Een laatste gooi naar de titel, na vijf maanden zonder hockey

‘Bijna vijf maanden geen serieuze wedstrijd gespeeld, zo lang heb ik het nog nooit meegemaakt’, zegt middenvelder Jan Willem Buissant (29) van Amsterdam, die bezig is aan zijn laatste maanden als tophockeyer. Voor hem kwam de lange pauze juist wél goed uit. ‘Als uitzondering is dit een keer leuk, maar het kan eigenlijk niet elk jaar.’

Zondag 21 oktober speelde Amsterdam de laatste competitiewedstrijd, een teleurstellende 2-2 in de bosderby tegen Pinoké. Zondag 10 maart, bijna vijf maanden later, hervatten de Amsterdammers de competitie. Het WK in India en de wedstrijden van de Pro League zorgden voor een uitgerekte winterstop, die met deze lengte en deze jaargetijden bijna solliciteert naar een andere naam.

Zoals veel topclubs had Amsterdam een karige voorbereiding op de tweede seizoenshelft. Kampong had naar eigen zeggen twee dagen voorbereiding met de hele groep. Amsterdam beschikte over niet veel meer dagen met het hele team. Een buitenlandse winterstage zat er in ieder geval niet in, zoals Nederlandse topclubs tegenwoordig nooit happig zijn op buitenlandse trainingsstages. Hun spelers sparen zonder dat soort trips wel genoeg airmiles.

Soms stonden er vier spelers en een keeper op het veld

Amsterdam miste hun internationals Billy Bakker en Mirco Pruyser door de Pro League. Valentin Verga speelde competitie in Maleisië. Ondertussen deed Amsterdam serieus mee aan het zaalhockey. Dus stonden er een paar weken geleden soms vier spelers en een keeper op het veld, om zich met elkaar voor te bereiden op de tweede seizoenshelft, met assistent Jan Jorn van ’t Land als trainer. Want Graham Reid is als assistent-bondscoach en coach van Amsterdam ook aanwezig bij de Pro League.

‘Tom Hiebendaal, Justin Reid Ross, Rik van Kan en ik. Dat was het soms. Op zich hebben we het prima opgevangen. Je doet het met de middelen die je hebt’, concludeert oud-international Buissant, die het ook wel gewend is dat er bij Amsterdam vaak wordt getraind zonder internationals. Alleen maakten de omstandigheden het dit jaar wel erg bont. ‘Ik vond het als uitzondering wel leuk, maar niet geschikt om elk jaar te doen. Anders is de winter te lang en krijg je een competitie die te veel in elkaar gedrukt is.’

Jan Willem Buissant in actie. Foto: Willem Vernes

Afgelopen week bleven in de Ardennen op teamweekend de hockeysticks in de sticktas. Donderdagochtend speelde Amsterdam nog een laatste oefenwedstrijd tegen Pinoké. Zondag staat de kraker tegen Rotterdam op het programma, een confrontatie tussen twee ploegen die met een voorlopig vijfde en zesde plaats niet de eerste seizoenshelft beleefden die ze zich wensten. Ook de Rotterdammers kenden met al hun internationals een moeilijke voorbereiding.

Buissant blij met meteen een topwedstrijd

Toch is Buissant blij dat ondanks de sloppy voorbereidingen er meteen een topper op het programma staat in het Wagener Stadion. ‘Ik denk dat het juist wel lekker is. Je voelt meteen dat het ergens om gaat. Wij moeten ook wel. Bij ons leeft het ook echt. Ik vind het wel lekker om zo te beginnen.’

Buissant speelt zijn dertiende seizoen in de Hoofdklasse. De oud-international (15 interlands) brak nooit door bij Oranje, maar is met zijn technische bagage al jaren een gevestigde en gevreesde waarde op het Amsterdamse middenveld. Omdat Buissant al dertien seizoenen actief is en druk is met zijn eigen bedrijf, vond hij de lange pauze van hockey voor de verandering wel prettig. Daardoor raakte hij van eind oktober tot begin februari geen hockeystick aan. Hij miste in overleg met de club de Herstcompetitie, omdat hij besloot een kleine maand door Madagascar te reizen met zijn vriendin. Ook het zaalhockey liet hij voor wat het was. Hij raakte wel in de ban van een nieuw fitness concept, interval cardio in Amsterdam, dat hij drie keer per week deed. De techneut is daarom helemaal klaar om de laatste maanden van zijn hockeycarrière nog één keer gas te geven.

‘Dat fitnessconcept is onwijs leuk. Een sportconcept waar je elke keer in vijftig minuten helemaal gesloopt bent. Ik ben fris en fit en heb heel veel zin in het laatste seizoen dat ik ga spelen op dit niveau. Daarna is het voor mij klaar. Of ik nog heb getwijfeld over stoppen? Nee, helemaal niet. Het is mooi geweest. Ik heb een mooie carrière gehad. Ik kijk er naar uit om nog één gooi naar de titel te doen. Maar daar moeten we met Amsterdam wel wat werk voor verzetten.’


Wat vind jij? Praat mee...