Siegfried Aikman: ‘Clubs moeten eigen jeugd meer kansen geven’

Jaren coachte hij in de Hoofdklasse en Overgangsklasse, maar Siegfried Aikman staat nu inmiddels al voor het derde jaar aan het roer bij Amersfoort, dat uitkomt in de Eerste Klasse. Hij bouwt aan een nieuw Heren 1: 13 jongens kwamen vorig jaar over uit de A-jeugd. ‘Juíst dit is voor mij een fantastische uitdaging. Clubs investeren zoveel in de jeugdopleiding: dan moet je die jongens ook een kans geven. Zelfs als dat betekent dat je in het begin even niet op zo’n hoog niveau uitkomt.’

Geduld. Dat ontbreekt eraan bij veel clubs, vindt Aikman. ‘Er wordt zoveel geïnvesteerd in jeugdopleidingen. Maar bieden grote clubs hun jeugd perspectief? Nauwelijks. Soms stromen er vanuit de jeugd maar één of twee spelers door naar Dames of Heren 1. Dat vind ik een grof schandaal.’ Beter kunnen verenigingen het even voor lief nemen dat er misschien in het begin niet het beste team staat, of dat er niet op het hoogste niveau wordt gespeeld, vindt hij. ‘Je bouwt aan een team. Het is een kwestie van willen investeren.’

Piepjong team

Precies dat is Aikman nu aan het doen met Amersfoort Heren 1, dat vrijwel volledig bestaat uit jonge jongens. ‘Als je 22 bent, is dat in ons team nu heel oud’, lacht hij. Gemakkelijk is het niet, om met zo’n piepjong team te starten. In de bekerwedstrijd tegen Leusden ging Amersfoort er gisteren met 4-1 af. ‘We spelen nog te veel jeugdhockey. Combineren wel, maar dwingen weinig kansen af. Die killermentaliteit missen we.’ Aikman zag zijn team na een beroerde eerste helft wel een sterke tweede helft spelen. ‘Ze knokken zich terug, komen sterk uit de kleedkamer. Dat zegt mij heel veel.’

Amersfoort staat momenteel elfde, één-na-laatste dus, in de Eerste klasse. ‘We willen als vierde of vijfde eindigen’, formuleert Aikman zijn ambitieuze doelstelling. ‘Het staat allemaal niet zo ver van elkaar af, dus dat kan zeker.’ Dit is een groei-jaar voor Amersfoort. Aikman verwacht geen grote dingen. ‘We maken stappen, zodat Amersfoort binnen een paar jaar weer een stabiele Overgangsklasser wordt’, stelt hij vastberaden.

Eigen jeugd

‘Eigen jeugd’ is daarin het keyword. ‘Iedereen wil hoog hockeyen, maar als je veel eigen jeugd inpast moet je geduld hebben. Het bestuur deelt die visie, dus zo houden we vast aan een plan. Jongens uit de eigen regio. Iedereen krijgt kansen, iedereen speelt. Van op de bank zitten wordt je niet beter.’ Aikman wil uiteindelijk zelf terugtreden als coach en dat aan zijn assistent overdragen. ‘Dan kan ik er meer van een afstand naar kijken en me veel bezighouden met de jeugdopleiding.’ Bij Amersfoort, de stad waar hij zelf ook woont, gaat hij niet meer weg, vertelt hij.

‘Niet weer hetzelfde kunstje’

‘Ik heb alles gedaan. Op alle niveaus gecoacht en getraind. Als ik dat nu opnieuw ga doen, zeg op een hoger niveau dan nu, dan wordt dat hetzelfde kunstje. Een herhaling van zetten. Dat wil ik niet.’ Waar hij nu mee bezig is bij Amersfoort geeft hem nieuwe energie. ‘Juist dit is voor mij een fantastische uitdaging. Ik hoop dat we met het inpassen van jeugd een voorbeeld kunnen zijn voor andere clubs.’