Strafcornergoeroe Toon Siepman mengt zich in de discussie over de toekomst van de strafcorner. Wereldhockeybond FIH stelt dat de strafcorner mogelijk te gevaarlijk is geworden en onderzoekt welke alternatieven er zijn. Siepman vindt dat het onderzoek rammelt.
Iedere strafcornerspecialist weet wie de strafcornergoeroe uit Vught is. Sinds de jaren negentig komen topspelers van over de hele wereld bij hem op bezoek om hun techniek te verfijnen. Van vrijwel elk huidig topland, zowel bij de mannen als bij de vrouwen, waren de strafcornerspecialisten bij hem in de leer.
Met verbazing las Siepman vorige week het interview op hockey.nl met Jon Wyatt, Sport Development Director van de wereldhockeybond, die overweegt om aan de strafcorner te sleutelen. Wat Siepman vooral stoort, is dat Wyatt stelt dat de strafcorner (door de toenemende kracht van spelers in combinatie met de ontwikkeling van sticks) tot steeds meer blessures leidt zonder dat hij daar hard bewijs voor heeft. Wyatt baseert zich op anecdotal evidence. Hij zegt dat hij gevoelsmatig steeds meer meldingen van blessures krijgt die zijn voortgekomen uit een strafcorner.
‘Dat is wel héél erg makkelijk van hem gezegd’, vindt Siepman. ‘Als je dat soort beweringen doet, moet je die wel hard kunnen maken. Feiten heeft hij niet. Hij heeft alleen een gevoel. Op basis daarvan kun je toch geen ingrijpende veranderingen aan de strafcorner doen?’
Moet je daarvoor heel de strafcorner op z’n kop gooien? Toon Siepman
De toename van het aantal blessures uit een strafcorner waarover Wyatt het heeft, is volgens de Engelsman niet terug te zien op topniveau, maar alleen op recreatief niveau. Ook dat betwijfelt Siepman. ‘Ik loop al jaren in het hockey rond, maar ik heb nog nooit gehoord dat er mensen levensgevaarlijk gewond zijn geraakt. Wat je op een lager niveau wél ziet, is dat sommige spelers bereid zijn om zonder bescherming suïcide uit te lopen. Dat is wel een probleem, want dat kan natuurlijk leiden tot ernstige blessures. Maar moet je daarvoor heel de strafcorner op z’n kop gooien? Ik snap best dat niet iedereen over de hele wereld met volledige bescherming kan hockeyen, maar de spelers die dat niet doen, moet je leren om niet suïcide uit te lopen.’
Ook andere beweringen die Wyatt doet, trekt Siepman in twijfel. Anders dan algemeen wordt aangenomen wordt er volgens de Nederlander op internationaal niveau de laatste jaren helemaal niet harder gepusht. De topsnelheid (mannen: 120 km/uur, vrouwen: 90 km/uur) is na jaren van toename de afgelopen tijd juist gestabiliseerd, zegt Siepman. Bovendien is de huidige topsnelheid volgens hem praktisch gelijk aan die van het wereldkampioenschap van Mönchengladbach (2006). Toen mocht er nog met een speciale stick worden gespeeld waarmee harder kon worden gepusht.
Op topniveau wordt er bovendien tegenwoordig amper nog hoog gepusht, stelt Siepman. Hoog pushen verkleint met de huidige manier van verdedigen de kans op een doelpunt. Op het wereldkampioenschap voor vrouwen deze zomer was volgens Siepman negentig procent van de strafcorners op plankhoogte. ‘Laag gepushte strafcorners leveren natuurlijk veel minder gevaar op.’
Door te variëren en de tegenstander te verrassen kun je de conversieratio óók verbeteren. Daar heb je geen aanpassingen aan de strafcorner voor nodig. Toon Siepman
Behalve de kans op blessures neemt de FIH ook het sportieve aspect mee in het onderzoek naar de mogelijke hervorming van de strafcorner. Tijdens het recente wereldkampioenschap voor vrouwen eindigde één op de zes strafcorners in een doelpunt. Te weinig, vindt Wyatt. Met het oog op de attractiviteitswaarde ziet hij liever een conversieratio van één op drie of één op vier. Dat er zo weinig vanaf de cirkelrand werd gescoord, komt volgens hem omdat uitlopers zich zonder angst als een blok op de slepers storten. Door de vele bescherming wanen ze zich volkomen veilig en zijn ze bereid meer risico’s te nemen, stelt Wyatt.
Siepman is van mening dat er niet aan de strafcorner hoeft te worden gesleuteld om het rendement te vergroten. Een goede coach moet dat zelf ook kunnen bewerkstelligen, vindt hij. Het afgelopen wereldkampioenschap was Siepman betrokken bij de Belgische vrouwenploeg. Zij haalden een rendement van één uit vier.
Siepman: ‘Er is sprake van onvoldoende inventiviteit en kwaliteit bij de coaches. Door te variëren en de tegenstander te verrassen kun je de conversieratio óók verbeteren. Bovendien werden er op het wereldkampioenschap nog steeds veel fouten gemaakt met aangeven en stoppen. Wanneer daar meer en beter op getraind wordt, stijgt het percentage vanzelf weer. Daar heb je geen aanpassingen aan de strafcorner voor nodig.’
Tot slot komt Siepman met drie aanbevelingen die de veiligheid van de spelers en de attractiviteitswaarde van de sport moeten verbeteren.
1. Geef een strafbal als een strafcornerverdediger de bal binnen de palen op het lichaam krijgt, ook wanneer hij of zij nog voor de keeper staat. Dit verhoogt de veiligheid van de verdedigers.
Siepman: ‘Op topniveau levert de strafcorner eigenlijk geen gevaar op, behalve bij de vrouwen en dan specifiek voor de twee speelsters tussen de eerste uitloopster en de keepster. Die zijn bij de vrouwen bereid zijn om binnen de palen te staan. Daarmee laten zij zich bijna afschieten. Mannen nemen dat risico niet, want daar wordt zó hard gepusht dat ze wel uitkijken om binnen de palen te gaan staan. Mijn voorstel: geef een strafbal als een strafcornerverdediger de bal binnen de palen op het lichaam krijgt, ook wanneer hij of zij nog voor de keeper staat. Daarmee voorkom je dat verdedigers zich op die manier positioneren en haal je al het gevaar eruit.’
2. Overweeg om de hele wedstrijd met een hoofddeksel of een helm te spelen.
‘Ik vind dat de FIH beter kan nadenken over de hoge bal dan over de strafcorner. Bij hoge ballen wordt reglementair steeds meer toegestaan. Je mag er onderdoor lopen, je mag er druk op zetten, straks wordt hij gewoon over je heen gepusht. In de top levert dat geen gevaar op, daar zijn de spelers te capabel voor. Maar hoe lager je komt, hoe gevaarlijker het wordt. In mijn ogen is de hoge bal veel gevaarlijker dan de strafcorner. Wat dat betreft moet je misschien overwegen om de hele wedstrijd met een hoofddeksel of een helm te gaan spelen.’
3. Verlaag de tijd bij een strafcorner van veertig naar dertig seconden.
‘Als kijker vind ik de veertig seconden dat de tijd bij een strafcorner stil staat, te lang duren. Zeker als in korte tijd meerdere losse corners achter elkaar worden genomen. Door de tijd bij een strafcorner slechts dertig seconden stil te zetten, doe je de tv-kijker volgens mij een groot plezier.’
5 Reacties
PeterBak
Toon for president … 👏🏼
Eelco Houwink
“In mijn ogen is de hoge bal veel gevaarlijker dan de strafcorner. Wat dat betreft moet je misschien overwegen om de hele wedstrijd met een hoofddeksel of een helm te gaan spelen.” Kan mijn vroegere overbuurman Siepman (hallo Toon…!) goed volgen, maar hier even niet. De hoge bal heeft een lagere snelheid en veel verticalere baan, met als gevolg minder risico (en al zeker minder ernstig gevolg). Zelfs bij inkomen, waar men op het laatste moment kan uitdraaien of het hoofd kan intrekken. Dt is een volstrekt andere dimensie van gevaar dan in een vol doelgebied waar je op een projectiel van 120 km/u niet meer kan reageren, zeker als die onderweg afketst of van baan verandert. Er gaat geen hond met een helm rondlopen om de hoge bal te weerstaan, dat is niet realistisch.
Sander Duin
Sticks ! Werd vroeger standaard voor afgefloten . Nu alleen als het gevaarlijk is …. Dus met alle gevaar van dien! Nooit vergeten dat deze regel werd afgeschaft!
woutervonk
Dat waren bepaald andere tijden. "Sticks is sticks en sticks is gevaarlijk!" was een bekende slogan in die tijd. Het meest bijzondere was dat je een vrije slag tegen kon krijgen als je bij het nemen van een vrije slag sticks maakte. In die tijd was ik zelf nog (jeugd)speler, dus of dit gebeurde volgens de (letter van de) regels weet ik niet. Mogelijk een enthousiaste clubscheidsrechter die niet bepaald floot naar de geest van de regel.
DirkvanBenthem
Misschien wel een goed idee om spelers die bewust zichzelf in gevaar brengen te bestraffen. In de doelmond strafbal is een idee. Maar suicide uitlopen mag van mij een gele kaart en opnieuw strafcorner berekenen. Probleem is wel dat de definitie van zichzelf in gevaar brengen subjectief is. Overigens de hele wedstrijd met hoofdbedekking of helm: aub niet.