Yibbi Jansen: ‘Zou mooi zijn als Oranje op mijn pad komt’

Sinds de winterstop maakt Yibbi Jansen een stormachtige ontwikkeling door. Door haar drie goals afgelopen zaterdag tegen Hurley staat de zeventienjarige middenvelder van Oranje-Rood met negentien doelpunten gedeeld eerste op de topscorerslijst, samen met Maartje Paumen. Afgelopen zondag viel bij Ziggo Sport voorzichtig het woord ‘Oranje’ al.

Alyson Annan was zondag te gast in het tv-programma Hoofdklasse Hockey. Verslaggever John van Vliet vroeg haar naar haar mening over de ontwikkeling van Jansen. Annan erkende dat het talent zich goed ontwikkelt, maar wilde vanwege haar functie als bondscoach niet al te veel uitspraken over haar doen, om niet te veel druk op Jansen te leggen.

Pas net in Jong Oranje

‘Ik heb het gezien’, zegt de dochter van oud-keeper Ronald Jansen via de telefoon. ‘Het zou mooi zijn als Oranje op mijn pad komt. Het is mijn doel om ooit in het Nederlands elftal te spelen, dat is ook één van de redenen waarom ik van Den Bosch naar Oranje-Rood ben gegaan. Maar ik ben pas net overgestapt van Nederlands Meisjes A naar Jong Oranje. Mijn ontwikkeling gaat stap voor stap.’

‘Bovendien moet ik ook reëel zijn. Het is niet zo dat ik nu iedere week drie keer zal scoren. Straks komt er heus wel weer een periode waarin ik minder doelpunten maak. Dat besef ik maar al te goed. Ik probeer me niet gek te laten maken en kritisch op mezelf te blijven. Ik moet bijvoorbeeld harder pushen. Daarnaast wil ik mezelf als middenvelder ontwikkelen. Ik wil sterker worden en moet vaker vooruit durven te spelen.’

Yibbi Jansen (Oranje-Rood) heeft tegen Kampong gescoord en viert het met haar teamgenoten Marlena Rybacha en Daphne van der Velden. (c) Koen Suyk

 

Geoefend tegen de Oranje Dames

De afgelopen weken mocht Jansen, die afgelopen zomer met zeven doelpunten topscorer was op het EK onder 18 in Cork, toch al voorzichtig ruiken aan het Nederlands team. Met Jong Oranje speelde ze twee trainingswedstrijden tegen het grote Oranje, die ze allebei met ruime cijfers verloor. Eén keer in die twee wedstrijden stond Jansen klaar om een strafcorner te nemen. Helaas voor haar werd de bal niet goed gestopt en was haar kans verkeken. Afgelopen dinsdag speelde Jansen met Jong Oranje tegen Maleisië en maakte ze haar eerste doelpunt voor Jong Oranje alsnog. In de met 4-0 gewonnen wedstrijd zag ze haar sleeppush op de uitloper belanden, waarna ze in de rebound raak schoot.

Het gaat de laatste weken erg snel met Jansen, die begin maart in de Hoofdklasse nog op vier goals stond, tien achter toenmalig koploper Caia van Maasakker. In de zeven wedstrijden daarna scoorde ze maar liefst vijftien keer, waarvan elf goals in de laatste vier duels. ‘Ik had na mijn overstap van Den Bosch naar Oranje-Rood zelf ook niet verwacht dat het al zo snel zó goed met me zou gaan. Vooral de laatste weken heb ik veel doelpunten gemaakt’, zegt Jansen. ‘Op de club is iedereen erg enthousiast. Ik krijg veel reacties, soms op momenten dat ik ze helemaal niet verwacht. Laatst liep ik met een paar vriendinnen in de stad en kwam ik iemand tegen die in de verte familie van me is. ‘Het gaat goed met je hockeycarrière, hè?’, zei hij. Ik had helemaal niet verwacht dat hij het zou weten. Zulke reacties vind ik erg leuk om te krijgen.’

 

Jansen is sterker geworden en heeft haar techniek verbeterd

Wat is er gebeurd waardoor de strafcorner van Jansen in de tweede seizoenshelft veel effectiever is? In de winterstop heeft ze flink gesleuteld aan de details die ervoor zorgen dat haar strafcorner onhoudbaar is of juist net niet. Zo heeft ze allereerst met haar teamgenoten van Oranje-Rood veel aan krachttraining gedaan. Daardoor, stelt ze, zijn haar armen en bovenbenen sterker geworden en kan ze harder pushen. ‘Het is niet zo dat ik nu opeens veel meer spierballen heb, maar ik ben wel sterker geworden.’

Daarnaast heeft Jansen in de winterstop veel aan haar techniek gewerkt. Drie kwartier voor iedere training stond ze al met haar coach en strafcornergoeroe Toon Siepman op het veld om de puntjes op de i te zetten. ‘Ik heb veel getraind op de manier waarop ik de bal meeneem. Dat doe ik nu veel beter dan voor de winterstop. Toen trainde ik daar ook al op, maar was het de zondag daarna misschien nog niet terug te zien. In de winterstop heb ik maandenlang op mijn techniek kunnen trainen. Nu lijkt alles op z’n plek te vallen.’

Vreugde bij Yibbi Janssen na het winnen van de landstitel met Den Bosch vorig jaar. (c) Koen Suyk

 

‘Haar huidige vorm hoeft niet iets structureels te zijn’

Meegaan in de hype rondom Jansen, zoals hij het zelf noemt, wil Siepman niet. ‘Iedereen heeft het nu over Yibbi: Ziggo, het Eindhovens Dagblad, Omroep Brabant, hockey.nl, noem maar op. Ik doe daar niet aan mee. Yibbi is pas zeventien jaar en heeft dit jaar een overstap naar een nieuwe club gemaakt. Dat ze de laatste wedstrijden vaak heeft gescoord, zegt niets over het proces waarmee we bezig zijn. Misschien is haar huidige vorm een incident en niet iets structureels. Het zou zomaar kunnen dat het straks weer minder goed met haar gaat. Twee centimeter kan het verschil maken tussen een doelpunt en geen doelpunt.’

Logischerwijs wil Siepman niet te veel druk leggen op het grootste talent uit zijn ploeg. Toch is hij niet van mening dat hij de taak heeft om die druk uit haar hoofd te praten. ‘Ik ben geen trainer die tegen haar zegt dat ze rustig moet blijven en gewoon haar ding moet doen. De hele hockeywereld legt haar die druk toch wel op. Bovendien hebben we bij Oranje-Rood een mental coach die goed in de gaten houdt wat er in het hoofd van Yibbi omgaat.’

Terug naar Den Bosch?

Vorig seizoen moest Jansen bij Den Bosch onder meer Maartje Paumen voor zich dulden, de speelster met wie ze nu de eerste plaats in de topscorerslijst deelt. Komend seizoen speelt Paumen niet meer voor Den Bosch, maar voor Royal Antwerp uit België. ‘Voor Yibbi is een terugkeer altijd mogelijk’, liet toenmalig bestuurslid Tophockey bij Den Bosch, Mijntje Nierman-Donners, vorig jaar weten toen Jansen haar vertrek naar Oranje-Rood aankondigde. Maar van een rentree wil Jansen vooralsnog niets weten. ‘Ik heb het erg naar mijn zin bij Oranje-Rood. Ik zie nu geen reden om terug te keren naar Den Bosch.’


Wat vind jij? Praat mee...