Ehren en Mathijssen uiten kritiek: ‘EHCC verdient beter dan dit’

De EuroHockey Club Cup (EHCC) komt er in vergelijking met de Euro Hockey League (EHL) bekaaid vanaf, vinden Raoul Ehren en Rick Mathijssen. De coaches van Den Bosch en Amsterdam hopen deze week in het Engelse Surbiton met hun ploeg Europees clubkampioen te worden. Ze uiten kritiek op onder meer het gebrek aan een videoscheidsrechter en vinden dat het toernooi meer aandacht en een beter imago verdient. ‘De EHCC wordt door de EHF (de Europese hockeybond, red.) niet serieus genomen’, zegt Mathijssen.

Voor beide coaches is de afwezigheid van de videoscheidsrechter de grootste doorn in het oog. ‘Als ik naar een wedstrijd van de laatste 32 van de Euro Hockey League kijk, pak ‘m beet Nürnberg tegen Strasbourg, dan zie ik dat ze daar wél een videoscheidsrechter hebben. Wij hebben die niet’, zegt Ehren. ‘Ik vind het ontzettend jammer dat we het al jaren niet voor elkaar krijgen om op het grootste Europese toernooi voor clubteams met een videoscheidsrechter te werken. Dat lukt zelfs niet als het in Nederland wordt gehouden, zoals de afgelopen jaren.’

Videotoren op verkeerde plek

Mathijssen is het met Ehren eens en verbaast zich daarnaast over het feit dat de videotoren in Surbiton in de hoek van het veld staat en niet recht achter het doel. Daardoor zijn de beelden voor hem grotendeels onbruikbaar. ‘Toen ik dit woensdag voor het eerst zag, dacht ik: dit kun je toch niet serieus menen? De videobeelden van strafcorners aan de kant van de toren zijn waardeloos. Ze geven een vertekend beeld. Ik wil hoeken kunnen zien en ruimtes kunnen inschatten. Dat kan ik met deze beelden niet of nauwelijks. Ook niet van strafcorners aan de overkant. Het zegt alles over hoe het dameshockey er bij de Europese bond op staat.’

De videotoren staat in de hoek van het veld en niet recht achter het doel.

De EHCC wordt door de Europese hockeybond niet serieus genomen Amsterdam-coach Rick Mathijssen

Beide coaches dragen de EHCC een warm hart toe en hechten veel waarde aan het feit dat ze dit weekend Europees kampioen kunnen worden. Bovendien, benadrukken ze, zijn ze blij dat Surbiton het toernooi wil organiseren. Dat neemt niet weg dat het evenement, volgens Ehren en Mathijssen, nog genoeg stappen kan maken. Ehren: ‘Ik heb er een jaar of zes geleden al eens wat over gezegd. Toen kreeg ik als reactie van de EHF: dan doet Den Bosch toch níét mee?’

Ehren: ‘Ik snap dat het probleem vooral een geldkwestie is. Daarom hoop ik dat er een partij instapt die van de EHCC commercieel iets moois kan maken. Een prachtig evenement waarvan iedereen denkt: daar moet ik bij zijn. Net als bij de EHL. Ik ben ervan overtuigd dat zoiets ook bij de dames kan. Toen Nederland op het EK tegen Tsjechië speelde (10-0 overwinning, red), zat het Wagener Stadion hartstikke vol. Vrouwenhockey is een volwassen sport.’

Amsterdam won zondag met liefst 8-0 van UCD Ladies uit Ierland. Foto: EHF/Ady Kerry

EHL combineren met EHCC?

Mathijssen vraagt zich af waarom de EHCC niet tegelijkertijd met de Final Four van de EHL kan worden gehouden, op hetzelfde complex. Dat gebeurde een aantal jaar geleden wel, toen de EHCC een ander format kende en de finaleronde werd gecombineerd met de Final Four van de EHL. ‘Zoiets zou nu toch ook mogelijk moeten zijn? Bijkomend voordeel is dat wij dan van de videoscheidsrechter gebruik kunnen maken.’

Volgens Ehren is het probleem van de EHCC vooral dat het toernooi een slecht imago heeft. Dat komt volgens hem vooral vanwege de hoge uitslagen waarmee de Nederlandse teams vaak hun wedstrijden in de eerste ronde winnen. Amsterdam won donderdag met 8-0 van UCD Ladies uit Ierland en Den Bosch versloeg Victorya Smolevichi uit Wit-Rusland met 5-0.

Door de hoge uitslagen in de eerste ronde kampt het toernooi met een imago-probleem. Den Bosch-coach Raoul Ehren

Ehren: ‘Iedereen denkt dat elke wedstrijd van de EHCC in 10-0 eindigt en dat er ieder jaar twee Nederlandse teams in de finale staan. Dat is niet zo. Toen SCHC in 2015 de EuropaCup pakte, won die ploeg de eerste ronde na shoot-outs, de tweede ronde met 2-1 en de finale ook na shoot-outs. En vorig jaar speelden wij in de finale niet tegen Amsterdam, maar tegen UHC Hamburg uit Duitsland en wonnen we nipt met 2-1. Zo ver ligt het niveau dus niet uit elkaar. Dit jaar zijn er zes goede ploegen en twee zwakkere. Ik ben ervan overtuigd dat we twee close halve finales krijgen te zien. Maar door de hoge uitslagen in de eerste ronde kampt het toernooi met een imago-probleem.’

Aan de EHCC in Surbiton doen acht ploegen uit zes verschillende landen mee. Twee uit Nederland, twee uit Duitsland en één uit Engeland, Spanje, Ierland en Wit-Rusland. Mathijssen vraagt zich af of dat niet anders kan. ‘Ik snap dat de top bij de vrouwen minder breed is dan bij de mannen. Maar waarom speelt ook de top twee van Engeland en Spanje niet op dit toernooi? Waarom is er geen Belgisch team? Het heeft natuurlijk met een puntensysteem te maken, maar ze zouden hier zeker niet misstaan.’

Honderden schoolkinderen bij Surbiton

Beide coaches benadrukken dat hun kritiek zich niet op de club Surbiton richt. Mathijssen: ‘Surbiton is negen maanden met de voorbereiding van dit evenement bezig geweest. De mensen hier hebben enorm hun best gedaan.’

Ehren: ‘Ze hebben er zeker iets moois van gemaakt. Donderdag zaten er honderden schoolkinderen op de tribune. Hockey leeft in Engeland. Het liefst zou ik deze discussie ook helemaal niet nu, maar drie maanden voor of na het toernooi willen voeren. Nu moet het eigenlijk over hockey gaan.’


2 Reacties

  1. vostammer

    Op zich allemaal zeer terechte kritiek. Maar in de hoofdklasse kun je bij de meeste clubs nog niet eens droog staan of zitten tijdens een hockeywedstrijd. Op een paar clubs na is de basis van het hockey ( Nederland zelf dus) al heel provinciaal en meelijwekkend. Een bond met bijna 300.000 leden en hoofdklassewedstrijden waar nog geen 100 mensen kijken, dan gaat er ergens iets fundamenteel mis.

  2. MickH

    Volledig eens met vorige commentaar; als het in Nederland al kommer en kwel is, wat verwacht je dan Internationaal? EN dan heb ik het niet over de sporten die in Nederland marginaal zijn en waar men Internationaal niet mee kan zoals bijvoorbeeld rugby en ijshockey. Ik snap de heren coaches wel en leuk dat ze even bij elkaar zijn gaan zitten, doch denk dat ze op een Europees podium even geconfronteerd zijn met de werkelijke waarde van de sport waarin ze actief zijn. Het stelt bij de dames, met alle respect, Europees, geen donder voor, en elke aandacht die gegenereerd wordt, is uberhaupt meegenomen. Of deze brood trainers dat snappen is een ander verhaal; als je 5 dagen in de week face to face met een team bezig bent en de andere 2 dagen in je hoofd om de 5 dagen goed te laten verlopen, verlies je de harde Internationale werkelijkheid natuurlijk weleens uit het oog. Is het niet gewoon meer tijd voor bezinning bij beiden? En mogen ze niet heel dankbaar zijn dat deze wereldwijd marginale sport ze een behoorlijke boterham verschaft in dit kleine land?


Wat vind jij? Praat mee...