De hockeyloopbaan van Enzo Torossi krijgt een bijzondere wending. Het voormalig sleepkanon van Klein Zwitserland vervult vanaf komend seizoen de rol als assistent-trainer bij de Steenbokken. Torossi Maccio, zoals zijn voltallige achternaam luidt, wordt naast Marijn Petermeijer de rechterhand van de nieuwe hoofdtrainer Omar Schlingemann. ‘Ik ben het nieuwe verlengstuk tussen staf en spelersgroep’, vertelt de 31-jarige Argentijn trots.
Dat de Argentijn ooit trainer/coach zou worden in Nederland, stond eigenlijk als een paal boven water. Naar eigen zeggen is hij ‘altijd met hockey bezig.’ ‘Ik zou mezelf omschrijven als een echte hockeynerd. Dagelijks ben ik op de club te vinden en als ik thuis ben, denk ik heel veel aan hockey. Ook lees of kijk ik naar andere sporten, ik ben bijvoorbeeld heel nieuwsgierig naar bepaalde dingen uit bepaalde sporten die ik in het hockey kan toepassen.’
Torossi volgt zijn droom
Torossi had altijd al de ambitie om trainer te worden van een seniorenteam. ‘Dat heb ik ook bij het bestuur van KZ aangekaart. Dat kon natuurlijk niet toen ik nog speler was, omdat ik zelf op zondag moest opdraven. Bij de club gaf ik aan dat wanneer ik een goede uitdaging zou krijgen, ik zou stoppen als speler.’
Ik heb als doel om professioneel hockeycoach te worden Enzo Torossi, assistent-coach KZ
In februari maakte de Argentijnse Carlos Castaño bekend na vier jaar op te stappen als hoofdtrainer van Klein Zwitserland. ‘Carlos is oprecht de beste coach die ik heb gehad’, zegt Torossi daarover. ‘Als hockeyer en als mens heb ik heel veel van hem geleerd. Ik herken me heel erg in zijn emotionele beleving. We dragen natuurlijk allebei dezelfde Argentijnse cultuur, dat is gewoon hoe wij zijn. Natuurlijk vond ik het jammer dat Carlos vertrok.’ Niet lang daarna volgde het vertrek van assistent-coach Don Tissen, die samen met Castaño de Haagse club van de Eerste Klasse naar de Hoofdklasse loodsten. In april werd Schlingemann als nieuwe eindverantwoordelijke gepresenteerd bij de Steenbokken.
‘Daarna zijn de gesprekken vrij snel in gang gezet’, schetst Torossi, die als speler drie jaar in het eerste team van KZ heeft gespeeld. ‘Ik werd door de club benaderd of ik open stond om de functie als assistent-trainer te vervullen. Daar hoefde ik natuurlijk niet lang over na te denken. Ik had mijn toekomstplan precies zo uitgestippeld. Eerst een paar jaar op het hoogste niveau hockeyen, om vervolgens op hoog niveau te coachen. Ik heb als doel om professioneel hockeycoach te worden. Diezelfde dag heb ik dan ook mijn beslissing doorgegeven.’
Sleeptrainingen
Vanzelfsprekend gaat Torossi zich bij de Steenbokken richten op de sleeptrainingen. ‘Drie jaar geleden heb ik de sleepschool in de jeugd bij KZ opgericht samen met Maurtis Crucq en nog een aantal jeugdtrainers. Het plan is nu om een eigen bedrijf op te starten en dat ik ook bij andere clubs sleeptrainingen of clinics ga geven. Er zijn niet superveel trainers die sleeppushtrainingen geven. Ja, Bram Lomans, Toon Siepman, Maartje Paumen, Mink van der Weerden of een Taeke Teakema, maar het zijn er niet heel veel. Dit idee is ooit bij Klein Zwitserland begonnen en wil ik nu uitbreiden naar andere clubs.’
Behalve zijn functie als assistent-coach bij het vaandelteam staat Torossi aan het roer als coach van Jongens B1 en is hij trainer-coach bij District Midden-Holland. ‘Het idee van het geven van sleeptraining is dus echt iets voor in de toekomst, in eerste instantie richt ik me op mijn nieuwe functie bij KZ.’
Of de Argentijn het dan niet gek vindt dat hij volgend seizoen zijn vrienden bij KZ ineens moet toespreken als assistent-trainer? ‘De jongens zijn inmiddels wel wat van me gewend’, lacht hij. ‘Op het veld was ik al een coachende speler, het zit in mijn bloed. Ik denk dat ik een betere coach ben dan een speler. Maar ik moet toegeven, het was wel een puntje tijdens het gesprek met Omar en het bestuur.’
‘Meer voor- dan nadelen’
Torossi legt uit dat er voor- en nadelen aan deze overgang zitten. ‘Er zijn meer voor- dan nadelen, hoor. Het is aan mij dat ik het beste uit deze situatie moet halen. Ik ken de groep natuurlijk goed, dus ik kan denk ik goed aanvoelen wat er bij de jongens leeft.’
De Argentijn woont ook nog altijd samen met landgenoot Nico Keenan en de Fransman Kevin Mercurio, twee spelers uit de selectie. ‘Voor nu is dat oké’, vindt Torossi. ‘Met Nico woon ik al drie jaar samen, hij voelt echt als mijn broertje. Ik ben wel al voorzichtig iets voor mezelf aan het zoeken. Niet zozeer omdat ik nu hun assistent-trainer ben. Dat stond al op mijn planning, al heeft dat niet zo’n haast.’
Toch blijft de overgang van speler naar coach in hetzelfde team ‘een beetje gek’, vindt ook de voormalige sleepschutter zelf. ‘Een nadeel is natuurlijk dat ik nu een andere rol heb, dus me ook anders moet gedragen ten opzichte van het team. Op dag één zit je met hen in de kleedkamer of drink je een biertje in de stad, nu moet ik wat meer de afstand bewaken. Maar het is niet zo dat ik straks heel autoritair ga zijn, dat is meer voor Omar en Marijn. Ik probeer in de eerste twee jaren het verlengstuk te zijn tussen spelersgroep en staf en wil vooral mezelf blijven. Vorige week ben ik begonnen in deze functie, iedereen is heel enthousiast en wil me alleen maar helpen. Dat vind ik wel echt heel tof.’
De overgang van speler naar trainer is ook een onderwerp waar Torossi het met collega’s over heeft gehad, zo vertelt hij. ‘Een paar weken geleden heb ik voor de HT4-cursus bij de KNHB een videocall gehad met bondscoach Alyson Annan. Een van mijn vragen aan haar ging over de switch van speler naar coach. Zij vertelde iets dat altijd in mijn hoofd zal blijven, namelijk dat zij aan begin bij haar overgang heel erg aan het coachen was alsof ze nog speler was. Die switch was moeilijk voor haar. Ze gaf mee dat ik vanaf begin af aan moet denken als trainer en dus niet als speler.’
Torossi sprak ook met voormalig Almere-coach Pasha Gademan, die in 2017 na zijn spelerscarrière direct hoofdtrainer werd. ‘Ik vroeg aan hem hoe dat bij hem is bevallen. Hij heeft me een aantal bruikbare tips meegegeven. Maar deze ga ik niet verklappen.’ En dan lachend: ‘He will kill me.’
2 Reacties
net niet....
daar krijg je later spijt van...coach kan je altijd nog worden...doodzonde als je zo een goede speler bent al te stoppen op he 31ste..
klaassen
Ik ben geen topsporter (geweest), maar ik kan me heel goed voorstellen dat je als speler op een gegeven moment aanvoelt dat het op begint te raken. Het kost meer moeite, souplesse gaat weg, je verbetert je niet meer, er komen anderen aan. En dan krijg je een kans waarop je al langer op loert. Dan kan je altijd denken of het misschien een jaar te vroeg is. Maar een echte kans herkennen en grijpen als die zich voordoet, is ook een kwaliteit. Klinkt als een goed verhaal van Enzo.