Doelpunt van het Jaar-winnaar: ‘Mensen gek maken en panna’s uitdelen’

Met een wereldactie en een schot in de netten kroonde Neil Stronach Hardy (12) – speler van Pinoké onder 14 – zich vorige week tot de maker van het Auping Doelpunt van het Jaar. Een titel die hij het komende seizoen met trots draagt: ‘Ik vind het écht supercool.’ 

Eigenlijk had Neil helemaal geen tijd voor een interview. De maker van het doelpunt van het jaar was namelijk druk bezig met buitenspelen. Zijn favoriete activiteit. De twaalfjarige is praktisch altijd buiten te vinden, vaak met een hockeystick en bal. Op de velden van Pinoké, of in zijn eigen achtertuin in Amstelveen. 

Snel terug naar de desbetreffende zaterdag in mei van dit jaar. De dag van hét doelpunt. Neil speelde met zijn team tegen Roomburg. De Steekneusjes wonnen met 8-3, maar het hoogtepunt kwam van de stick van Stronach Hardy. Hij blikt zelf nog even terug. ‘Ik kan het me nog precies herinneren. Het was een spannend moment. Ik besloot een actie te gaan maken. Dat doe ik eigenlijk het liefst. Puur op techniek. Het was een soort oefening op de training, maar dan heel snel.’

 

Het was een heel succesvolle oefening. Neil slalomde voorbij een handvol Roomburg-verdedigers en sloeg daarna met zijn forehand op goal. Van de acht treffers van die dag was dit de allermooiste, vonden ook zijn teamgenoten. ‘We hebben met het hele team besloten om dit doelpunt in te zenden voor het Auping Doelpunt van de Week. Ik vond het al supervet dat ik weekwinnaar werd. Deze uitkomst is echt supersupercool.’

‘Mensen gek maken en panna’s uitdelen’

Het Pinoké-talent ging vorig seizoen een jaar eerder naar de C’tjes. Zo hockeyde hij naar eigen zeggen met en tegen spelers van ‘zeker vijf koppen groter.’ Maar dat is volgens Neil de verklaring van zijn verfijnde techniek: ‘Tegen zulke grote jongens moet ik het niet van mijn fysieke duels hebben. Ik moet er omheen pielen.’

Bij Pinoké kennen ze Neil inmiddels wel. Van kleins af aan loopt hij al op de club rond. Met hockeyende ouders en broer was de keuze voor hockey een heel makkelijke. Hij kreeg toen hij net kon lopen al een hockeystick in zijn handen geduwd. Hij traint de zesjarigen op de club en spijkert daar hard aan de techniek van de jonkies. ‘Dat kan ik ze goed bijbrengen, want het is een van mijn beste dingen. Daar oefen ik veel op. Ik vind het heerlijk om mensen in het veld een beetje gek te maken. Panna’s uit te delen.’

Marlon, Miles en Jorrit

Neil is een echte hockeygek. Hij kijkt veel filmpjes – vooral van shoot-outs – op internet, heeft zich verdiept in zijn rugnummer (14), las het boek van Teun de Nooijer en is iedere week trouwe supporter van Heren 1 van Pinoké. ‘Mijn grootste voorbeeld is Marlon Landbrug. Het is supercool om zijn techniek te zien. Miles Bukkens vind ik ook heel cool. Ik ken ze ook best wel goed. Jorrit Croon is ook wel een van mijn favoriete spelers. Maar… hij zit bij Bloemendaal.’

Zelf droomt hij van een carrière bij Pinoké. En je verwacht het niet: Oranje. ‘Dat is mijn droom en daar werk ik ook hard voor. Ik ga naar de middelbare school en heb gekozen voor tweetalig onderwijs. Als ik later international ben, moet ik goed Engels kunnen spreken.’

Zijn prijs voor zijn titel ontvangt hij binnenkort. Een nieuw bed. Maar of -ie er eentje nodig had? ‘Ach, mijn broertje krijgt nu mijn bed. Hij is een geluksvogel. Dat is namelijk een heel groot bed voor een jongetje van vijf jaar oud.’


Wat vind jij? Praat mee...