25 jaar G-hockey luidt nieuw tijdperk in

De hockeywereld viert komend weekend, tijdens de tweejaarlijkse Special Olympics voor sporters met een beperking, het zilveren jubileum van het G-hockey in ons land. KNHB-directeur Erik Gerritsen en EHF-president Marijke Fleuren zijn twee van de prominente gasten tijdens het evenement, dat voor het parahockey in Nederland een volgende fase gaat inluiden.

Dat gaat om te beginnen gepaard met een nieuwtje, want het hockeytoernooi tijdens de Special Olympics (in Doetinchem) krijgt voor het eerst een internationaal karakter. Naast de grote Nederlandse inbreng doen voor het eerst G-teams uit België, Duitsland en Spanje mee.

De EHF en een serie nationale hockeybonden werken achter de schermen hard aan een verdergaande internationalisering van het parahockey, zo vertelt Hans Mater die zich bij de hockeybond bezighoudt met alle vormen van aangepast hockey.

Mater: ‘Wij zien initiatieven van de grond komen in landen als België, Engeland, Ierland, Kroatië, Spanje en Portugal, maar ook in Azië. Het mooie is dat de EHF vanuit Brussel probeert zoveel mogelijk kennis en expertise te verspreiden, omdat zij steeds meer het belang inziet van deze ontwikkeling. Het zou toch geweldig zijn als Parahockey als teamsport op de World Games zou komen. Daar moeten we met zijn allen voor gaan.’

 

Stabilisatie

Nederland telt momenteel zo’n 1.200 G-Hockeyers, 135 LG-hockeyers en om 82 clubs waar deze vormen worden aangeboden. Het aantal deelnemers stabiliseert zich de laatste jaren. Mater: ‘Dat het aantal stabiel is, heeft denk ik mede te maken met het feit dat in vele takken van sport intussen ook een G-variant wordt aangeboden. G-voetbal en G-judo bijvoorbeeld zijn erg populair.’

Toch valt er volgens hem nog een wereld te winnen. ‘Nederland telt ruim 300 hockeyclubs en kent op het vlak van parahockey nog witte vlekken. Voorbeeld daarvan is de regio Noord-Nederland, waar alleen bij hockeyclub Groningen aangepast hockey wordt gespeeld.

Mater: ‘Ik zou ervoor willen pleiten dat clubs meer samenwerking met elkaar zoeken op dit vlak. Wanneer club A vijf deelnemers heeft en club B ook, dan kun je heel goed een samengesteld team vormen. Zo behouden wij onze leden en zo blijven we via de hockeysport ook verbinden. Uiteindelijk is het spelen van wedstrijden toch wat het leukst is.’

Grens van honderd clubs

De directeur van de hockeybond, Erik Gerritsen, zou het toejuichen wanneer niet alleen het aantal deelnemers, maar ook het aantal clubs met een G-hockeyafdeling toeneemt. Gerritsen: ‘Nu biedt iets minder dan een kwart G-hockey aan. Het is een mooi streven om dat in de richting van een derde van alle verenigingen te krijgen. Dan passeren we de grens van de honderd clubs. Door beeldvorming lijkt het misschien alsof G-hockey alleen bestemd is voor mensen met het Syndroom van Down. Althans dat krijgen wij soms te horen. Maar het is er ook voor mensen met bijvoorbeeld autisme of een andere ontwikkelingsstoornis.’

Het begin

Op de velden van MHC Zoetermeer werd op 9 juni 1993 voor het eerste een training gehouden voor hockeyers met een verstandelijke beperking. Initiator van deze hockeyvorm was destijds Elsbeth Ruys. Ruys: ‘Het kwam zo, dat een moeder bij MHC Zoetermeer kwam met de vraag of haar kind met een Downsyndroom in een regulier team mocht hockeyen. Gelet op de mogelijkheden leek dat het bestuur – waarvan ik toen deel uitmaakte – niet verstandig. Het zette echter wel de beweging in gang om na te denken over hockey voor mensen met een beperking. Ik ben toen gaan uitzoeken of er iets in deze richting bestond in ons land. Dat bleek niet het geval.’

Elsbeth Ruys en haar dochter Charlotte

Terughoudend

In eerste instantie waren de NSG (Nederlandse Sportraad voor Gehandicapten) en de KNHB niet zo enthousiast, vertelt Ruys. Gelukkig draaide dat echter snel bij. ‘Hockey is een behoorlijk technische sport en men had het idee dat mensen met een beperking dit niet of nauwelijks zouden kunnen aanleren’, zegt Ruys. ‘Ik heb toen gezegd dat ze ook niet het niveau van de andere hockeyers hoefden te halen. Het ging mij er om dat er een mogelijkheid tot hockeyen kwam voor alle mensen. Iemand met een autismestoornis, waarvoor G-hockey ook bedoeld is, kan een IQ van 120 hebben. En dat is bepaald geen verstandelijke beperking. En bij LG-hockey gaat het om een fysieke beperking. Daar zitten mensen bij met een universitaire achtergrond.’

Drie jubilarissen

Het aardige is dat vandaag de dag nog drie G-hockeyers actief zijn, die op die bewuste 9 juni 1993 ook aanwezig waren. Twee daarvan spelen nog altijd op Zoetermeer (Noor van de Sande en Casper Statius Muller) en eentje nu bij hockeyclub Lochem: Charlotte Ruys, de dochter van Elsbeth.

Bijzonder feitje uit de mond van Ruys: ‘Iedereen denkt dat de G van G-hockey staat voor Gehandicapten. Eigenlijk was het gewoon de eerstvolgende letter in het alfabet na de F voor de F-pupillen. Daarom namen we de G. Aanvankelijk noemden we deze tak namelijk trimhockey. Pas later werd het G-hockey, omdat de hockeybond startte met wat nu nog steeds trimhockey noemen.’

Casper Statius Muller en Noor van de Sande

Special Olympics

De regio Achterhoek is komend weekend gastheer van de Special Olympics. Vrijdagavond vindt de openingsceremonie plaats in het voetbalstadion van De Graafschap. Het G-hockeytoernooi van komend weekend (32 teams, circa 300 deelnemers) vindt plaats op de velden van hockeyclub Doetinchem. Zowel zaterdag als zondag beginnen de wedstrijden om 10.30 uur.

Het huidige G-team van MHC Zoetermeer


Wat vind jij? Praat mee...