Cox: ‘Ik ben rustiger geworden. Ik heb niet overal invloed op’

Alexander Cox – coach van Kampong en Jong Oranje – stond altijd bekend als heethoofd, maar was de afgelopen maanden langs de lijn rustiger dan ooit. 

Die coach die na de wedstrijd nog een minutenlange tirade kon houden tegen de scheidsrechters en dan briesend het veld afliep. Die coach die soms een nerveuze indruk maakte. Waar is die gebleven?

‘Ik ben rustiger geworden. Ik ben iemand die door schade en schande wijs word. Het is bij mij altijd trial and error. Net als met golfen. Veel trial en vooral véél error. Leren wat wel en wat geen zin heeft. Spelers ontwikkelen zich, en dat geldt ook voor coaches. Ik heb geleerd dat ik niet overal invloed op heb. Ik weet dat ik me nu druk moet maken om de dingen waar ik wél invloed op heb’, vertelt Alexander Cox (39) over dat leerproces. Vorig seizoen vanaf de winterstop benaderde hij zaken al specifiek anders, zegt hij zelf. Hij merkte dat zijn rustigere manier van doen werkte. Zelfs in de finale om de landstitel maakte hij in de rust nog een praatje alsof hij op dinsdagavond een oefenwedstrijd speelde.

‘Weet je wat ik mooi vond? Dat er een aantal mensen waaronder Peter Elders (hoofd commissie arbitrage KNHB, red.) naar me toekwam en me complimenteerde. Dat waardeerde ik. Zeker gezien het verleden, toen ik stevige discussies met ze heb gevoerd.’

Alexander Cox als assistent-coach bij Oranje in 2016. Foto: Koen Suyk

‘Topsport kun je niet relativeren. Dat is een snelkookpan van emoties’

De coach van Kampong en Jong Oranje – als weerbarstig talent bij Schaerweijde in Zeist vroeger al een vat vol emoties en een magneet voor gele en rode kaarten – heeft langzaam leren te relativeren. Dat is een enorm cliché, maar zo is het nou eenmaal, zegt de man die jarenlang assistent was bij het Nederlands Elftal van bondscoach Max Caldas, maar sinds dit jaar hoofdcoach is bij Jong Oranje. Als assistent van Caldas pakte hij met de Oranje Dames goud op de Olympische Spelen van Londen en het WK in Den Haag. ‘Een beter woord dan relativeren is er niet. Maar relativeren is juist moeilijk in ons vak. Topsport kun je niet relativeren. Dat is een snelkookpan van emoties. Maar ik heb geleerd dat ik niet alles zelf in de hand heb. Op een gegeven moment moeten die jongens het zelf doen. De omgeving verandert niet als ik me druk ga lopen maken. Ik heb tijdens al die spannende wedstrijden de afgelopen maanden geen enkele energie verspild aan zaken die geen bijdrage leverden aan ons resultaat. En het kostte me niet eens veel moeite. Ik zeg nu niet dat ik nooit meer uit de ban zal springen. Want dat zit in de aard van het beestje. Als ik het nodig vind om mijn emoties te laten zien zal ik dat niet nalaten’.

Er is ook een groot verschil tussen wat de buitenwereld ziet en wat zijn spelers meemaken, legt de coach uit. ‘Coachen is niet alleen wat er zondag tijdens een wedstrijd gebeurt. Wat er gedurende de hele week met het team, de staf en de spelers in de kleedkamer en tijdens trainingen gebeurt, is waar het vak om draait.’

Het trekken aan zijn team in de kleedkamer is iets waar hij bijna het hele seizoen mee bezig was. Toen Kampong eenmaal was veranderd in een vechtmachine en hij alles op de rit had, kon hij loslaten.

‘Het geloof bij die jongens in elkaar werd groter en groter. Dat had ik nog nooit zo in een elftal meegemaakt. Ik voelde het ook. Ik voelde alleen maar positiviteit. We hebben met veel agressie en passie gespeeld. Soms moet je dat er als coach in schoppen, maar dat hoefde in die weken niet meer. Ik wist dat het team strijdbaar was binnen de lijnen en zo speelden we ook. Ik kon daarom langs de kant extreem rustig zijn.’

Coach Alexander Cox (Kampong) met rechts Rotterdam-coach Albert-Kees Manenschijn. Foto: Koen Suyk

‘Met onze ballen spelen’

Aanvoerder Quirijn Caspers zag zijn coach de afgelopen vijf jaar rustiger worden. ‘Hij kwam als jonge coach bij ons. Ik heb me nooit zo aan dat felle gestoord. Die passie die hij heeft voor de sport werkt aanstekelijk en zorgt dat het er soms agressief of onbevangen uitziet. In de kleedkamer is hij nog steeds fel, naar de buitenwacht oogt hij rustiger.’

Toen Kampong werd uitgeschakeld in de achtste finale van de EHL, zag aanvoerder Caspers dat Cox de boel bij elkaar hield en het pad uitstippelde naar het op dat moment onmogelijke. ‘Wij zaten er toen doorheen. Maar hij was oprecht de eerste die heeft gezegd dat we kampioen konden worden. En hij zei het niet zomaar, maar hij meende het.’

Caspers geniet er juist van als Cox zegt waar het op staat en even alle systemen en tactieken links laat liggen. ‘Hij heeft het snel door als er te lang over tactiek wordt gepraat en spelers niet meer luisteren. Hij doet dan het tactiekbord weg en gaat vanuit z’n gevoel praten. Dan zie je in zijn ogen dat hij zo gepassioneerd is. Hij heeft toen letterlijk gezegd dat we met onze ballen moesten spelen.’ Cox voegde de daad bij het woord, toen hij het zei. Caspers lacht: ‘We hadden bij die bespreking een kindje zitten. Ik ben nog steeds benieuwd wat hij er allemaal van vond.’


Wat vind jij? Praat mee...