Het ‘geheime’ wapen van Venray dames 1: vier zussen in één team

Twee broers of zussen die in hetzelfde team spelen, is geen uitzondering. Denk aan Texas en Miles Bukkens (Pinoké) en Hidde en Kjell Plantenga (Voordaan). Ook drie familieleden in hetzelfde team komt vaker voor, zoals de zusjes Van Dessel bij Were Di. Maar vier? In Venray kijken ze daar, met Lon (22), Joni (20), Tess (19) en Jet (19) van Alst in Dames 1, niet meer van op. ‘Als een van ons stopt, ga ik huilen.’

Druk kletsend stapten de vier afgelopen zondag van het veld, met naast hen vader Gerjan van Alst; assistent-coach/manager van het team. Dat de oefenwedstrijd tegen Civicum net met 9-3 is verloren, leek niets aan hun opgewekte stemming af te doen. ‘We hebben een aanvallende speelstijl’, verklaart Tess de korfbaluitslag. ‘Bovendien is Civicum net gedegradeerd uit de Eerste Klasse, terwijl wij Derde Klasse spelen’, vult vader Gerjan aan.

Met nog een paar weken te gaan voor de start van de competitie bereiden de dames van Venray zich voor op hun tweede seizoen in de Derde Klasse, na een promotie twee jaar geleden.  Het is bovendien het derde jaar dat de zusjes Van Alst, die ook nog eens slechts maximaal twee jaar en zeven maanden in leeftijd verschillen, alle vier in Dames 1 spelen. De basis hiervoor werd al bijna vijftien jaar geleden gelegd.

Joni: ‘Toen ik zeven was, woonden we in Canada. Er zijn daar veel meer ijshockeyers dan veldhockeyers, dus er waren maar weinig hockeyteams. Daarom begonnen we met z’n vieren in hetzelfde team. Kunstgras was daar niet, dus we speelden op gras of in een zaal.’

Alleen maar hockeypraat

Terug in Nederland, een jaar later, meldden de vier zich bij Venray aan. Joni: ‘Toen werden we natuurlijk wel op leeftijd ingedeeld. Tess en Jet (een tweeling, red.) zaten uiteraard altijd in hetzelfde team en Lon en ik om het jaar ook.’ Gerjan, geen hockeyer van origine, startte bij terugkomst in Nederland met coachen. ‘Ik begon met het coachen van de F’tjes. Daarna wisselde ik het een beetje af. En op een gegeven moment nam ik twee teams onder mijn hoede: Tess en Jet op zaterdag en Lon en Joni op zondag.’

Dat Venray een Dames 1 heeft, was lang geen vanzelfsprekendheid. Gerjan: ‘Het jaar dat Lon en Joni in A1 zaten, speelden ze in een sterk team dat kampioen werd in de Eerste Klasse. Dat hele team is toen Dames 1 geworden.’

Inmiddels is ook de tweeling doorgeschoven naar het team van hun zussen. Jet: ‘Het is heel leuk om samen te spelen. Overal waar je op het veld kijkt, staat wel een van ons. Tess en ik spelen allebei een beetje overal en nergens, als een soort pivots. Lon staat rechtsmidden en Joni in de spits.’

Joni, Tess, Jet en Lon van Alst in hun thuistenue in 2019. Foto: Henk Lammen

Joni: ‘We vinden elkaar makkelijk in het veld en weten van elkaar wat we fijn vinden en wat niet.’ ‘Maar napraten in de auto op de terugweg en thuis analyseren, vinden we minstens zo leuk’, vult Lon aan. ‘Soms gaat het tijdens het hele weekend alleen maar over hockey thuis. Onze moeder wordt daar wel eens gek van.’

Dat de zusjes Van Alst het eigenlijk altijd goed met elkaar voor hebben, blijkt ook wel uit het feit dat ze naar eigen zeggen weinig kritiek hebben op elkaar. Joni: ‘Soms geven we tips, maar dan vragen we eerst of het goed is of we met wat opbouwende feedback komen.’ Lon: ‘We maken vooral lol. Doordeweeks studeren we dus dan is een training of een wedstrijd een momentje om met z’n vieren te zijn.’

Teammama

Wat studeren betreft, kozen de zusjes niet allemaal hetzelfde pad. Lon (Healthcare Policy, Innovation & Management) en Tess (Gezondheidswetenschappen) zitten vijf kwartier zuidelijker in Maastricht. Daar wonen ze dan wel samen. Joni (Rechten) en Jet (Business Administration) studeren in Nijmegen en wonen op één kilometer afstand van elkaar. Lon, die als net 22-jarige de op één na oudste van de ploeg is: ‘Vanwege de reistijd sla ik de dinsdagtraining over. Dan loop ik hard of ga ik naar de sportschool. Op vrijdag ben ik er wel bij en dan blijf ik tot en met zondag in Venray.’ Tess: ‘Ik probeer wel altijd mee te doen. Rennen vind ik niet zo leuk. Bovendien vind ik het gezellig om Jet en Joni dan te zien en heel veel bij te kletsen tijdens de training.’

Los van de gezelligheid draaide Venray het afgelopen seizoen met een zesde plek prima mee in de Derde Klasse. Gerjan: ‘Sinds vorig jaar hebben we ook een betaalde trainer-coach, Paul van de Geyn. Sindsdien bemoei ik mij bewust niet meer met de wedstrijden, maar regel ik op de achtergrond van alles. Ik ben een beetje de teammama. Voor komend jaar hebben we de ambitie om in de top drie te eindigen.’

Joni, Jet, Tess en Lon van Alst met hun vader en ’teammama’ Gerjan

‘Dat is wel een gevaarlijke uitspraak’, aldus Joni.  ‘Vorig jaar hadden we de meeste doelpunten vóór van alle teams; zelfs evenveel als die van de nummers één en twee samen. Maar we kregen dus ook veel tegendoelpunten. Uitslagen als 6-6, 8-7, 11-0 en 5-4 zijn normaal voor ons.’

Bijna gezwicht voor Nijmegen

Waar haar zusjes de drijvende krachten op het middenveld zijn, ontwikkelde Joni zich de afgelopen jaren tot de goaltjesdief van het Venrayse damesteam. Met maar liefst 41 doelpunten op haar naam was ze de absolute topscorer van haar team – en misschien wel van de gehele Derde Klasse. Ook in het oefenduel tegen Civicum afgelopen zondag kwamen de drie goals van Venray allemaal op haar naam. Het is dan ook niet verwonderlijk dat Nijmegen, net gedegradeerd uit de Promotieklasse, aasde op de middelste van de vier.

Joni: ‘Uiteindelijk heb ik er toch voor gekozen om bij Venray te blijven. Het was een moeilijke keuze, maar ik vind het zo gezellig in ons team.’ ‘Dat past ook wel bij de filosofie van de club’, voegt Gerjan toe. ‘We zullen nooit echt hoog spelen, maar doen het met de Derde Klasse voor Venray op dit moment hartstikke goed. Maar lol en gezelligheid staan altijd voorop. Daarmee kom je vaak verder.’

En wat nu als bijvoorbeeld Joni alsnog overstapt of Lon voor een tweede master naar Rotterdam vertrekt? ‘Dan ga ik heel hard huilen’, lacht Tess. Vader Gerjan: ‘Het samen spelen, geeft een extra band. En natuurlijk vinden we het ook heel gezellig dat ze van vrijdag- tot en met zondagavond allemaal thuis in Venray zijn.’

Zijn vier dochters knikten instemmend. Lon: ‘We weten niet hoe het er volgend jaar uit gaat zien, maar voor nu zijn alle trainingen, wedstrijden, nabesprekingen in de auto en thuis en het samen treinen een feest.’

En moeders? ‘Die zorgt voor de was’, lacht Jet. ‘En ze probeert er elke thuiswedstrijd bij te zijn. Stiekem vindt zij het natuurlijk ook gewoon heel leuk dat we zo hockeygek zijn met z’n allen.’


Wat vind jij? Praat mee...