Drie tips van Kelly Hoyng-Jonker om een cirkelkiller te worden

Het is vandaag precies vijftien jaar geleden dat goaltjesdief Kelly Hoyng-Jonker haar eerste doelpunt in de Hoofdklasse Dames maakte. Vanaf dat moment ontwikkelde de Amstelveense zich gestaag tot een van de gevaarlijkste goaltjesdieven die het mondiale vrouwenhockey heeft gekend. Wij vroegen haar om drie gouden tips die hockeyers kunnen gebruiken om net zo’n legendarische cirkelkiller te worden als zij.

Op 5 november 2006 belandde de naam Kelly Jonker voor het eerst als doelpuntenmaker op het wedstrijdformulier van een Hoofdklassewedstrijd. ‘Het was in een thuiswedstrijd van Amsterdam tegen Nijmegen’, herinnert de inmiddels 31-jarige aanvaller zich als we haar spreken. ‘Veel meer weet ik er niet van, haha. Ik speelde in die tijd in MA1 van Amsterdam en mocht ook met Dames 1 meespelen.’

Al 217 keer raak

Dat Hoyng-Jonker in de jaren erna steeds meer naam voor zichzelf maakte, dankt ze aan haar neusje voor de goal, haar gevoel voor de juiste positie in de cirkel en haar balgevoel. Na vijftien jaar tophockey – in 2019 een jaar onderbroken door haar zwangerschap – staan er inmiddels 217 doelpunten op het hoogste niveau achter haar naam: 149 in haar clubloopbaan voor Amsterdam (133) en Pinoké (zestien) en 68 in haar tijd als Oranje-international.

Hoe word je zo’n goaltjesdief als zij? Hoe kun je ervoor zorgen dat je net op het juiste moment in de vijandige cirkel het laatste tikje kan geven aan de bal of de keeper met een onhoudbare tip-in kunt verrassen? Hoyng-Jonker komt met drie tips die je hierbij kunnen helpen.

1. Timing en positionering

Hoyng-Jonker: ‘Je moet er als cirkelspits voor zorgen dat je de ruimte waar je uiteindelijk de bal wilt ontvangen open laat. Je ziet veel spelers constant lange loopacties maken door de cirkel, maar het is juist de kunst om dat niet te doen. In de cirkel moet je rust hebben, geen chaos. Anders word je zelf ook onrustig. Zoek een plek in de cirkel, blijf daar en laat de ruimte open waar je aan de bal wilt komen. Ik sta zelf best veel stil in de cirkel. Dat lijkt gemakkelijk te verdedigen maar dat is het niet. Met een korte, snelle loopactie kun je aan de bal komen en je directe tegenstander verrassen.’

Als een roofdier bereidt Kelly Jonker-Hoyng zich in de cirkel van Oranje-Rood vanuit stilstand voor op een van haar kenmerkende loopacties. Foto: Willem Vernes

2. Afspraken met teamgenoten

‘Als cirkelspits ben je volledig afhankelijk van de ballen die je krijgt. Het contact met je teamgenoten is dus erg belangrijk. Maak onderling afspraken over hoe je aangespeeld wilt worden en waar je de bal het liefst wilt ontvangen. Het lijkt overdreven, maar dat is het niet. Bij een aanvallende strafcorner maak je als team ook samen afspraken. Hoe beter de spelers die naleven, hoe groter de kans op succes.

Er moeten bepaalde automatismen en patronen ontstaan in de manier van aanvallen. Als cirkelspits is het uiteraard ook belangrijk om te weten wat je moet doen bij een cirkelpenetratie van je teamgenoot. Waar ga je staan als je medespeler vanaf de zijkant de cirkel binnenkomt? En wat is je positie als iemand door het midden komt? Allemaal zaken waarover je met elkaar in gesprek moet om de kans op een goede uitvoering te vergroten. Bang voor de bal hoef je niet te zijn. Natuurlijk kun je wel eens een tik krijgen, maar de kans dat je de bal op je lichaam krijgt bij een harde voorzet is eigenlijk heel klein. Bovendien heb je vaak tijd genoeg om weg te duiken, zolang je maar goed naar de bal blijft kijken.’

 

Dit bericht op Instagram bekijken

 

Een bericht gedeeld door OranjeHockey (@oranjehockey)

3. Geduld en vertrouwen

‘Er zijn altijd fases in een seizoen dat de doelpunten uitblijven. Dan moet je kunnen terugvallen op het vertrouwen dat je hebt getankt tijdens de trainingen. Maak je training daarom altijd belangrijk. Zorg dat je met focus speelt. Tijdens de training krijg je lekker veel ballen in de cirkel en kun je het maken van doelpunten heel vaak oefenen. Daar moet je de basis leggen voor je wedstrijden, waarin je vaak maar een paar kansjes krijgt.

Ik ben zelf de spitsentrainer van de eerstelijns A- en B-teams van Pinoké en daar bouwen we ook altijd een kwartiertje in om lekker op goal te schieten vanuit alle hoeken. Daar kweek je vertrouwen mee en daarom hoef je ook niet in paniek te raken als het even niet lukt. Gewoon rustig blijven. Geduldig je taak uitvoeren en de afspraken nakomen. Als spits is je vorm nu eenmaal iets ongrijpbaars: de ene keer lukt niets, de andere keer vliegt elke bal erin.’


Wat vind jij? Praat mee...