Terugblik op uniek WK: ‘Contrast was in het begin groot’

Het eerste WK hockey dat in twee landen werd gehouden ligt inmiddels een paar dagen achter ons. Met KNHB-evenementenmanager Joost Vettorato blikken we terug op het unieke toernooi in Nederland en Spanje. ‘Dit toernooi was door de internationale samenwerking toch weer heel anders dan de rest.’

Het is zondagavond, iets na half negen. Over een uur begint de WK-finale tussen Nederland en Argentinië. Het olympisch stadion van Terrassa stroomt langzaam vol. Oranje en lichtblauwe shirts vullen het straatje dat naar de tribunes leidt. Vanaf de gigantische trap voor het stadion kijkt Vettorato tevreden om zich heen. ‘Voor mijn Spaanse collega’s is het geweldig dat het toernooi zo eindigt. Volle tribunes, twee fantastische teams, een uitverkochte wedstrijd. Een droomfinale.’

In Nederland was Vettorato verantwoordelijk voor het runnen van het WK. In Spanje zitten zijn uitvoerende taken erop en is hij vooral aandachtig toeschouwer. ‘We hebben vanaf het begin aangegeven hoe de verhoudingen zijn. Zij zijn de hoofdaannemer van dit WK, wij de onderaannemer. Het eindstuk is hier voor de Spanjaarden. In het begin hebben we samen opgetrokken. Waren er – vooral van hun kant – veel vragen. Daarna zijn we allebei onze eigen weg gegaan. Uiteraard hebben we er samen met de FIH wel voor gezorgd dat de uitstraling van het toernooi op beide terreinen hetzelfde was. Dezelfde reclameborden, vlaggen, logo’s, kleuren. Kijk maar om je heen, alles ziet hetzelfde eruit als in Amstelveen.’

Nederlandse fans tijdens de uitverkochte finale in Terrassa. Foto: Willem Vernes

Lege stoeltjes

Wat er wel anders uitzag waren de tribunes. Het Wagener Stadion was op iedere speeldag van Nederland uitverkocht, in het Estadi Olympic in Terrassa bleven – zelfs als Spanje speelde – vaak veel stoeltjes leeg. ‘Dat vond ik wel moeilijk om te zien, vooral in het begin’, geeft Vettorato toe. ‘Je weet ook hoe hard er daar aan gewerkt is. Het contrast was toen groot, zeker omdat we in Nederland begonnen met twee uitverkochte dagen. Die sfeer gun je de Spaanse organisatie ook.’

Op de dagen dat Nederland niet in actie kwam, was ook het Wagener behoorlijk leeg. ‘Eigenlijk viel de bezetting mij niet tegen’, countert Vettorato. ‘Ook op die momenten zaten er minstens tweeduizend toeschouwers. We hebben geprobeerd om juist op die dagen side-events te organiseren. Daarmee werd het aantrekkelijker om ook naar het toernooi te gaan. Als je ’s ochtends naar een scheidsrechterscongres gaat, is het toch leuk om daarna nog een paar potjes mee te pakken. Maar het was wel een pijnpuntje natuurlijk. Je gaat nooit tienduizend bezoekers krijgen voor Nieuw-Zeeland tegen China, om maar wat te zeggen.’

De telefoon gaat. Vettorato krijgt de vraag waar geparkeerd kan worden bij het stadion in Terrassa. ‘Hier in de wijk’, luidt het antwoord. ‘Tsja. Dat was een probleem bij dit toernooi’, zegt Vettorato als hij opgehangen heeft. ‘In Spanje was het parkeren niet geregeld. Geen groot terrein hier in de buurt, geen pendelbussen. Je moest maar hopen dat er plek is, in de straatjes rondom het stadion. Ook ik vind dat onbegrijpelijk. We hebben onze Spaanse collega’s geadviseerd hieraan te denken. Ze wilden op deze manier het reizen met het openbaar vervoer stimuleren, begreep ik. Maar vervelend was het wel, ook voor de Nederlandse fans, die met de auto zijn gekomen.’

Argentijnse fans op de tribune van het Estadi Olímpic in Terrassa. Foto: Willem Vernes

Dagelijkse afterparty

‘Maar ook bij ons was er een vervoerskwestie’, kaart Vettorato aan. ‘We hadden de eerste dag problemen met de shuttledienst van het stadion naar de Rai, waar het publiek kon parkeren. Er waren te weinig bussen en ook te weinig personeel. Gelukkig konden we dat snel opschalen.’

Hij wijst naar de grote appartementencomplexen aan de drukke verkeersader. ‘In Nederland zou je een toernooi op deze locatie er niet eens doorheen krijgen bij de plaatselijke instanties. Hier hebben ze als toetje ook nog een band, die tot 01.00 uur ’s nachts op het toernooiterrein. Geweldig natuurlijk, maar in Amstelveen zou dat nooit kunnen. We hebben het in Den Haag in 2014 wel geprobeerd, zo’n dagelijkse afterparty. Maar we kregen de zaal niet vol. Het publiek zit daar blijkbaar niet op te wachten. Als dat wel zo is – en het kan volgens de regels van de gemeente – dan zou ik het best leuk vinden om daarnaar te kijken.’

Alle issues wegen volgens Vettorato niet op bij het gevoel dat bij hem overheerst. ‘Overall zijn we erg tevreden hoe het gelopen is. Natuurlijk loopt er altijd iets anders dan gedacht. Maar als je kijkt naar deze finaledag, de prachtige ambiance die er zaterdag was bij Duitsland-Argentinië en de vier wedstrijden van Oranje in Nederland, dan is het toch zeker een succes geworden. De speeltijden waren goed en overlapten niet met andere grote sportevenementen als Wimbledon, de Tour en het EK vrouwenvoetbal.’

Een vol Wagener leeft toe naar Nederland – België. Foto: Willem Vernes

Het bid voor het WK van 2026

Als het mee zit, organiseert Nederland over vier jaar weer een mondiaal eindtoernooi. De KNHB hoopt samen met de Belgische bond in 2026 een dubbel-WK. ‘We hebben ook dit toernooi weer gezien dat we niet voor een ‘enkel toernooi’ moeten gaan, waarin alleen de dames of de heren spelen. Wat ik al aangaf, dat levert problemen op voor de begroting. Dit WK was daarin anders, daarin wilden we vooral Spanje ondersteunen.’

‘Wat we ook zeker meenemen is de manier van contact houden en overleggen. Nu hebben we na het gemeenschappelijke bid ieder onze verantwoordelijkheid genomen. Achteraf denk ik dat het beter was geweest om een vaste stuurgroep op te zetten, die tijdens het hele proces met elkaar had gecommuniceerd. Met de afgevaardigden van de Spaanse bond, de KNHB en de FIH, die dan geregeld om de tafel hadden gezeten. Hierdoor zouden we meer zicht hebben op elkaars probleem en hadden we bijvoorbeeld bij kunnen sturen op het parkeerprobleem bij Terrassa.’

Voor Vettorato was het alweer ‘ongeveer zijn twintigste’ evenement dat hij georganiseerd heeft. Hij begon in 1998, tijdens het legendarische dubbel-WK in Utrecht. ‘Deze was door de internationale samenwerking toch weer heel anders dan de rest. Daardoor haal je niet het bekende draaiboek ‘maar weer even uit de kast.’ Het was soms even schakelen om alles om dezelfde manier te doen, maar dat maakt het ook uniek. Deze krijgt een bijzonder plekje tussen alle toernooien.’


Wat vind jij? Praat mee...