Noor de Baat wil constanter worden: ‘Parijs 2024 is mijn doel’

Als de Hoofdklasse Dames op 31 januari wordt hervat, staat ons meteen een heerlijk topduel te wachten. Koploper Den Bosch neemt het dan thuis op tegen Amsterdam. In het spoor van de Bossche formatie, die in de reguliere competitie alweer 31 wedstrijden op rij ongeslagen is, bouwt ook Amsterdam aan een fraaie reeks. ‘Je ziet nu in de voorbereiding alweer mooie dingen ontstaan’, constateert middenvelder Noor de Baat tevreden.

Drie oefenwedstrijden speelde de ploeg van trainer/coach Robbert Tigges deze maand, en gestaag groeien de speelsters weer naar de vorm van enkele maanden terug, toen Amsterdam samen met Den Bosch het hockeyseizoen in ongeslagen status op pauze moesten zetten. In de eerste zeven wedstrijden verspeelde het team van Tigges maar twee punten. Bovendien was Amsterdam met dertig doelpunten het best op schot van alle clubs in de Hoofdklasse Dames.

Al 490 dagen ongeslagen

De twintigjarige Noor de Baat, bezig aan haar vierde seizoen in de hoofdmacht van de Amsterdammers, moet lang en hard nadenken op de vraag wanneer ze met haar teamgenoten voor het laatst een reguliere competitiewedstrijd verloor. Uiteindelijk moet ze het antwoord schuldig blijven. Op 29 september 2019 ging de ploeg voor het laatst over de knie bij een tegenstander: 2-1 op het veld van Oranje-Rood. Daarna volgden veertien zeges en zes gelijke spelen.

‘Het is heerlijk dat we sinds twee weken weer met de hele groep kunnen trainen om die draad weer op te pakken’, zegt De Baat, die afgelopen week een tandje moest terugschakelen vanwege een lichte scheenbeenblessure. ‘Eindelijk kunnen we weer met zijn allen duels aangaan en in partijvorm spelen. In de afgelopen weken zag je in het team alweer mooie dingen ontstaan, met name qua samenspel in onze aanvalsopbouw. Daar moeten we de komende weken nog verder aan werken.’

Noor de Baat (rechts) in duel met Den Bosch-spits Frédérique Matla tijdens de onderlinge wedstrijd van 2018. Foto: Koen Suyk

De Baat houdt zich op de vlakte als het gaat om de favorietenrol in de te verwachten titelstrijd met Den Bosch en SCHC. Je zult uit haar mond niet horen dat Amsterdam wel eventjes de titel zal pakken. ‘De verschillen tussen die twee teams en ons zijn klein, de kwaliteiten liggen dicht bij elkaar’, zegt ze. ‘Wij staan er goed voor. Als we blijven werken aan het teamspel in opbouw en ook optimaal voor elkaar blijven werken in niet-balbezit, dan zijn we op ons best.’

Rol als verbinder

In dat spel heeft De Baat ondanks haar nog jonge leeftijd een rol als verbinder. In haar eerste seizoen bij Amsterdam (2017-2018) viel ze nog op door haar zes doelpunten, maar in de seizoenen daarna is haar bijdrage aan het team wat veranderd. De Baat: ‘Ik ben inderdaad meer verdedigender gaan spelen, maar wil wel graag aanwezig blijven in het veld. Ik ben in mijn element als ik de verbinding kan zoeken met teamgenoten, in het snelle combinatiespel van give-and-go.

Noor de Baat tijdens het EK Zaalhockey van 2020 in Minsk, waar ze werd uitgeroepen tot Talent van het toernooi. Foto: Willem Vernes

De progressie die De Baat de komende jaren bij Amsterdam wil boeken, moet haar uiteindelijk aan een plek in het grote Oranje helpen. Als selectielid van Jong Oranje trainde ze de afgelopen maand drie keer per week met als extraatje een onderlinge wedstrijd op zondag, allemaal ter voorbereiding op het WK in Zuid-Afrika later dit jaar. Het ultieme doel is echter doorbreken bij de Oranje Dames en deelname aan de Olympische Spelen van Parijs in 2024, een toernooi dat dichterbij is dan het klinkt.

‘Ik heb vorig jaar als eens mogen proeven van het trainen bij Oranje, toen ik bij de trainingsgroep zat. Dat was een erg mooie ervaring. Ik wil er alles aan doen om er in Parijs bij te zijn. Maar daarvoor moet ik eerst bij Amsterdam nog meer een vaste waarde worden en heel belangrijk zijn voor het team. Dat ben ik nu nog niet voldoende. Ik moet stabieler en constanter worden.’

Passie voor de piano

Er is in elk geval één terrein waar De Baat de afgelopen maanden al flinke progressie heeft geboekt. Door corona en het wegvallen van het haar zo geliefde zaalhockey heeft ze extra tijd kunnen steken in het pianospel. In haar ouderlijk huis staat nog steeds de piano waar ze als klein meisje al op pingelde.

‘Ik zat vroeger op pianoles, maar de laatste jaren heb ik niet veel meer gespeeld. Als ik nu weer thuiskom bij mijn ouders vind ik het leuk om het weer op te pakken. Ik oefen dan net zo lang totdat ik een heel nummer uit mijn hoofd kan spelen, zoals de muziek van Amélie van de Franse componist Yann Tiersen. Maar verder dan dat reiken mijn ambities niet hoor, ik doe het gewoon voor de lol.’

 

Dit bericht bekijken op Instagram

 

Een bericht gedeeld door Noor de Baat (@noordebaat)


Wat vind jij? Praat mee...