Wat is er nog te winnen voor het gevallen Rotterdam?

‘We missen lef en durf.’ ‘We maken het te ingewikkeld.’ ‘We staan er verschrikkelijk voor.’ Een kleine bloemlezing uit de reacties van de eerste seizoenshelft van Rotterdam, dat in maart als nummer negen de competitie in de Tulp Hoofdklasse Heren hervat. Een seizoen dat noodgedwongen een bouwjaar is geworden.

Om even op te frissen: Rotterdam pakte voor de winterstop twaalf punten. Dat is bijna de helft van de nummer vier, Oranje-Rood, dat op 23 punten staat. Gewonnen werd er alleen van de onderste drie. Hurley, SCHC en Tilburg. Rotterdam-onwaardig. Daar was – en is – iedereen met een groenwit hart het wel over eens.

Goed was het donderdag ook lang niet altijd in de verregende oefenpot tegen promotieklasser HDM, die uiteindelijk dankzij een messcherpe Jeroen Hertzberger – goed voor vier goals – met 5-1 werd gewonnen. Een score die veel verbloemt, bij rust stond het 1-1. ‘Fokking matig’, foeterde Hertzberger tijdens het wisselen in de eerste helft. ‘Het was soms ongelooflijk slordig’, stelt ook coach Albert Kees Manenschijn, na afloop in het clubhuis. ‘Na het derde kwart (Rotterdam leidde inmiddels met 2-1, red.) hebben we elkaar daarop aangesproken. Jongens waarvoor zijn we hier?’

Jeroen Hertzberger wordt gefeliciteerd met weer een rake corner. Foto: Bart Scheulderman

‘Revanche op onszelf nemen’

Diezelfde vraag kan ook worden gesteld voor de tweede seizoenhelft. ‘In ieder geval nog voor onze eigen eer’, countert Manenschijn. ‘We willen revanche nemen op onszelf. Aan een comeback beginnen en dan wel zien waar we uitkomen.’

Zichzelf aanvullend: ‘Dat is niet vrijblijvend bedoeld. We willen nog steeds presteren. Al heb ik nu geen idee hoe je dat op de ranglijst gaat terugzien. Als andere ploegen lopen te klooien, weet je het nooit. Maar daar ga ik eerlijk gezegd niet zomaar van uit. ’

Hoe motiverend is dat ‘revanche-motto’ voor een ploeg die eigenlijk wilde meestrijden voor de play-offs? ‘Je speelt liever om van plek vier naar drie te gaan. Maar we willen ook verder kijken. We hebben een ploeg met een behoorlijke toekomst. Spelers die op de deur gaan kloppen bij Oranje of dat al doen. Deze groep is niet op. Dan zou de ballon leeg kunnen lopen. Dit team met veel Nederlands talent – een bewuste keuze – moet uiteindelijk om de prijzen gaan spelen.’

De eerste maanden van het seizoen bezorgden de coach veel denkwerk. ‘Je probeert uit te vissen hoe het komt dat het niet loopt. Waarom spelen we niet heel veel slechter dan vorig seizoen, maar halen we veel minder punten? Niet om excuses te vinden, juist om een oorzaak te vinden. Dat gaat wel malen. Ik trek mij dat aan, ik ben immers ervoor verantwoordelijk dat het wél draait. Het klopt dat we het te ingewikkeld hebben gemaakt. Doordat het niet liep, zijn we moeilijke oplossingen gaan verzinnen. Terwijl we – vind ik nu achteraf – het veel simpeler hadden moeten maken.’

 

Manenschijn kon donderdag niet beschikken over de internationals Derk Meijer, Tjep Hoedemakers en Thijs van Dam. Zij zijn er dit weekend wel weer bij. Dat geldt niet voor het geopereerde duo Justen Blok en Harry Martin, die de hervatting van de competitie op 6 maart niet halen. Naast de uiterst gedreven Hertzberger – die een afgekeurde corner beantwoordde met een nog veel hardere sleep in de kruising – vielen talenten Guus Jansen, onlangs toegevoegd aan de trainingsgroep van Oranje, en Menno Boeren donderdag op als dragers van het jonge Rotterdam.

Lichtpuntjes

Het zijn lichtpuntjes in een seizoen waarin er voor Rotterdam in de Hoofdklasse weinig meer te winnen is.  ‘We gaan ook nog Europees spelen hè’, verwijst Manenschijn naar de zogeheten Ranking Cup, het kleine broertje van de EHL. Dat toernooi vindt in april plaats in het Spaanse Terrassa. ‘Dat helpt ook wel, al beschouwen we de competitie natuurlijk niet als een voorbereiding. Ja, we staan niet waar we willen. Maar we hebben een mooi half jaar voor de boeg, waar de club ook weer normaal functioneert.’

Hij kijkt om zich heen naar de lange tafels in het grote clubhuis van Rotterdam. Plukjes teams drinken nog wat na hun training. Kannen fris en bier gaan van hand tot hand. ‘Heel fijn dat deze sfeer dit weer gewoon wordt. Ik heb dit gemist. Ook dit was de laatste tijd niet zoals het moet zijn.’


Wat vind jij? Praat mee...