioren coacht. Ga eerst eens kijken hoe iedereen erbij loopt en hoe de ploeg ervoor staat.’

 

 

 


Wat vind jij? Praat mee...