De verdwenen club: Te Werve

Nederland heeft meer dan driehonderd hockeyclubs. Maar in de rijke historie van onze sport is ook een aantal clubs ter ziele gegaan. Op die verenigingen blikken we in deze serie terug. In aflevering twee reizen we in gedachten naar Rijswijk, waar tot 1998 Te Werve was gevestigd.

Een duiventoren. Een koloniaal landhuis met een groot meer. Een monumentale poort met een lange oprijlaan. Welkom in de idylle van Te Werve. Een verdwenen club op een nog altijd bestaand landgoed.

Het embleem van Te Werve, dat op het shirt werd gedragen.

‘Hoe langer ik er niet meer hockey, hoe meer ik de club ga waarderen.’ Michou van den Houten, nu 55 jaar, liep als meisje al rond op Te Werve. ‘Ik kom er nog steeds. De tennisclub zit nog op dezelfde plek. Verder is er veel veranderd.’

De club van Shell en ‘buitenleden’

Een vreemde eend in de bijt. Dat was Te Werve. En niet alleen door de schilderachtige ligging. Het was geen club waar je zomaar lid van kon worden. En nee, dat kwam niet door een iets te fanatieke ballotagecommissie.

Een plattegrond van Te Werve. Beide hockeyvelden lagen dus een stuk uit elkaar.

‘Te Werve was de club van de Bataafse Petroleum Maatschappij, dat later is opgegaan in Shell, dat hier in de buurt nog steeds zijn Nederlands hoofdkantoor heeft. In mijn tijd mochten in principe alleen werknemers van Shell en hun kinderen lid worden van de club. En met de club bedoel ik niet alleen hockey. Maar ook bijvoorbeeld een rugby-, tennis-, voetbal-, zwemmen- en postzegeltak. Een omni-vereniging, waar je ook hobby’s kon uitvoeren. En waar je als medewerker tegen een vriendelijk tarief kon sporten.’

Eigenlijk was het bijzonder dat Van den Houten hockeyde bij de club die speelde in een wit shirt, met een groene broek/rok. ‘Mijn vader werkte niet bij Shell. Hij speelde wel al jaren bij de voetbalclub van Te Werve, daar was hij ooit voor gevraagd. Dat mocht dus wel. In extreme gevallen was het werken bij Shell geen voorwaarde. Dan werd je ‘buitenlid’ genoemd. Omdat mijn ouders zo actief waren bij Te Werve, mocht ik ook lid worden. Er was een tekort aan meisjes, dat hielp ook wel mee. Maar die ‘Shell-regels’ hadden ook nadelen. Je kon niet zomaar iemand meenemen naar een training. Dat was echt not done.’

Het huishoudelijk beleid van Te Werve.

Over eigen regels gesproken. De belangrijkste wedstrijd op Te Werve vond niet op het hockeyveld plaats. ‘Dat was het Duiventoren Sportbokaal evenement. De opzet was als volgt: alle sporttakken maakten een teams, die elkaars sporten beoefenden. Dat was een week lang een avondvullend programma, met als afsluiter een geweldig feest. Voor ons als hockeyers was dat vrij lastig, omdat deze week altijd in de aanloop naar het nieuwe seizoen plaatsvond. Probeer een betaalde trainer maar eens uit te leggen dat zo’n feestweek toch echt bij je ‘Te Werve-opvoeding’ hoort.’

De ludieke portier

Als Van den Houten naar de club ging, moest ze haar lidmaatschapskaart vooral niet vergeten. ‘Anders werd je bij de poort teruggestuurd door ome Jaap. Dat was de portier. Een ludieke man, die ook erg op zijn strepen kon staan. Want wie je ook was en hoe lang je ook op Te Werve rondliep, die kaart was heilig. Ome Jaap, die ook op het terrein woonde, moest elke dag het complex afsluiten. Hij maakte dan fluitend zijn ronde op de fiets. Vaak konden we ‘m nog wel overhalen om de club nog even open te houden. Dan dronk hijzelf een borreltje mee.’

De portierswoning van ‘Ome Joop’.

Bij een club die niet-alledaags was, hoort ook een bijzonder onderkomen. ‘Wij hadden geen clubhuis, maar een loggia. Een smal, langgerekt gebouwtje met beperkte faciliteiten. We hadden bijvoorbeeld geen keuken. Bij ons kon je alleen een soepje of een tosti klaarmaken. Als iemand bij ons een broodje kroket bestelde, stapte het barpersoneel op de fiets. Bij het landhuis, het algemene clubhuis, stonden de hele dag mensen in de keuken. Zo liepen er ook tientallen tuinmannen rond. Allemaal op kosten van Shell.’

De loggia, het hockey-onderkomen van de omni-club.

De verkoop

Van den Houten vertrok begin jaren negentig bij Te Werve, dat destijds Tweede Klasse speelde. Zij zocht en vond de sportieve uitdaging bij overgangsklasser Klein Zwitserland, een paar kilometer verderop. Al was de contributie daar wel twee keer zo hoog.

In 1998 kwam na een bestaan van 76 jaar een einde aan het verhaal van Te Werve. ‘Dat zat eraan te komen’, zegt Van den Houten met spijt in haar stem. ‘Het aantal leden liep al een tijdje terug, waardoor er incomplete teams ontstonden. Op een gegeven moment besloot Shell het complex te verkopen. Het was simpelweg te duur geworden om het te onderhouden. Vlak voordat ik wegging, hebben we nog met hockeyclub Rijswijk gesproken over een fusie. Dat werd tegengehouden door Shell, omdat het idee van de personeelsvereniging dan zou verdwijnen.’

Dames 1 en heren 1 van Te Werve in 1986. Op de bovenste foto, onderin tweede van links: Michou van den Houten.

Een paar jaar later viel het doek dus alsnog. ‘De meesten leden vertrokken naar Hudito. Naar Delft dus. Ik vermoed omdat daar ruimte was voor volledige teams. In die laatste jaren kwam ik al niet meer zo vaak op Te Werve. Het gemis is pas later gekomen. Ik loop nog wel eens op het landgoed, waar je nog steeds kunt wandelen. Het is teruggeven aan de natuur. Van de sportclubs is alleen de tennisvereniging overgebleven. Het landhuis staat er nog. Dat wordt gebruikt door een evenementenorganisatie en is zeer gewild als trouwlocatie.’

Het hoofdveld in de jaren tachtig. Tevens de cover van het lustrumboek ter ere van het zestigjarig bestaan.

De waterspuwende kikker en het muurtje van de loggia

Wie goed zoekt, kan op het landgoed nog tastbare herinneringen vinden. De waterspuwende kikker uit de hockeyspeeltuin staat nu bij de tennisbaan. ‘Vroeger had-ie een andere kleur groen’, zegt Van der Houten, die voor ons recente foto’s heeft gemaakt op Te Werve. ‘Donkergroener, volgens mij. Als aangeslagen koper.’

Het best verstopte hockeyrestant is toch wel een muurtje van de loggia. ‘Vraag me niet waarom die er nog staat. Maar bijzonder is het wel. Toen ik jaren geleden trouwde, hebben we onze foto’s laten maken op Te Werve. Natuurlijk moest het muurtje er ook op. Het geeft misschien aan dat ik mijn club nooit ben vergeten.’

Het bewuste muurtje anno nu, vastgelegd door Van den Houten.

Geluksvogel

‘Weet je?’, besluit Van den Houten. ‘Ik vind mezelf een geluksvogel. Ik heb mazzel gehad dat ik zoveel jaar in zo’n mooie, vertrouwde en beschermde omgeving rond mocht dwarrelen. Waar we in het weekend en vakanties van ’s ochtends vroeg tot zonsondergang – naast het hockeyen – hutten bouwden, zwommen en vrienden maakten. Wat ik toen niet besefte, weet ik nu wel. Dat het heel bijzonder was, bij ons op Te Werve.’

De kikker die van kleur veranderde, maar wel op het landgoed is gebleven.

 

Lees ook:
De verdwenen club: Be Fair

Over welke verdwenen club zouden de lezers van hockey.nl beslist meer moeten weten? Stuur dan een mail naar redactie@hockey.nl


Wat vind jij? Praat mee...