High tech in hockey: computer weet wanneer je moe bent

In voorbereiding op het tweede deel van de competitie trainen en spelen veel Nederlandse hockeyclubs deze dagen in zonniger oorden. Hockey.nl reist in het kielzog van enkele clubs naar Barcelona. Vandaag deel 3 van bikkelen in Barca: de fysio en zijn meetsysteem.

Heel even kijkt de speler van hdm stiekem op het computerscherm dat aan de rand van het veld op Real Club Polo de Barcelona staat. ‘Ik ben goed bezig’, glimlacht hij. En weg is-ie voordat Dario van Klaveren, fysiotherapeut van het Haagse hdm, hem in de gaten heeft. Op het scherm houdt Van Klaveren aan de hand van onder meer de hartslag real time de intensiteit van de training in de gaten. Die gegevens mogen de hockeyers van Heren 1 tijdens de training niet bekijken.

Cijfers geven aan training

‘Ik wil dat ze leren voelen hoe hard ze trainen’, vertelt Van Klaveren. ‘De spelers die een meter om hebben, moeten daarom na afloop van de training met een cijfer aangeven hoe de trainingsintensiteit inschalen. De trainers ook. Vervolgens confronteer ik ze met de daadwerkelijke cijfers. Soms zitten daar grote verschillen tussen, maar spelers en trainers krijgen na verloop van tijd een steeds beter gevoel bij de inspanning op de training. Met kankerpatiënten die revalideren, passen we dezelfde methodiek toe. Het is een goede manier om je eigen lichaam te leren kennen.’

Het meetsysteem van hdm aan de rand van het veld op Real Club Polo in Barcelona. Foto: Nacho Olano

Van Klaveren rust elke training verschillende spelers met een meter uit. ‘Altijd een paar jongens waarvan ik weet dat ze altijd vol gaan en wat jongens die wat eerder de neiging hebben de kantjes eraf te lopen. Als die niet goed genoeg hun best doen, laat ik ze wel eens een keer extra shuttles lopen. Moet je dan kijken hoe de groep reageert.’

MOP: moe is wisselen

De fysio lacht. Hij vertrouwt op de high tech in het tophockey. Van Klaveren is niet de enige. Steeds meer teams rusten hun spelers tijdens trainingen en wedstrijden uit met hartslagmeters. Bij de dames van het Vughtse MOP, zo zegt een assistent-coach Pim Houben, is de hartslag mede bepalend voor de wisselstrategie. ‘We kunnen precies zien wanneer een speelster moe wordt’, zegt Houben. Zijn ploeg heeft net een training afgerond op het hoofdveld van Real Club Polo. ‘We monitoren hier niet tijdens de training, maar lezen wel na afloop de hartmeters af. We kijken dan of de inspanning past bij de doelstelling die we vooraf hadden gesteld.’

Ogen de kost geven

De kunst is niet alleen te meten, maar je ogen ook de kost te geven, doceert Van Klaveren. ‘Ik let altijd goed op het gedrag van de jongens. Vaak kan ik daar ook veel uit afleiden. Als ze om niks geïrriteerd raken, weet ik dat ze moe worden. Dan wordt het tijd om te stoppen. Zeker in deze drukke trainingsweek is het zaak de belasting goed in de gaten te houden. Doe je dat niet, dan bestaat de kans dat spelers geblesseerd raken en schiet zo’n trainingsweek zijn doel voorbij. Door goed aan de voorkant te meten, scheelt dat aan de achterkant – bij het behandelen – veel werk.’

Van Klaveren schroomt er niet voor tijdens de training in te grijpen als hij constateert dat de spelers moe worden. ‘Als ik zie dat ze niet genoeg meer herstellen, krijgt de trainer een seintje dat de training voorbij is. Daarover hebben we duidelijke afspraken. Dat levert ook nooit discussies op.’

Dario van Klaveren, fysio van hdm, werkt een aparte training af met Kieran Dartée. Foto: Nacho Olano.

Behalve tijdens de training krijgen hdm-spelers ook ’s avonds bij het eten een meter om. Die registreert aan de hand van onder meer hartslag en ademhaling of spelers voldoende zijn hersteld. Van Klaveren: ‘Ik kan soms aan de uitslagen zien dat spelers moe zijn, terwijl ze zelf dat gevoel niet hebben. Als ik dat bij te veel spelers constateer, blaas ik ook wel eens een training voor de volgende dag al af.’

Systeem van Chinees ADO

Binnenkort weet de Haagse fysio nog veel meer van zijn spelers. Hij heeft namelijk een zeer geavanceerd meetsysteem op de kop kunnen tikken bij voetbalclub ADO Den Haag. ‘ADO heeft een Chinese eigenaar die een inspanningsfysioloog had meegenomen. Die had een prachtig systeem waarmee je ook de snelheid van spelers kunt meten én de afstanden die ze afleggen. Wij konden het systeem overnemen. Waren we voetbalclub FC Utrecht net te snel af.’


Wat vind jij? Praat mee...