Ongeluksgetal 13 als rugnummer: ‘Juist speciaal omdat niemand het wil’

Vrijdag de 13de is van oudsher een ongeluksdag, net als het cijfer 13. Dat bijgeloof lijkt bij hockeyers ook te leven. Als we de spelerslijsten van de 24 Hoofdklasse-ploegen erbij pakken tellen we slechts veertien keer het rugnummer 13, terwijl er bij iedereen wel nummers boven de 20 te vinden zijn. Dertien wordt dus bewust vermeden. Onder andere Caia van Maasakker (SCHC) en Jasper Brinkman (Bloemendaal) durven het wél aan met dit nummer. 

Zowel Van Maasakker als Brinkman kozen hun nummer zelf, vertellen ze. Brinkman: ‘Ik in de B, toen ik van HBS naar Bloemendaal ging. Sindsdien is het mijn nummer.’ Waarom hij het heeft gekozen kan hij niet zo goed uitleggen. ‘Ik heb er wel iets mee. Ik weet niet precies wat, maar het trekt me gewoon wel aan.’

‘Ik heb het gekozen omdat juist veel mensen het niet hebben’, stelt Van Maasakker. ‘Dat geeft het iets extra’s. Later hoorde ik dat mijn vader vroeger ook altijd met nummer dertien speelde. Dat wist ik niet toen ik het koos, maar dat maakt het ook wel mooi natuurlijk.’

‘Misschien breng ik wel ongeluk voor mijn tegenstander’

Van Maasakker ziet nummer dertien zelf niet als een ongeluksgetal. ‘Zeker niet. Maar ik denk dat er genoeg mensen zijn die er niet in willen spelen. Of die het in ieder geval nooit zelf zouden kiezen.’ Ook Brinkman gelooft niet dat nummer dertien ongeluk brengt. Lachend: ‘Hoogstens dat ik ongeluk breng voor mijn tegenstander.’

Bijgeloof

Hij is sowieso niet zo van het bijgeloof. ‘Alleen mijn rechterschoen gaat altijd eerst aan, dat is alles. Bij Bloemendaal zie ik sowieso niet veel bijgeloof. Sommige jongens hebben wel altijd voor de wedstrijd dezelfde schoenen aan.’

Ook Van Maasakker is niet bijgelovig, vertelt ze. ‘Ik heb wel dat ik een bepaalde scheenbeschermer eerst om doe, maar dat valt meer onder vaste rituelen dan echt bijgeloof.’ Lachend: ‘Als ik vandaag een zwarte kat zie of onder een ladder door loop vind ik dat echt niet erg.’