Albert Kees Manenschijn wil Rotterdam weer maatgevend maken

‘Toen Rotterdam in 2013 landskampioen werd, was de club de maatstaf in veel opzichten,’ vindt de nieuwe coach Albert Kees Manenschijn. Sindsdien is het minder gegaan. Tijd voor verandering.

‘We hadden het allermooiste veld en stadion. Er werd het hardst getraind. Alles bij Rotterdam was dé standaard en daar hebben we ook lang op geteerd,’ zegt de man die al meer dan 20 jaar fulltime in het hockey aan het werk is en zelf assistent-coach was (2012-2014) in de havenstad toen Rotterdam voor het eerst – en het laatst – landskampioen werd.

Manenschijn heeft het recht te vergelijken. Zijn werk bracht hem onder andere bij clubs als Bloemendaal, SCHC, Hurley, Pinoké, Gooische en Qui Vive. ‘Maar het is de afgelopen jaren elk jaar steeds een beetje minder geworden bij Rotterdam. Andere ploegen zijn nu verder dan wij. Wij willen dus op veel gebieden weer het initiatief terug pakken. ’

‘Frustratie bij de jongens was de laatste jaren enorm’

Manenschijn zegt deze woorden in het clubhuis van HGC in Wassenaar, net na het 3-3 gelijkspel ondanks een 1-3 voorsprong. Een ogenschijnlijk frisse competitiestart met een nieuwe coach en 8 nieuwe spelers – naast de al aanwezige Nederlandse internationals Jeroen Hertzberger, Seve van Ass en Hidde Turkstra – werd daarmee toch wat moeizaam tegen een directe concurrent. Dat is precies wat Rotterdam niet kan gebruiken. ‘De frustratie bij de jongens was de laatste jaren enorm. Je kunt niet blijven teren op dat landskampioenschap. Als je daarna niet goed speelt, is het effect weer verdwenen. Er moest iets gebeuren.’

Buitenlandse aankopen

Daarom werd Manenschijn voor 3 jaar aangesteld. Werd Diede van Puffelen aangetrokken van Bloemendaal. En werd de portemonnee getrokken om de 3 Britten Alastair Brogdon, Adam Dixon, Harry Martin en de Nieuw-Zeelander Blair Tarrant naar Rotterdam te lokken. Al die aankopen scheppen welhaast een verplichting  om bij de beste 4 te eindigen.

‘We moeten ons er niet blind op staren, maar we moeten met deze ploeg play-offs spelen. Er staat iets nieuw en uitdagends op het veld en daar heeft iedereen op de club plezier van. Die nieuwe selectie is neergezet om de weg omhoog weer in te zetten. Dat is dus dit seizoen play-offs spelen, een stijgende lijn pakken en daarna de landstitel uiteindelijk pakken.’

Hard werken, en wat humor

Wat is de persoonlijke stempel van Manenschijn op dit alles? ‘Ik wil de spelers laten spelen op de manier waarop ze het beste zijn. Dat is de spelers op zo’n manier laten hockeyen dat iedereen z’n kwaliteiten kan laten zien. Daar hoort ook plezier maken bij. Ik hou wel van wat humor erin. Als er maar hard gewerkt wordt.’ Er mag ook weer meer gecombineerd worden. ‘Ik vind dat Rotterdam de laatste 2 jaar te veel lange ballen naar de spitsen heeft gespeeld. Ik wil meer via het middenveld spelen en dat afwisselen met de lange bal.’

Zijn eerste topploeg

Afgelopen seizoen degradeerde hij met SCHC uit de Hoofdklasse. Maar de 48-jarige oefenmeester was eerder met zijn benoeming tot assistent-bondscoach van de Oranje Dames al richting de top van het trainersgilde geklommen. De aanstelling bij Rotterdam bevestigt die status.

‘Of ik geleidelijk aan de top ben gekomen? Daar lijkt het wel op ja. Ik heb veel verschillende dingen gedaan. Hoofdcoach, assistent, coördinator jeugdopleiding, technisch directeur. En nu voor het eerst een echte topploeg, met het vertrouwen van 3 jaar. Dat is fantastisch. Ik heb hier eerder gewerkt natuurlijk en een goede indruk gemaakt. Ze zijn me bij Rotterdam nooit uit het oog verloren.’


Wat vind jij? Praat mee...