Olympisch kampioen GB nog steeds populair. Nu de wederopbouw.

Er was zoveel vraag naar kaarten om olympisch kampioen Groot-Brittannië zondag in actie te zien tegen Nieuw-Zeeland, dat de wedstrijd wordt gespeeld in het Quin’s rugbystadion, waar plaats is voor bijna vijftienduizend toeschouwers. Nu is het nog zaak voor coach Mark Hager om weer een kampioenswaardig team te bouwen.  

Voor de wedstrijd volgende week zondag wordt er op het grasveld van Harlequins Rugby Club een kunstgrasveld geïnstalleerd, zodat de Britse mannen en vrouwen hun Pro League-wedstrijd tegen Nieuw-Zeeland kunnen spelen. Al in oktober was de vraag naar kaarten zo groot om de olympisch kampioen van Rio de Janeiro in actie te zien, dat tot deze ludieke actie werd besloten.

Ook zaterdag is het in het Lee Valley Hockey & Tennis Centre druk op de tribunes, als de thuisploeg het opneemt tegen Oranje. Vrijdagavond was een hele tribune bij de Britse mannen in hun wedstrijd tegen Oranje nog afgedekt met Pro League-vlaggen, om de leegheid van die kant wat te verbloemen. Dat is zaterdag niet nodig, als alle Engelse hockeysupporters uitlopen om hun kampioenen in actie te zien. Honderden kinderen wachten na de wedstrijd geduldig tot ze een handtekening krijgen van een van de Britse speelsters.

Het enige probleem: er staan maar een paar olympisch kampioenen op het veld, met speelsters als Lily Owsley en Susannah Townsend. Maar bekende namen als Alex Danson, Maddie Hinch, Kate Richardson-Walsh en Sophie Bray zijn er om verschillende redenen niet meer bij. Op papier is Engeland nog de nummer twee van de wereld en Nederland de nummer één.

Mark Hager, de Australische coach van GB. Foto: Frank Uijlenbroek/Worldsportpics

Het doel is een medaille in Tokio

In de realiteit kon de nummer twee van de wereld zich zaterdagmiddag niet eens meer plaatsen voor de Grand Final, de beste vier van de Pro League. De olympisch kampioen won maar twee van haar vijftien wedstrijden in de nieuwe landencompetitie en staat op de achtste plaats in de rangschikking. Het zal dit Groot-Brittannië wellicht nog enige moeite kosten om zich te plaatsen voor de Olympische Spelen van Tokio. Hoewel coach Mark Hager – dit jaar aangesteld als coach van de olympisch kampioen – daar niets van wil weten.

‘Het kan ook dat de zilveren medaille van de Spelen van Rio moeite heeft om zich te plaatsen. Het enige wat je hebt is als team is het EK en daarna twee wedstrijden om je te kwalificeren. Er zijn heel veel teams die dan moeite zullen hebben om zich te kwalificeren. We zijn nu weer langzaam een team aan het opbouwen, dat kost tijd. Maar het is nog steeds ons doel om een medaille op de Olympische Spelen van Tokio te halen’, vertelt een felle coach Hager na de 0-1 nederlaag tegen Nederland.

Hager mag dan met Groot-Brittannië een moeizame Pro League-campagne spelen, ook hij begin te stralen als het over het massaal toegestroomde publiek gaat. ‘Het laat zien dat wat er ook gebeurt, de supporters alsnog komen om ons en de nummer 1 van de wereld tegen elkaar te zien. Te genieten van de rivaliteit tussen beide teams. Dat is fantastisch. Natuurlijk werkt die gouden medaille nog steeds voor ons, ook al staat er nu een nieuw team en hebben we nog maar vier speelsters van Rio.’

Jaloers kijkt Hager naar Oranje, dat sinds Rio al afscheid nam van kampioenen als Ellen Hoog, Maartje Paumen, Naomi van As, Kitty van Male en Carlien Dirkse van den Heuvel, maar met zoveel grote talenten zich moeiteloos handhaaft als de nummer één van de wereld. ‘Veel jonge speelsters bij Oranje hebben al zo’n vijftig caps. Bij ons spelen ze hier nu hun eerste interland. In Nederland is er genoeg talent. Wij hebben dat hier minder. Wij kijken er naar om dat te verbeteren. Om de clubcompetitie te versterken, zoals die in Nederland is. Ook hebben we nu geïnvesteerd in ons talentenprogramma, om het gat te verkleinen tussen de jeugd en het nationale team.’

De Britten vieren de 1-0, die uiteindelijk wordt afgekeurd, omdat de strafcorner niet buiten de cirkel was gestopt. Foto: Frank Uijlenbroek/Worldsportpics

Britten kijken jaloers naar Nederlandse clubcompetitie

Dat Hager een stijgende lijn te pakken heeft met het nationale team, bleek in de Pro League-wedstrijd tegen het Nederlands elftal. De Oranje Dames speelden misschien voor hun doen een matige wedstrijd, dat kwam volgens Hager ook zeker door de felheid van de Britten. Daar had hij deels gelijk in. De Britten lieten zien dat ze elke aanval van Oranje vakkundig konden afbreken, vlak voordat het gevaarlijk werd in de cirkel.

Eigenlijk had de hardwerkende thuisploeg de overwinning verdiend. Toen meerdere grote kansen om zeep waren geholpen, leek de wonderschone sleeppush van Giselle Ansley, die er ook bij was in Rio, in de kruising de verlossing te betekenen. Maar de bal bleek na een videoreferral inderdaad niet buiten de cirkel gestopt te zijn. Waardoor wereldkampioen Oranje anderhalve minuut voor tijd heel gluiperig maar oh zo vakkundig de Britse supportersharten brak met een sneaky tip-in van wie anders dan Kelly Jonker.

De Britse ploeg kon de lastminute nederlaag moeilijk verwerken, ook al was plaatsing voor de Grand Final al verloren. Voor een ploeg die weer helemaal moet worden opgebouwd, was een resultaat belangrijk geweest, concludeerde Hager. ‘Ik wil de statistieken van deze wedstrijd wel zien. Wij waren dominant. We hadden meer schoten op goal. Wij verdedigden ze goed en hebben er echt een wedstrijd van gemaakt. We speelden beter dan Nederland, we hadden moeten winnen. Maar we moeten ook leren om dit soort wedstrijden te winnen. Ik ben trots op die meiden, maar ook ontzettend teleurgesteld in het resultaat.’

Volgende week sluiten de Britten hun mislukte Pro League-campagne af in het Quin’s rugbystadion voor meer dan tienduizend supporters. De ploeg trekt nog steeds volle zalen, op basis van die magische comeback in de finale van de Olympische Spelen in Rio de Janeiro, maar zal hard aan de bak moeten om maar een zweempje van die oude glorietijden te laten herleven in Tokio.