Hun dug-out is alleen gevuld met wisselspelers. Er klinkt geen gebrul van de zijlijn. Het aansturen gebeurt vanuit het veld. De mannen van Westerduiven spelen al het hele seizoen zonder coach. Dat gaat ze wonderwel verdomd goed af. De derdeklasser koerst af op promotie en schrijft daarmee z’n eigen hockeysprookje. En dat komt ook een beetje door de Backstreet Boys.
We zullen gelijk ingaan op die laatste zin. De trouwe fans van de Gelderse ploeg zijn er inmiddels aan gewend. Bij uitwedstrijden zorgt het soms voor verbaasde blikken of opgetrokken wenkbrauwen. Want al jaren – ze weten niet meer wanneer dit werd geïntroduceerd – zingt het team voor de wedstrijd, tijdens het inlopen, een liedje. I want it that way. Inderdaad, een van de bekendste hits van de Backstreet Boys. Een megapopulaire jongensband uit de jaren negentig. ‘Schaamteloos schalt dat dan over het veld’, lacht routinier Kevin Heerink. ‘Het is een soort traditie geworden bij onze wedstrijden. We denken dat het helpt.’
Een beetje extra hulp kunnen ze ook wel gebruiken bij De Duifjes, zoals de ploeg zichzelf liefkozend noemt. Ze hebben dus geen coach. Een probleem dat eigenlijk al jaren speelt bij Westerduiven. Heerink constateert dat na de coronajaren de hockeywereld – of in ieder geval die van zijn Westerduiven – is veranderd. ‘In het seizoen waarin alles weer mocht en begon, hadden we ook al geen coach. Die was gewoon niet te vinden. Er was minder budget en we merkten dat een heleboel enthousiaste mensen ondertussen waren gestopt.’
‘We zijn niet superaantrekkelijk’
Toen dachten ze nog dat het een incident was. Een nasleep van die rare, hockeyloze tijd. Dat leek ook zo te zijn. Vorig seizoen hadden ze namelijk gewoon weer een coach. ‘Al snel bleek dat het niet klikte. Niet dat we zo’n lastige groep hebben, we zaten gewoon niet op hetzelfde spoor. In de winterstop besloten we al dat we uit elkaar zouden gaan, na het seizoen. Dat hebben we wel netjes samen afgemaakt.’
De zoektocht naar een nieuwe coach begon. Eentje die op zondag bij de wedstrijden kon zijn en doordeweeks twee keer training kon geven. ‘We hadden helemaal niet zo’n gigantisch eisenpakket. Het bestuur is er heel actief mee bezig geweest. Maar het bleek niet makkelijk. We spelen natuurlijk ook ‘maar’ in de Derde Klasse. Ik snap dat zoiets niet superaantrekkelijk is. Je moet er toch best wat tijd in stoppen. Er zijn heus wel wat mensen benaderd, maar na een paar maanden zoeken was er nog steeds geen oplossing. En dan kom je op het moment dat alle plekjes wel zijn ingevuld voor het nieuwe seizoen.’
Aan het eind van het vorige hockeyjaar hakten ze in Duiven – vlakbij Arnhem – een knoop door. ‘Er kwam geen nieuwe coach. We moesten het samen gaan fixen. Dat is natuurlijk verre van ideaal. Maar aan de andere kant snapt iedereen ook dat er geen andere oplossing mogelijk is. Ik ben een van de oudsten, heb bijna iedereen in de groep al getraind in de jeugd en ben ook in het na-coronajaar als coach aangewezen.’ Het gevolg was wel dat Heerink zijn aanvoerdersband inleverde. Nog een pet op, dat zag hij niet zitten.
Wisselen was een chaos
Hij kreeg ondertussen een beetje ondersteuning. Regelde zelf in de zomer een trainer voor de vrijdagavond. Inmiddels hoeft Heerink ook op dinsdag niet meer zelf voor de groep te staan. ‘Alleen die zondag dus nog. Onze groep is al jaren samen. Veel gasten zijn samen opgegroeid, komen uit dezelfde vriendengroep. We zien elkaar ook veel buiten het hockey. Het is supercliché, maar we weten precies wat we aan elkaar hebben. Dat helpt. Daardoor accepteren we juist veel van elkaar.’
Natuurlijk levert de coachloze situatie bij Westerduiven ook weleens bijzondere situaties op. ‘Bij het voorstellen staan tegenstanders vaak raar te kijken. Wie is jullie coach dan? Ja, die hebben we niet. Alle andere teams in onze competitie hebben altijd wel iemand die op de bank zit. Bij ons zijn er alleen maar wisselspelers of geblesseerden.’
‘We hebben geleerd van het eerste jaar zonder coach. Toen was het wisselen soms een chaos. Er werden domme keuzes gemaakt, die voor frustratie zorgden. Vanuit het veld is het wisselen niet te regelen. Nu maken we vooraf een schema waar we ons aan houden. En als het op het eind spannend is, roep ik dat we in de sterkste opstelling gaan spelen. Ik ben blij dat we tegenwoordig vier kwarten hebben. Dan heb ik tenminste nog wat tijd om af en toe wat op het bordje te schrijven.’
Met een coach in de Tweede Klasse?
Ze rooien het dus met elkaar. En dat gaat de Gelderlanders verdomd goed af. Ze staan na dertien speelrondes zelfs op de eerste plaats van hun Derde Klasse D. ‘Ik denk dat we zelf de laatsten waren, die dat hadden verwacht. Vorig jaar stonden we ergens in de middenmoot. Een kampioenschap of promoveren daar hebben we niet eens over gesproken. Je snapt dat we wel andere dingen hadden om ons druk over te maken.’
Heerink moet er natuurlijk om lachen. ‘Je zou bijna zeggen dat het helpt als er geen coach is. Maar dat is natuurlijk onzin. Voor volgend seizoen zouden we heel graag weer iemand vinden die ons op zondag in de gaten houdt. En het liefst ook tijdens de trainingen.’
Dus ja, potentiële belangstellenden mogen zich melden. ‘Wie wil er nou niet zo’n zelfstandige groep begeleiden?’
Wat vind jij? Praat mee...
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.