Duitsland: grillig, doelpuntrijk en soms Bergkampiaans geniaal

Duitsland is er weer bij. Zes jaar speelden Die Honamas geen enkele finale. Maar dankzij de 3-2 zege op Engeland, die makkelijker was dan de uitslag doet vermoeden, strijdt assistent Eric Verboom zaterdag met onze oosterburen om het goud tegen Nederland.

Tevreden liep Verboom donderdag aan het begin van de avond van het veld. ‘Zijn’ Duitsland had vlak daarvoor via een zege op Engeland de finale van dit EK bereikt. ‘Onze start was goed’, constateerde Verboom, die Duitsland al in het eerste kwart naar een 3-1 voorsprong zag uitlopen. ‘We stonden in de eerste helft ook goed te verdedigen.’

De energie die voor de rust van de wedstrijd afspatte, bleef in de kleedkamer achter. ‘Als gevolg van de stand werden we een beetje naar achteren gedrukt. Engeland was aan het powerplayen, al kregen ze niet heel veel kansen.’ Kritisch: ‘Als we de bal afpakken, moeten we er vaker iets goeds mee doen. Nu gingen we te vaak naar de zijlijn. Ging het tempo eruit. Daar moeten we nog even goed naar kijken.’

Eric Verboom als assistent van de Duitse mannen. Foto: Koen Suyk

Wereldgoal Wellen

Het hoogtepunt van de eerste halve finale was de wonderschone treffer van Niklas Wellen. De spits van Pinoké ontfutselde de bal op de middenlijn aan de Engelse defensie en zette het met z’n lange stelten op een lopen. Dat zag er aanvankelijk niet snel uit, maar de aanvaller won steeds meer meters op de twee verdedigers die in zijn nek hijgden. Vervolgens was Wellen nog scherp genoeg om met een fenomenaal, Bergkampiaans lobje de Engelse doelman te kloppen.

Zelden zal een Duitse treffer zo hartstochtig zijn bejubeld in het Wagener.

 

 

Dit bericht bekijken op Instagram

 

Een bericht gedeeld door hockey.nl (@hockeynl)

‘In dat afpakken zat al een hele hoop klasse’, geniet Verboom nog even na. ‘Het was een moeilijke run voor Niklas, waarin hij rekening moest houden met twee verdedigers en hun goalie. En ja, dan gooit hij ‘m schitterend over de schouder van de keeper. Een goal die je ook vaak in het Duitse zaalhockey ziet. Heel mooi en heel moeilijk te verdedigen.’

Wellen is voorin met Florian Fuchs – bekend van Bloemendaal – een van de smaakmakers. Een ander aanvallend wapen: Christopher Rühr. Technisch wonderkind en ook een haantje eerste klas. Hij was degene die zich zo gewillig liet vallen in de poulewedstrijd tegen Nederland, waaruit de Duitse strafbal ontstond. Een andere opvallende klant: Martin Zwicker, de middenvelder met het leeuwenhart. Een keiharde werker, die de beuk erin kan gooien en er met zijn lange haren en witte haarband alsof hij net uit een Sylvester Stallone-film uit de jaren tachtig is gestapt.

Sterspeler, technisch wonderkind en haantje Christopher Rühr. Foto: Willem Vernes

Geen Duitse degelijkheid

Duitsland was dit EK nog niet bepaald het toonbeeld van z’n welbekende degelijkheid. De olympisch kampioen van Londen wiebelde een beetje door dit EK. Dat was Duitsland in Amstelveen. Het verval was soms (on-Duits) groot.

De start tegen het zwakke Wales was veelbelovend en doelpuntrijk (8-1). Daarna moesten er tegen Nederland werkelijk alle zeilen worden bijgezet om een punt uit het vuur te slepen. Tegen Franrijk had Duitsland het loodzwaar en kwam het goed weg in een idioot duel, dat met 6-5 werd gewonnen. Daarop volgde dus vrij probleemloze zege op Engeland, waarin Duitsland zo vroeg afstand nam.

Verboom licht het duel tegen Frankrijk er nog even uit. ‘Onze minste wedstrijd’, stelt de assistent van de Duitsers. ‘Telkens als we terugkwamen, pakten we geen ballen meer af. Er lukte te weinig bij ons. Normaal gesproken zijn we erg goed in verdedigen, maar tegen Frankrijk ging dat vrij slecht. En tegen Engeland kwamen we dus ook wat te veel in de verdrukking en hadden we meer met ons balbezit kunnen doen.’

Florian Fuchs tegen Engeland. Foto: Koen Suyk

Afstemming en hiërarchie

En dan de Duitse corner. Ook die trekt dit toernooi in allerlei opzichten de aandacht. In de halve finale tegen Engeland benutte Duitsland z’n eerste twee strafcorners. Een uitstekende score, natuurlijk. Vanuit Nederlands perspectief staat ons nog de strakke sleep van Lukas Windfeder op het netvlies; de korte hoekslag die de 2-2 opleverde.

Maar die goal verbloemde alle corners die Duitsland niet maakte tegen Nederland. Ook tegen Frankrijk waren er veel corners nodig om toe te slaan. ‘Daar ben ik het helemaal mee eens’, zegt Verboom. ‘Het is een puntje van aandacht. We zoeken nog naar de juiste afstemming en hiërarchie.’

Dat laatste komt voort uit een luxe situatie. Duitsland heeft namelijk vrij veel cornerspecialisten rondlopen in de selectie. Naast Windfeder hebben ook routinier Martin Häner en sterspeler Christopher Rühr dit EK al raak gepusht vanaf kop cirkel.

 


Wat vind jij? Praat mee...