Tilburg wil met minder geld minimaal hetzelfde bereiken

In tegenstelling tot veel andere teams is Tilburg de hele voorbereiding op de hoofdklassecompetitie al compleet, want in Tilburg spelen geen (jeugd) internationals. Na de bijzondere negende plaats vorig jaar als promovendus is handhaving weer het doel voor coach Jeroen Delmee. ‘Hoe maakt me niet uit.’

Zo’n eerste competitiewedstrijd 10 september, uit op Amsterdam. Dat biedt een ploeg als Tilburg perspectief op een stunt. Ga maar na. Internationals Billy Bakker, Mirco Pruyser en Valentin Verga speelden zondag 27 augustus nog met Oranje de EK-finale. Twee weken later worden ze alweer verwacht voor de confrontatie in het eigen Wagener Stadion met Tilburg. Niet voor bijna tienduizend man. Trek daar in ieder geval negenduizend toeschouwers vanaf. Dan staat een tot op het bot gemotiveerd Brabants collectief te wachten op de mat van het EK.

‘Eigenlijk is het gekkenwerk. Voor de internationals zelf zou het prettig zijn als ze een paar weken later zouden kunnen beginnen’, zegt oud-international Jeroen Delmee, die 401 interlands speelde voor het Nederlands elftal. ‘En dan zit je ook nog met de toernooien van Jong Oranje. Sommige spelers gaan daaraan kapot. Die spelen straks twee jaar lang aan een stuk door. Daar komen blessures van.’

Het is sympathiek dat Delmee er zelf zo naar kijkt, terwijl hij als coach van Tilburg alleen maar baat heeft bij de vroege competitiestart, twee weken na de EK en een week na de jeugd-EK in Valencia. De oud-international zag deze zomer zijn strafcornerspecialist Tim Swaen naar Bloemendaal vertrekken maar heeft Tom Beddows, Vincent Langenhuijsen (Breda) en Adam Le Page (Union) als versterking uit de Overgangsklasse. Delmee hoopt in ieder geval dat Tilburg zich weer kan handhaven. Dat zou met een lager budget dan vorig jaar een mooi doel zijn.

Jeroen Delmee omhelst Tim Swaen na de 3-2 winst op Almere. Foto: Willem Vernes

Tilburg een van de weinige ploegen die met een complete selectie kon voorbereiden

‘Het is niet leuk dat het budget lager is, maar het is niet anders. Er zijn vier of vijf ploegen met een kleine begroting in de Hoofdklasse. De verschillen met de top zijn groot. We proberen nu jongens uit de Overgangsklasse te ontwikkelen tot goede hoofdklassespelers. Tim Swaen deed het goed met zijn strafcorner in belangrijke wedstrijden, maar we gaan intern zijn strafcornersleep vervangen’, vertelt Delmee, die wel uitdaging ziet in de beperkingen van het team. ‘Het was vorig jaar al bijzonder om als negende te eindigen. Nu moeten we nog zien hoe reëel het is om weer negende te worden en te zien hoe sterk ploegen als SCHC, hdm en Almere zijn. Wij lopen niet over van de individuele kwaliteit, maar moeten het van het collectief hebben. Wij zijn ook al sinds de eerste week van augustus bezig met de hele selectie. Dat is het voordeel van werken met een groep zonder internationals.’

EK-winst van Oranje

Als voormalig bondscoach van België keek Delmee met een speciale blik naar het EK, waar het Nederlands elftal eerst verloor van de Red Lions in de poulefase, maar in de finale een 0-2 achterstand omboog naar een 4-2 overwinning. Delmee: ‘Het was goede promotie voor de sport. Het waren de twee beste ploegen van het toernooi in een finale, waar alles inzat. Maar ik denk dat de Belgen door één moment zichzelf de das hebben omgedaan. De gele kaart van Manu Stockbroekx. Je zag ook bij de 2-1 dat het publiek erin ging geloven. Dat gaf die jongens echt een boost. Dat ken ik zelf ook van toernooien in eigen land met Oranje. Je zag dat België ver wegzakte. Zij hadden de power niet meer. Zij hadden natuurlijk ook de latere Hockey World League in Johannesburg (Het Nederlands Elftal speelde de HWL3 in Londen in juni. België de HWL3 in juli, red.). Dus ze hebben nauwelijks rust en vakantie gehad en moesten weer door naar het EK. De echte frisheid was er daarom niet.’


Wat vind jij? Praat mee...