Wat coach Eric Verboom van Duitsland leert (en andersom)

De Nederlander Eric Verboom (47) was vorig jaar coach van Jong Oranje dat zevende werd op het WK in India. Hij dirigeerde spelers als Thierry Brinkman, Lars Balk, Thijs van Dam, Floris Wortelboer en Joep de Mol wel richting het ‘Grote Oranje’. Sinds kort is hij assistent van Duitsland, dat Nederland donderdag uitschakelde in de kwartfinale van de HWL Final en vanavond de halve finale tegen Australië speelt. Hij vertelt over zijn ervaringen bij onze oosterburen.

Over de kwartfinale tegen Nederland, die in 3-3 eindigde en Duitsland met 4-3 won via shoot-outs. Verboom was degene in de Duitse staf die Nederland had geanalyseerd.

‘Ik vond het een typische kwartfinale, met twee ploegen die er totaal anders in zaten dan tijdens de poulefase, toen er nog volop geëxperimenteerd werd. Ik moet zeggen dat wij moeite hadden, wij speelden niet onze beste wedstrijd. Ik zag een Nederland dat een stuk beter speelde dan in de poulefase. Wij mogen niet die wedstrijd twintig seconden voor tijd weggeven. Dit soort wedstrijden worden niet gewonnen, omdat één team veel beter is. Die worden op kleine zaken beslist. Nederland heeft op voorsprong gestaan en strafcorners mogen nemen. Duitsland ook. Ik heb wel eens mooiere edities Nederland-Duitsland meegemaakt, maar dit was wel een van de spannendste.’

De keuze om in Duitsland te assisteren

‘Ik had ook wat andere opties, zoals Engeland, waar ik een paar trainingen gegeven heb. Ook wat exotische landen. Maar toen kwam Duitsland. Bij Duitsland kan ik ook echt iets brengen als coach en kan ik iets van ze leren.’

Wat Verboom van Duitsland leert

‘Hoe zij samenwerken, de staf en de spelers onderling. Dat is heel aangenaam. Toen we voor de eerste keer afspraken in Duisburg in de buurt. Dan gaan die jongens meteen met elkaar zitten en over hockey praten. Sommige jongens hadden vijf uur in de trein gezeten of het vliegtuig genomen. Verloren we daarna dik van België. Iedereen over de zeik. Maar dan gaan ze meteen met elkaar zitten. Ze benoemen thema’s hoe ze het anders gaan doen. En dan is het de volgende wedstrijd meteen een stuk beter. Ze zijn heel efficiënt. Niet dat we dat in Nederland slecht doen. Het is meer dat wij in Nederland daar anders in zijn. Dan denken wij weer: het kan allemaal nog creatiever. In Duitsland houden ze het simpel. De spelers hier spreken vanuit zichzelf met elkaar af. Dat hoef je als staf niet aan te zwengelen. Ze zijn heel zelfstandig. Je ziet ze grote stappen maken in een korte periode. Voor deze HWL Final zijn we vier dagen met elkaar samen geweest. Daarin hebben we drie keer tegen Engeland gespeeld. Dat was onze voorbereiding op het toernooi.’

De Duitse coach Stefan Kermas met Eric Verboom. Foto: Frank Uijlenbroek

Wat Verboom het Duitse nationale team kan brengen

‘Ik denk dat ik vanuit de Nederlandse school iets kan toevoegen. Ik ben een creatieve trainer, die altijd nieuwe oefenstof verzint en over nieuwe thema’s nadenkt. Daar ligt mijn kracht. Daar ben ik nu hier ook mee bezig. Nu hoe we creatiever met een counter om kunnen gaan. Want een counter kun je niet op structuur uitspelen. De verdediging is structuur. Het aanvallende systeem is vooral veel principes. Ik wil altijd spelers opleiden, die in de wedstrijd intuïtief, in hun gevoelsstand, keuzes kunnen maken. Want elke situatie is anders. Daar ligt mijn kracht in oefenstof en thema’s.’

De internationale verhoudingen in het hockey

‘Ik denk dat op dit moment even alles open ligt. Alle ploegen zijn hier op het toernooi dingen aan het uitproberen, onder andere met nieuwe spelers. Niet iedereen is compleet. Voor mij is het beste team nog altijd België, als je kijkt naar hun selectie. Die zijn het verst. De vraag is of teams als Nederland, Duitsland en Australië daar overheen kunnen. En het is de vraag hoeveel rek er nog in België zit. Want zij zijn wel de benchmark denk ik. Australië vind ik heel fysiek. Hele grote gasten die je proberen te imponeren. Ik mis wel technische speler als Jamie Dwyer. Tegen Australië moeten wij vanavond gewoon de moed hebben om echt te hockeyen.’

Mirco Pruyser (Ned) aan de bal tijdens de Hockey World League Finals , de kwartfinale wedstrijd Duitsland-Nederland. links Phillipp Huber (Ger). Foto: Koen Suyk

In Duitsland is hockey nog veel meer een amateursport

‘Veel Duitse spelers zie ik elk vrij uurtje studeren. In Nederland hebben jongens een contract bij de club. Geld van NOC*NSF. Een stickcontract, hockeyscholen. Dat is in Nederland een stuk professioneler. In Duitsland is hockey meer een amateursport. Maar dat heeft ook z’n kracht. Daarom moeten ze efficiënt werken. Zo’n Martin Häner (29), onze aanvoerder, die heeft z’n coschappen al gelopen en is basisarts. Tobias Hauke, die er nu niet bij is, werkt gewoon als manager van voetbalclub HSV. Daarom zijn de Duitsers wel heel zelfstandig. Ik vind dat leuk, hoewel ik daarmee niet de Nederlanders wil veroordelen. Het is gewoon anders.’

De toekomst van het Duitse hockey in het internationale geweld

‘De vraag is of Duitsland in de toekomst kan concurreren met andere landen, die professioneler zijn ingericht. De Indiase selectie woont en traint met meer dan 35 man met z’n allen fulltime in Bangalore. Bij Engeland wonen ze allemaal rond Bisham Abbey. In Nederland kunnen de internationals zo in Arnhem verzamelen. Bij België kan iedereen naar Braxgata rijden. In Australië wonen ze met z’n allen in Perth. In Duitsland kan dat niet, daar wonen ze overal en zijn de afstanden te groot. Ik vraag me hardop af of we daarom in de toekomst met die andere landen kunnen concurreren.’

 


Wat vind jij? Praat mee...