Maurits Visser is ook geneeskundestudent: ‘sport komt nu later’

Een aantal weken geleden zette Maurits Visser zijn geneeskunde studie tijdelijk stil om zich volledig te kunnen focussen op Tokio. De keeper van Bloemendaal was bezig aan een van zijn laatste coschappen. Door het coronavirus wil Visser graag zijn steentje bijdragen. ‘Ik ben aan het kijken of ik ergens kan helpen.’ 

‘Sport komt nu even later’, gaat Visser verder. ‘Ik wil me graag nuttig maken. Ik ben nu eerst arts, dan pas sporter’, klinken de wijze woorden van de keeper. Veel van zijn tijd brengt hij door met zijn huisgenoten (drie teamgenoten) in Amsterdam. Het terras wordt gebruikt als geïmproviseerde gym en samen met zijn teamgenoten proberen ze de verveling tegen te gaan.

Ik ben nu eerst arts, dan pas sporter. Maurits Visser is ook geneeskundestudent

‘Ik ben er veel mee bezig. Ik heb natuurlijk veel vrije tijd nu, maar ik ga niet chillen en afspreken met vrienden.’ De keeper wast zijn handen en zijn gezicht met regelmaat en is zelfs niet van plan naar zijn ouders te gaan. ‘Ik heb ze de afgelopen tijd ook niet gezien, dus wil ik geen risico lopen.’ Is hij met zijn achtergrond misschien wel oplettender dan zijn leeftijdsgenoten? Visser denkt van niet. ‘Ik ben ook geen expert, maar heb achtergrondkennis. Iedereen beseft zich echt dat dit serieus is.’

Archiefbeeld van Maurits Visser, in shoot-out met Boris Burkhardt. Foto: Koen Suyk

Dakterras als gym

Om fit te blijven heeft hij zowel van zijn club als van Oranje een intensief trainingsschema gekregen. Met vooral veel loopwerk en krachtoefeningen. Die oefeningen worden uitgevoerd op het dakterras en daar mag de hele buurt van meegenieten. ‘Floris deed vanmorgen wat oefeningen en het hele huis trilde weg’, grapt hij. ‘Loop- en renwerk wat we gewoon thuis kunnen doen. Met een beetje creativiteit kom je natuurlijk al ver.’

Zijn ploeggenoten van Bloemendaal zijn er rustig onder. Daar waar er volgens de keeper vorige week nog berichtjes binnen kwamen om samen te gaan trainen, is iedereen er nu serieus mee bezig. ‘We komen niet samen. Je kan het simpelweg niet maken om nog samen te trainen.’ Iedereen traint nu dus individueel. ‘Het is een hele verandering. Rennend fit is bijvoorbeeld weer heel anders dan hockeyfit.’ Maar goed is het wel voor het appartement van de huisgenoten: ‘We klussen wat, ruimen op. Het balkon is weer netjes’, grapt hij. ‘Maar er wordt hier zeker ook Fifa gespeeld.’

Als ik ooit op het punt kom te staan dat ik moet kiezen tussen arts of topsporter? Dan kies ik honderd procent voor arts. In welke situatie dan ook. Maurits Visser

Visser merkt dat veel mensen zich willen inzetten. ‘Mijn studiemaatjes werken nu bijvoorbeeld bij ouders in huisartsenpraktijken en hebben zich ingeschreven bij flexpools. Die pools zijn enorm. Het aanbod van helpenden is heel groot. De groep hulpbehoevenden gelukkig (nog) niet. De nood is hier gelukkig nog niet aan de man. Ik heb geen ervaring met beademingsapparatuur, maar heb wel enige kennis van de situatie. Tijdens mijn studie heb ik ook met patiënten gewerkt die besmet waren met bepaalde virussen. Dat is dus in zekere zin wel vergelijkbaar. Maar ik kan me breder inzetten. Denk aan telefoontjes beantwoorden, mensen informeren. Ik doe het graag.’

‘Als ik ooit op het punt kom te staan dat ik in zo’n soort crisissituatie moet kiezen tussen arts of topsporter? Dan kies ik honderd procent voor arts. In welke situatie dan ook. Ik wil anderen kunnen helpen.’