Rotterdam leert van mislukt jaar: ‘Te vaak nonchalant of arrogant’

Niemand bij Rotterdam beweerde zondag dat ze beter of dominanter waren dan Amsterdam. Vermoedelijk – we hebben ze niet allemaal bij de hand – waren bijna alle statistieken in het voordeel van de landskampioen. Maar die ging er toch in eigen huis met 3-0 vanaf. Dankzij een ploeg, die het litteken van vorig jaar gebruikt als motivatie voor dit seizoen.

Rotterdam-spits Tjep Hoedemakers was zondag aan het eind van de middag in een opperbeste stemming na de onverwachte grote zege. Begrijpelijk. Hij had gewonnen, alweer zijn zevende seizoenstreffer gemaakt en net een warme douche genomen. Ook niet onbelangrijk na een hele wedstrijd in de regen hockeyen. Hij schiet in de lach om zijn jonge teamgenoot Timme van der Heijden, die als rasechte Feyenoord-fan – zaterdag nog toeschouwer in De Kuip – zonder aarzelen een handtekening zette op een Ajax-bidon. ‘Alles voor de fans, hè.’

Kortom: het gaat goed met Rotterdam. De finalist van 2023 heeft de wind mee met twintig punten na negen duels, momenteel goed voor plek drie. Een jaar eerder leverden de eerste negen wedstrijden maar veertien punten op, onder meer door vijf gelijke spelen. Het seizoen waarin Rotterdam met vier olympisch kampioenen goud in handen had, maar dat uitdraaide op een grote teleurstelling. 

Erik van Driel en zijn troepen na de zege op Amsterdam. Foto: Ewout Pahud

Er waren meer frustraties. We mopperden. Lieten de schouders hangen als er een fout werd gemaakt. Erik van Driel over het afgelopen seizoen

Omdat ze in de eerste seizoenshelft veel te veel punten morsten, liepen ze constant achter de feiten aan. Het gevolg: een vijfde plek en dus geen ticket voor de play-offs. Op de EHL werden ze derde, ook dat was een deceptie. De lat lag hoog, maar werd nooit aangetikt.

Hoedemakers z’n glimlach verdwijnt als het vorige seizoen ter sprake komt. ‘Daar hebben we lessen uit gehaald’, zegt de spits. ‘We zijn te veel wedstrijden te nonchalant of arrogant ingegaan. Tegen de onderste teams hebben we te veel punten laten liggen. Net als toen kunnen we nu van iedereen winnen, maar was de onderkant van ons niveau te laag. Dat willen we dit jaar anders doen.’

‘We zijn veel meer een team dan vorig seizoen. Dat is wat mij betreft het grootste verschil’, vult Rotterdam-coach Erik van Driel aan. ‘Er waren meer frustraties. We mopperden. Lieten de schouders hangen als er een fout werd gemaakt. Inmiddels rennen we dan juist nog wat harder. We kijken op zo’n moment minder naar een ander, willen het vooral samen oplossen.’

Bij Rotterdam zijn ze blij met elkaar na de ruime zege. Foto: Ewout Pahud

Van Driel stond vorig seizoen voor het eerst aan het roer bij Rotterdam. Twijfels of hij wel op de juiste plek zat, heeft de coach naar eigen zeggen niet gehad. Hij stapte in op een piek, direct na de verloren finale van de play-offs. Zeven spelers hadden een post-olympisch jaar. Daarin is iedereen vaak nét wat minder scherp dan in een seizoen richting de Spelen.

‘Mijn slechtste seizoen in de Hoofdklasse’

Dat geldt inderdaad ook voor Hoedemakers, geeft de aanvaller eerlijk toe. Verzachtende omstandigheid: hij miste het eerste half jaar door een enkelblessure. ‘Onze internationals speelden vorig seizoen te wisselvallig. Daar hoor ik zelf ook bij. Het was mijn slechtste niveau in de Hoofdklasse. Ik maakte maar drie goals, leverde te vaak niet. We zijn ook eerlijk naar elkaar geweest na het seizoen. Het was niet wat we wilden. Maar je moet niet alleen harde woorden uitspreken en het ook in je gedrag laten zien.’

‘De verwachtingen waren hoog, dat kan je ook naar de keel grijpen. Dan zorgt dat juist voor stress’, stelt Van Driel. ‘Ik ben erachter gekomen dat het heel moeilijk samenwerken is, als je elkaar niet kent. De eerste wedstrijd, een gelijkspel tegen HDM, viel meteen tegen. Als je nieuw voor elkaar bent, spreek je een ander daar moeilijker op aan.’

Tjep Hoedemakers in de stromende regen. Foto: Ewout Pahud

‘Na de winter ging het al veel beter. Was er meer rust en duidelijkheid. Maar toen zaten we al in die achtervolging. Was elk puntenverlies bijna dodelijk richting de play-offs. In die periode zijn we al wel harder voor elkaar gaan werken. Want dat maakt het verschil. Niet of je vier, acht of tien internationals hebt.’

Play-offs een must

Het deed de selectie pijn dat clubicoon Jeroen Hertzberger geen mooier afscheid was gegund. Die sloot in mei zijn grandioze loopbaan af in speelronde 22. Niet in een knock-outduel, gevoed door een zinderende spanning. Maar in een – met alle respect – middle of the road-wedstrijd tegen Klein Zwitserland, dat ook nergens meer om streed. 

Die wond van vorig seizoen is inmiddels een litteken geworden. Eentje die als een aanmoediging voelt. Hoedemakers: ’Dat gevoel van dat jagen en achtervolgen…dat wil je niet nog eens meemaken. Het was een zwaar jaar, dat veel energie kostte. Met ons team moet je in de play-offs staan. Lukt dat niet, dan falen we. Zo simpel is het. We hebben een prachtige groep, maar we hebben met elkaar al wel wat kansen laten liggen. Het is tijd dat we gaan leveren.’

Het toonbeeld van Rotterdams karakter: Pepijn van der Heijden die zijn bebloede achterhoofd liet verbinden en met een tulband op het veld stond. Foto: Ewout Pahud

Daar is Rotterdam dus halverwege de competitie behoorlijk aardig mee bezig. ‘Tot nu toe gaat het goed, al was Amsterdam vandaag beter en kwamen we vorige week tegen Oranje-Rood goed weg met een gelijkspel. We moeten waakzaam blijven en niet te hoog van de toren blazen’, zegt Hoedemakers. ‘Als je een paar keer verliest, sta je ineens weer zesde.’  

Van Driel: ‘Tegen Amsterdam en OR hebben we karakter getoond. Kijk maar hoeveel jongens met open knieën en handen van het veld gingen. Pepijn van der Heijden zelfs met een bebloed hoofd. We hebben vandaag voor elkaar gevochten. Maar ik heb liever dat we echt goed spelen. Die stap moeten we nog maken.’


Wat vind jij? Praat mee...