Diederik Lelkens van Bemmel hockeyt én voetbalt iedere zondag

Zondagochtend is hij verdediger in een vriendenteam van voetbalclub SC Bemmel. Zondagmiddag staat hij onder de lat bij de hockeyers van tweedeklasser Bemmel Heren 1. Diederik Lelkens (23) kan niet kiezen tussen de twee sporten.

Of hij als hockeykeeper voordeel haalt uit het feit dat hij voetbalt? ‘Misschien dat ik de bal gerichter weg kan trappen’, zegt hij lachend. ‘Maar verder niet.’

Drie wedstrijden op een dag

Niet alleen op het veld, maar ook in de zaal verdedigt Lelkens het doel van Bemmel Heren 1. Afgelopen zondag was ook de winterstop van de voetbalcompetitie weer voorbij. Het was meteen weer een race tegen de klok. Eerst won hij met 5-4 op het voetbalveld, met het vijfde elftal. Vervolgens verloor hij in de zaal de eerste wedstrijd met 3-2 van Apeliotes en won hij daarna wel van Westerduiven: 4-3.

Gemiddeld is het op een zondag prima te doen voor hem, zegt hij. ‘Als we met de voetbal thuis spelen, moeten we altijd om half 10. Meestal doe ik maar één helftje mee, omdat we toch altijd wel genoeg man hebben. Daarna is het een kwestie van snel douchen, lunchen en als een speer naar de hockeyclub. Tijdens het veldseizoen verzamelen we vaak om kwart voor 1. Als we een verre uitwedstrijd spelen, doen we dat om 12 uur. Dan eet ik in de auto snel.’

Diederik Lelkens aan de bal als voetballer. Foto: Dennis Peters

Ik geloof dat het afgelopen seizoen één keer is voorgekomen dat ik niet kon voetballen omdat ik moest hockeyen

Is hij na 45 minuten voetballen niet al moe als hij aan de hockeywedstrijd begint? ‘Nee, dat valt wel mee. Een paar jaar geleden was ik in Heren 1 nog speler. Toen was het een stuk zwaarder, kan ik je vertellen. Nu zie ik als de voetbalwedstrijd als een ideale warming-up, haha.’

Kiezen tussen de twee sporten wil hij niet. Dat hoeft hij ook niet, zegt hij. ‘Op dinsdag en vrijdag trainen we met het hockeyteam. Op donderdag met de voetbal. Dat komt dus precies goed uit. Ik geloof dat het afgelopen seizoen één keer is voorgekomen dat ik niet kon voetballen omdat ik moest hockeyen. Als de wedstrijden elkaar overlappen, dan heeft hockey voorrang. Anders hebben ze geen keeper. Dat kan ik ze echt niet aan doen, haha.’

Zelfs bij de feestjes kan hij niet kiezen. Al drinkt hij het vaakst een biertje op de hockeyclub. ‘Als ik na de hockeywedstrijd naar de voetbal ga, is mijn hele team al weg. Een paar keer per jaar organiseren ze bij de voetbal een groot feest. Daar ga ik altijd naar toe.’ Lachend: ‘Zo houd ik iedereen tevreden.’