‘Dat Oekraïne mee mag doen aan WK-21 geeft ons hoop’

Het was genoeg. Drie weken geleden hakte Iryna Kharchenko de knoop door. De voormalige voorzitter van de Oekraïense topclub Sumchanka en huidig vice-president van de nationale bond besloot het naderende onheil in haar land niet af te wachten. Via haar contacten in de hockeywereld vond Kharchenko onderdak in Nederland.

‘Het was een moeilijke beslissing, maar het werd mij teveel’, zegt Kharchenko over haar besluit Oekraïne te verlaten. ‘Ik kon de druk niet meer aan. Ik had constant last van hoofdpijn en sliep heel weinig. Fysiek was ik niet in orde.’

Ze vloog naar Nederland zonder te weten bij wie ze onderdak zou krijgen. ‘Ik vertelde Gabriëlle van Doorn van de KNHB, die ik al jaren ken, dat ik van plan was te vertrekken uit Okeraïne. Ze zei: kom naar Nederland en dan regelen we wel een plek waar je kan verblijven.’

Onderdak in Nederland

Op Schiphol zag ze een bekend gezicht. Kharchenko werd opgehaald door Hien The, de Nederlandse assistent-bondscoach van de Oekraïense dames. Hij bracht haar naar Johan Wakkie. De voormalig directeur van de KNHB stelde zijn huis in Amsterdam beschikbaar. ‘We kenden elkaar niet, maar hij was zo vriendelijk om mij onderdak te bieden.’

Iryna Kharchenko, vice-president van de Oekraïense hockeybond. Foto: EHF

Kharchenko’s ouders zijn achtergebleven in Oekraïne. Haar zus in eerste instantie ook, maar op de eerste dag van de oorlog vertrok zij met haar kinderen naar Turkije. Contact met haar familie onderhoudt Kharchenko via WhatsApp.

‘Mijn moeder is in Sumy, vlakbij de Russische grens, in ons ouderlijk huis. De stad is omsingeld door de Russen. Ik ben boos dat ze niet is weggegaan, maar zij zegt: dit is mijn stad. Mijn vader had mijn zus en haar kinderen naar de grens gebracht. Ik probeerde hem samen met mijn zus te overtuigen om naar veiliger gebied te gaan, maar hij wilde terug naar Sumy. Waar hij nu is, weten we niet.’

Het leed is door haar woorden heen voelbaar. Haar stem klinkt vlak. Praten doet haar pijn. Letterlijk. De stress is op haar keel geslagen. Af en toe laat ze een stilte vallen om de keelpijn even te verzachten.

Non-stop kijken naar nieuws

De eerste dagen in Nederland zat Kharchenko aan de beeldbuis gekluisterd. Op televisie zag ze hoe haar land werd aangevallen door Rusland. ‘Ik keek non-stop naar het nieuws. Dat waren moeilijke dagen. Het was verschrikkelijk om te zien. Kun je nagaan hoe het leven er daar daadwerkelijk uitziet. Ik heb veel moeten verwerken.’

Hoe moeilijk het ook is, langzaam pakt ze de draad weer op. Als commissielid van de Europese hockeyfederatie (EHF) was ze vorige week in Brussel. Ook daar kwam de situatie in Oekraïne ter sprake. Met hulp van de EHF wil Kharchenko acties opzetten onder meer geld wordt ingezameld voor de bewoners in Oekraïne. ‘De eerste stap is genomen en we hopen binnenkort meer hierover te melden. De hulp is niet hockeygerelateerd.’

Door de oorlog is hockey in Oekraïne vanzelfsprekend naar de achtergrond verdrongen. ‘De gesprekken met mede-bondsbestuursleden gaan dan ook niet over de sport, maar over de veiligheid van de mensen daar’, zegt Kharchenko.

WK-21 in Zuid-Afrika

Toch ligt er nog wel een hockeykwestie op tafel. Begin april begint in het Zuid-Afrikaanse Potchefstroom het WK onder 21 voor dames. Oekraïne is een van de deelnemende landen, maar of het team ook daadwerkelijk naar Zuid-Afrika gaat is op dit moment nog twijfelachtig. Het standpunt van de bond is duidelijk, zegt Kharchenko: ‘Wij willen dat het team gaat.’

Maar dat is eenvoudiger gezegd dan gedaan, voor de ploeg wellicht vanaf zaterdag in Rotterdam verblijft. ‘We moeten een lijst met spelers samenstellen, maar dan zullen we toch eerst moeten kijken wie er nog is. Een aantal speelsters heeft het land verlaten en zit nu in Polen. Ook moeten we visa regelen voor de reis en dan moet er nog geld zijn om dit allemaal te bekostigen. We hebben niets.’

Toch zou deelname aan het WK voor Oekraïne een klein lichtpuntje zijn in de donkere dagen die het getroffen land beleeft. ‘Het idee dat we mogen deelnemen geeft ons hoop. Dat we straks weer kunnen hockeyen en gelukkig zijn.’


Wat vind jij? Praat mee...