Oltmans vindt spelen tegen Oranje niet bijzonder, wel lastig

Hij leek tot een paar weken geleden nog met Pakistan tegen Nederland te spelen op het WK, maar zaterdag zit Roelant Oltmans bij Maleisië op de bank in de openingswedstrijd van de Oranje Heren. De Nederlandse coach maakt zich aan de vooravond van het duel niet al te veel illusie over de afloop: ‘We hoeven er niet ingewikkeld over te doen, de kans dat Nederland wint, is gewoon groter’.

Maleisië is op papier de zwakste broeder in poule D van het WK in India, met een nog maagdelijk WK-palmares. De drie tegenstanders verzamelden negen van de dertien wereldkampioenschappen: vier voor Pakistan, drie voor Nederland en twee voor Duitsland. ‘Hoewel vooral Pakistan niet meer zo hoog staat, is dit echt de poule des doods’, vindt Oltmans. Hij ziet Nederland en Duitsland als titelfavorieten.

Zeven weken geleden werd Oltmans na zijn plotselinge vertrek bij Pakistan aangesteld bij Maleisië. Plaatsing voor de Olympische Spelen is zijn doel met de Aziatische ploeg. Daarom wil hij goed voor de dag komen op het WK. ‘Het goed doen op het WK is alleen maar gunstig. Hoe beter de resultaten nu, hoe gunstiger de wedstrijden straks. Een ding is zeker, wij willen de poulefase door komen’. Om in die missie te slagen, moet Oltmans met zijn manschappen in ieder geval een oud-wereldkampioen onder zich houden.

Debutant Kemperman

De oud-bondscoach van Nederland op de bank tegen zijn vaderland, is voor de buitenwacht nog steeds interessant. Al was het maar omdat Oltmans in 1998 de laatste coach was die met Oranje de wereldtitel veroverde. Voor Olmans zelf is het niet meer bijzonder. ‘Ik zit hier nu al zo lang. Eerst in India, toen Pakistan en nu Maleisië. Spelen tegen Nederland doet me niet zoveel meer. Ik wil gewoon dat Maleisië het zo goed mogelijk doet. Bovendien heb ik van de huidige ploeg maar een speler gecoacht, Robbert Kemperman. De rest ken ik alleen van gezicht.’

In 2008 debuteerde de zeventienjarige Kemperman onder Oltmans. De speler van Kampong speelt in de openingswedstrijd tegen Maleisië zijn 200ste interland voor Oranje. ‘We gaan er alles aan doen om het Nederland zo lastig mogelijk te maken’, stelt Oltmans. De coach zegt dat Maleisië zich niet gaat ingraven, om zo te proberen de nul te houden. ‘Nederland gaat met heel veel druk spelen, dus ingraven heeft geen zin. We moeten hockeyend onder de druk uit zien te komen. We gaan Nederland zeker niet aan de bal laten. We willen zelf zoveel mogelijk balbezit hebben.’

Maleisië, Pakistan en India

Maleisië oefende de afgelopen weken alleen tegen Aziatische ploegen. Het nam deel aan de Asian Games en de Asian Champions Trophy. Dat maakt het volgens Oltmans lastig om te zeggen hoe het spel van zijn ploeg zich verhoudt tot teams van een ander continent. Maleisië speelde twee keer tegen India, twee keer werd het gelijk. Tegen Pakistan waren de resultaten minder: twee keer verlies, een keer eindigde het duel onbeslist. ‘Het verschil is klein in de onderlinge wedstrijden. De wedstrijden tegen Pakistan gingen iedere keer beter en de nederlagen waren klein. Dat biedt perspectief.’

Spelen tegen Nederland is een van de moeilijkste wedstrijden die je kunt spelen Roelant Oltmans

De nummer twaalf van de wereld wil het graag goed doen. Hockey leeft in Maleisië, maar het volk is kritisch. ‘De kranten staan ermee vol. Ook op social media leeft het. Maar de toon is kritisch. Het gaat natuurlijk nog meer leven als de resultaten goed zijn. Dan is beginnen tegen Nederland een van de moeilijkste wedstrijden die je kunt spelen’.

Het volk hoopt wat te kunnen klimmen op de wereldranglijst. ‘Een goed resultaat tijdens de wedstrijd tegen Pakistan zou goed helpen.’ Maar Oltmans is met de eisen van het land minder bezig. ‘Eerst die poule overleven’.

Oltmans heeft het beste met Nederland voor en ziet de ploeg samen met Duitsland, België en Australië dan ook als dé titelkandidaten. Hoewel hij outsiders Argentinië en India niet wil uitsluiten. Met zijn eigen klassering is hij minder bezig. ‘Het zou prachtig zijn als wij in het laatste weekend nog kunnen spelen, maar we richten ons nu eerst op de poule des doods.’