Geen haast met Yibbi Jansen, zegt Oranje-Rood-coach Toon Siepman

Toen het Nederlands elftal afgelopen week aan de voorbereiding begon richting de Hockey World League in Nieuw-Zeeland, dwaalden de gedachten bij hockeyliefhebbers toch even uit naar de zeventienjarige strafcornersensatie Yibbi Jansen van Oranje-Rood. Maar volgens coach Toon Siepman is het nog te vroeg voor het grote Oranje.

‘Je moet oppassen met dat soort dingen. Kijk hoe Roos Drost is binnengekomen. Die zien we niet meer terug. Ginella Zerbo. Maria Verschoor. Die is weer teruggekomen, maar ze zijn allemaal snel gebracht. Het heeft tijd geduurd voordat ze daar overheen zijn gekomen’, zegt de ervaren coach Toon Siepman (64), die in zijn lange carrière menig talent de revue heeft zien passeren.

Haast is er niet bij Jansen en Siepman – dochter van oud-international en keeper Ronald Jansen. Want Jansen gaat al pijlsnel. Ze scoorde afgelopen seizoen twintig keer in de Hoofdklasse. ‘De geleidelijke weg is goed voor haar, tenzij ze er per se aan toe is. Maar ze speelde een half jaar geleden nog in Nederlands A, dus je moet oppassen dat je niet opportunistisch bezig bent. Er is voor haar tijd genoeg. Je moet voorzichtig met haar zijn. Ook fysiek.’

Coach Toon Siepman met de hockeysters van Oranje-Rood. Foto: Orange Pictures/Jeroen Meuwsen

Het meisje met de witte zweetband en rugnummer 15 weet precies waar ze mee bezig is

Voor een zeventienjarig is Jansen lekker stellig. Net zoals ze stellig was toen ze vorig jaar van landskampioen Den Bosch een stapje lager ging naar Oranje-Rood, omdat ze daar harder zou kunnen groeien dan bij het Bossche sterrenensemble, waar ze afgelopen seizoen ook nog strafcornerspecialist Maartje Paumen voor zich zou moeten dulden op de kop van de cirkel. Jansen: ‘Ik heb er niet over nagedacht dat ik er nu bij zou kunnen. Het is nu nog te vroeg. Ik zal nog veel moeten verbeteren om daar te komen, maar uiteindelijk zou ik heel graag aansluiten. Ik probeer stapje voor stapje dichterbij te komen. Het Nederlands elftal is uiteindelijk mijn droom.’

Jansen is altijd herkenbaar aan haar witte zweetband om haar hoofd. Het is elke keer weer verbazingwekkend om te zien hoeveel snelheid de pezige en tengere Jansen met haar lichaam genereert als ze op het goal pusht. In de met 3-0 gewonnen wedstrijd tegen Bloemendaal mag Jansen twee keer de strafcorner slepen. De eerste poging, links laag, wordt gered. De tweede gaat mooi hoog, maar wordt met de stick gepakt.

‘Goede push. Goede push’, zegt coach Siepman op vaderlijke wijze na de tweede poging. De man die van de strafcorner een studie heeft gemaakt en anderhalf uur per week met Jansen traint op haar specialiteit, vond dat zijn groeibriljant het goed deed. Haarfijn legt hij uit: ‘Wij spreken altijd van tevoren af waar hij heen gaat en dan beoordeel ik haar push. De eerste wordt via de binnenkant van de legguards gestopt. Dat was een goede push. Die andere was met de stick mooi gestopt. Voor hetzelfde geld gaat er wel een in van de twee.’ Siepman vindt dat Jansen goed bezig is. Het talent krijgt in ieder geval alle ruimte in Eindhoven om verder te groeien.

De dynamische Yibbi Jansen aan de bal in de competitiewedstrijd tegen Bloemendaal. Foto: Orange Pictures/Jeroen Meuwsen

‘Het is al heel wat dat ze bij ons centraal op het middenveld speelt. Het is belangrijk dat ze nu fouten mag maken. Op deze positie kan ze experimenteren hoe ze ballen aan moet nemen. Leren herkennen waar haar tegenstanders zijn. Dan kunnen we kijken wanneer ze de volgende stap kan maken.’

Jansen zelf zal de laatste zijn die claimt dat ze in Oranje moet spelen. ‘Ik heb een heel mooi EK gehad in Valencia, in mijn eerste jaar met Jong Oranje. Dat was al leuk en spannend. Ik moet laten zien dat ik ooit in Nederlands elftal kan spelen. Maar het heeft geen zin om daar veel over na te denken. Ik moet gewoon lekker hockeyen en beter worden. Wie weet komt het dan.’