Push: alle jeugd landelijk, geen HK: ‘Uitdaging ze te behouden’

Push speelt wederom met allevier zijn jeugdteams Landelijk A of B. Net als Oranje-Rood, hdm, Bloemendaal, Den Bosch en SCHC. Maar die teams hebben allen 1 of beide van de vlaggenschepen in de Hoofdklasse, in tegenstelling tot Push. Is de jeugd wel te behouden voor de Bredase club? ‘Dat is een grote uitdaging’, stelt Herman Kruis, begeleider van de trainer-coaches van de topjeugd. ‘De jeugd is nogal eens vroegtijdig weg. Push is nu zo’n beetje het opleidingscentrum voor andere clubs in de Hoofdklasse. Dat is doodzonde.’

Het is al het 6e of 7e jaar op rij dat Push met JA1, MA1, JB1 én MB1 in de landelijke competitie speelt, vertelt Kruis. Dat getuigt van een goede jeugdopleiding. ‘We hebben een duidelijk idee over wat we willen en hoe we de jeugd willen opleiden’, stelt Kruis. ‘Al wordt dat elk jaar natuurlijk weer bijgesteld, omdat je de concurrentie voor wil blijven.’

Selecteren op ambitie

Zo is Push de laatste jaren anders gaan selecteren, volgens Kruis. ‘We hebben ambitie steeds meer prioriteit gegeven en dat zal de komende jaren nog meer worden. Daarnaast moet je natuurlijk ook kijken naar aanleg en fysieke mogelijkheden. Maar vroeger selecteerden we met name degenen die leuk konden pielen en we vergaten vaak om te kijken of diegene wel écht ambitie had en er vol voor wilde gaan.’ Die nieuwe aanpak met ambitie hoog in het vaandel keek Push af van het handbal, vertelt Kruis. ‘Dat is een perfect voorbeeld waar voornamelijk op ambitie werd geselecteerd, wat uiteindelijk zijn vruchten heeft afgeworpen.’

Te vroeg weg?

De jeugdopleiding bij Push mag dan succesvol zijn: Dames 1 en Heren 1 van de Bredase club zijn dit seizoen niet in de Hoofdklasse, maar in de Overgangsklasse te vinden. ‘Het is onze doelstelling om minstens 1 van de 2 in de Hoofdklasse te hebben’, maakt Kruis duidelijk. ‘En dat willen we zoveel mogelijk met spelers en speelsters uit onze eigen jeugd doen.’

Maar de grote vraag is: zijn die te behouden? ‘Die zijn nogal eens vroegtijdig al weg’, ziet Kruis. ‘Aan de ene kant snap ik dat, als je de potentie hebt om in de Hoofdklasse te hockeyen. Aan de andere kant vind ik dat de jeugd vaak al te vroeg denkt dat ze weg moeten gaan, terwijl het ook goed kan zijn een jaar te rijpen in de Overgangsklasse.’

Christiaan Teeuwen als goede voorbeeld

Het is een grote uitdaging voor Push, om de jeugd te behouden. ‘We zijn daar hard over aan het nadenken, hoe we dat beter kunnen doen. Je wil de jeugd houden die kan helpen van Dames en Heren 1 een stabiele Hoofdklasser te maken. Ik ben ervan overtuigd dat, als dat eenmaal zo is, er ook veel oud-Pushers zouden terugkomen.’ Maar er zijn ook goede ontwikkelingen. Kruis noemt Christiaan Teeuwen als voorbeeld. ‘Hij hockeyde elders en kwam terug bij Heren 1. Daar sleept hij nu de ene na de andere corner binnen.’

‘Er móet iets gebeuren’

Vorige week vond er nog een sessie plaats bij Push, met de coaches van de top jeugdteams en seniorenteams, met de kwestie ‘jeugd behouden’ als onderwerp. ‘Geld is een belangrijke voorwaarde, dat is natuurlijk zo’, stelt Kruis. ‘Maar het gaat ook om de manier van selecteren: dat ambitieuze belonen.’ Maar wat kwam er precies uit die sessie? ‘Het is nog te vroeg om daar iets uit te concluderen. Maar feit is dat er iets móet gebeuren. Push is nu zo’n beetje het opleidingscentrum voor andere clubs in de Hoofdklasse. Dat is doodzonde.’


Wat vind jij? Praat mee...