De clubs met één veld: Epse, waar geen sticks aan de muur hangen

In deze nieuwe rubriek bellen we met clubs met maar één veld. Wat speelt er op die clubs? En hoe staan ze ervoor? In aflevering twee strijken we neer bij HCGE in Epse, op de grens van Gelderland en Overijssel.

‘Ik sta toevallig net op de club’, klinkt het op deze vrijdagochtend aan de andere kant van de lijn. Helemaal toevallig is dat eigenlijk niet. Voorzitter Koos Esser loopt meerdere keren per week op de club rond. ‘Vandaag komt de groenploeg langs op de voetbalclub die naast ons ligt. Als ze daar groot onderhoud verrichten, nemen ze de ruimte om ons veld ook even mee.’

Het past bij de manier waarop HCGE is georganiseerd. ‘We delen het sportpark en het clubhuis met een aantal andere sporten. Voetbal dus, maar ook volleybal en bridge. Daardoor ziet ons clubhuis er ook anders uit dan bij de meeste hockeyclubs. Bij ons hangen geen sticks aan de muur, maar zie je soms mensen kaarten aan een tafeltje. Dat zien we niet als een nadeel trouwens. Er is hierdoor namelijk ook reuring als er weinig hockeyers aanwezig is. De gezelligheid kan ook van andere kanten komen.’

Want dat zijn ze. Een gezellige hockeyclub waar goed hockey wordt gespeeld. Althans zo afficheert de club uit het oosten zichzelf. ‘Goed hockey, goed hockey…dat is natuurlijk een breed begrip’, lacht Esser. ‘We willen het zo goed mogelijk doen. Het spreekt voor zich dat we ons niet kunnen meten met topclubs, maar we doen het zeker niet slecht. Met iets meer dan tweehonderd leden hebben we elkaar heel hard nodig om de club draaiende te houden. Boven de Onder 12 hebben we geen jongens meer en er zijn maar twee seniorenteams.’

Op het veld in Epse wordt wekelijks het zand verspreid dankzij deze tractor. Foto: HCGE

Gratis meetrainen tot einde seizoen

‘Maar…’, klinkt het triomfantelijk. ‘…aan de onderkant gaat het hard. In de Onder 8 hebben we twee meisjes- en jongensteams. De coronajaren zorgden voor een dipje in het ledenaantal. Maar vanaf het moment dat de club weer helemaal open is, ging dat weer de goede kant op. Meestal komen ze binnen als ze klaar zijn met zwemles. Daar ontstaat de grootste poel met aanwas.’

Dat de drempel om in te stappen laag ligt, is een understatement. Op de site van HCGE staat een uiterst gastvrije uitnodiging. Het is namelijk mogelijk om vanaf begin april tot het seizoenseinde – die datum is geprikt op 15 juni – gratis mee te trainen bij de club uit de gemeente Lochem. De lokroep is bestemd voor iedereen vanaf vier jaar. Materiaal hoeft ook geen issue te zijn, zo blijkt. ‘Geen stick? Geen probleem! We hebben hockeysticks te leen in iedere maat’, klinkt het sympathiek.

Spelers die uiteindelijk boven het maaiveld uitsteken in Epse – dat slechts tweeduizend inwoners telt – gaan ze meestal naar Deventer of Zutphen. ‘Die laatste is mijn oude club, waar ik twintig jaar geleden gespeeld heb. Dat spelers overstappen is niet leuk, maar het hoort ook bij een kleine club. Je ontkomt er niet aan. Als meerdere spelers in een team bij ons stoppen, dan gaan er hier wel wat alarmbellen af. Heb je een team van veertien en drie houden ermee op, dan heb je echt een probleem. Het is dan moeilijk om een team in de lucht te houden. Met andere kleinere clubs uit de regio zijn we in gesprek om een zeven-tegen-zeven-competitie voor junioren op te zetten. Zo hebben we nog een manier om leden binnenboord te houden, mochten ze met te weinig spelers zijn om elftalhockey te spelen.’

Een jeugdteam van HCGE in het clubhuis dat ook door niet-hockeyers wordt gebruikt. Foto: HCGE

Tweede veld?

Esser stapt op de fiets. Al rijdend werpt hij een blik op de toekomst. ‘Waar ik de club over tien jaar zie? Misschien hebben we dan een eigen clubhuis. We mogen een beetje groeien qua ledenaantal. Maar te veel hoeft ook weer niet. Dat merkten vlak voor corona. Toen begonnen we hier om negen uur ’s ochtends en liepen de laatste teams om zeven uur van het veld in het donker. Op de club kwam toen een paar keer de komst van een tweede veld ter sprake. Maar voor de komende tijd is dat niet aan de orde.’

Tijdens het fietsen komt hij tot een eenvoudige, maar fraaie slotsom. ‘Eigenlijk zijn we dik tevreden met dat ene veld van ons.’ 

Lees ook:
Zundert heeft maar één veld: ‘Maar er is genoeg leven op de club’


Wat vind jij? Praat mee...