Koning: ‘Bij de goal lieten we ons de kaas van het brood eten’

Voor het eerst dit seizoen hield de verdediging van Den Bosch – zondagmiddag in de verloren topwedstrijd tegen Amsterdam (0-1) – geen stand. Waar in dit bewogen hoofdklassejaar nog geen speelster in was geslaagd, lukte Noor de Baat wel: scoren tegen keepster Josine Koning.

De laatste keer dat Den Bosch in een hoofdklassewedstrijd een tegendoelpunt kreeg, was bijna tien maanden geleden, op 8 maart 2020. Doelpuntenmaakster toen was Ilse Kapelle, ook al van Amsterdam, de ploeg die in het tactisch steekspel met Den Bosch de sleutel lijkt te hebben gevonden. Van de laatste zeven onderlinge ontmoetingen, inclusief play-offs en EHCC, wonnen de Bosschenaren niet één keer. Hun laatste zege op Amsterdam dateert alweer van 12 mei 2018. Dat was in de finale van de play-offs (1-4), toen dat nog voor de hoofdstedelingen een haast traumatische nederlaag was.

Amsterdam-aanvaller Fay van der Elst stuit op keepster Josine Koning, die op dat moment het hele seizoen nog geen bal had doorgelaten. Foto: Willem Vernes

 

Nu kreeg Amsterdam de haast onklopbare verdediging van Den Bosch op de knieën. Het was de 46ste minuut toen Noor de Baat vanuit de draai een schot op doel afvuurde. Het was een bal die niet hard genoeg was om tegen de touwen te vliegen. Geen teamgenoot stond bovendien in de buurt voor de tip-in. Maar de bal ketste af op de stick van Margot van Geffen. Pardoes rolde hij over de lijn in het doel van Koning.

Dit zijn de wedstrijden waar je lang voor traint en waar het om gaat. Daarin wil je geen suf tegendoelpunt krijgen.

 

‘Het was een van die momenten waarop we niet scherp waren. We lieten ons hier de kaas van het brood eten. Dat mag – zeker in een wedstrijd als dit – niet gebeuren’, zegt de 25-jarige keepster van het Nederlands elftal, die na afloop altijd een realistische kijk op de wedstrijd heeft. Indien nodig spaart ze daarbij ook zichzelf niet.

‘Omdat de bal van richting veranderde, stond ik in de verkeerde hoek. Ik denk dat ik langer had kunnen wachten met het maken van een keuze. Ik moet de beelden nog terugzien. Het was in ieder geval een suf moment. Dit zijn de wedstrijden waar je lang voor traint en waar het om gaat. Daarin wil je geen suf tegendoelpunt krijgen. In een finale mag dat ook niet gebeuren.’

Als ter sprake komt dat het doelpunt haar eerste tegengoal van het seizoen is, begint ze te lachen. ‘Het is er nog steeds maar eentje. Daar mogen we trots op zijn. Maar het is wel een leerpunt. Ik hoop dat we er wat mee doen.’


Wat vind jij? Praat mee...