Hij was een van de vijf Nederlanders die de afgelopen weken schitterden in de Hockey India League. Floris Wortelboer kwam, zag en genoot bij UP Rudras. De international keerde niet alleen terug met een bijzonder aardig zakcentje, maar ook met een bulk aan verhalen en herinneringen. ‘Ik ben echt van India gaan houden.’
‘Ik heb verhalen gehoord die voor een Nederlander onvoorstelbaar zijn. Kijk, voor ons is hockey een spel. Een belangrijke hobby, waarmee we in de top geld kunnen verdienen. Maar voor Indiase jongens heeft sport nog een andere betekenis. Voor hen is het een manier om aan de armoede te ontsnappen. Om zichzelf en hun familie een betere toekomst te geven. Voor hen is het van levensbelang om in een nationale ploeg te zitten. Dat levert niet alleen sportief iets moois op, maar zorgt er ook vaak voor dat ze een baan krijgen bij een overheidsbedrijf.’
Het is een week nadat Wortelboer weer voet heeft gezet op Nederlandse bodem. Anderhalve maand verbleef hij in Rourkela. Een hockeygekke Indiase industriestad, waar de Bloemendaler uitkwam voor Rudras dat door een groot industriebedrijf werd gefinancierd. Hij was daar niet de enige Nederlander. Paul van Ass en Thomas Tichelman waren de coaches van het team, waarin ook mede-international Lars Balk speelde.
Dit bericht op Instagram bekijken
Rock-paper-scissors
‘Ik ben heel erg blij dat ik deze bijzondere ervaring heb meegemaakt’, zegt Wortelboer, die afgelopen najaar voor 27 Indiase lakhs (omgerekend 29.000 euro) onder de hamer ging. ’Het klinkt megacliché, maar dit is echt een verrijking voor mij. En nee, dan bedoel ik niet het bedrag waarvoor ik geveild ben. Ik heb enorm genoten. Wist niet helemaal wat ik kon verwachten, al had ik vooraf natuurlijk wel wat verhalen gehoord over voorgaande edities. De opzet was dit jaar anders dan voorheen. Dat maakte het voor mij niet minder speciaal.’
In tegenstelling tot de eerdere edities werd de competitie nu bijna alleen in Rourkela afgewerkt. ‘In India hockeyen en op straat lopen is een verhaal apart. Het is intens en chaotisch. Ik ben met het Nederlands elftal een paar keer in India geweest. Maar dan dompel je je niet zo onder in een cultuur als nu. Bij Rudras zat ik in een ploeg met zestien Indiërs. Dat vond ik fascinerend. Hockey is daar dus veel meer dan sport. Wij worden op een gegeven moment geselecteerd voor een nationaal jeugdteam. Vanuit daar kun je Oranje halen. Maar die gasten gaan vaak op hun elfde al uit huis. Dan gaan ze bijvoorbeeld naar een hockeyschool, soms ver bij hun ouders vandaan. Ze laten alles achter om hun droom na te jagen.’
Ook de hiërarchie werkte soms compleet anders. ‘Kijk, ik sliep op de kamer met Lars. Wij hadden allebei in een eigen bed. Rock-paper-scissors en de verdeling is gemaakt. Ook twee Indiërs uit ons team deelden een kamer. Maar de jongste – en minst ervaren speler – sliep daar op de grond. Uit respect voor de oudere jongen. Dat vond niemand gek. Het was niet zielig. Dat was de norm. Totaal anders dan bij ons. Dat vind ik megaboeiend.’

De teamkapper van UP Rudras in actie. Foto: Floris Wortelboer
De chauffeur zonder rijbewijs en de Indiase slaaptrein
Na Balk (40 lakhs) en de Nieuw-Zeelander Kane Russell (30 lakhs) was Wortelboer de duurste buitenlandse speler van Rudras, dat uiteindelijk vijfde werd in de competitie. Zijn ploeggenoten wisten maar al te goed dat ze een internationale superster in huis hadden gehaald. ‘Voor de eerste training kwam er een jonge Indiase speler naar mij toe. Of ik hem wilde leren hoe je een backhand moest slaan. Nou, bij Bloemendaal heb ik die vraag nog nooit gekregen. Overigens kon hij best een aardige backhand slaan, dus zoveel tips kon ik niet geven, haha.’
Wortelboer viel soms van de ene verbazing in de andere. Zo zat hij in een taxi, die bestuurd werd door een teamgenoot die geen rijbewijs bleek te hebben. ‘Maar hij reed prima.’ En hij ging geregeld met zijn teamgenoten naar de kapper. ‘Maar zoals vaker in India, deed die kapper gewoon zijn werk op straat. Daar stond gewoon, vlak bij het verkeer, een stoel op straat. Naar westelijke begrippen is dat natuurlijk abnormaal. Voor ons was dat een belevenis. Russell is vervolgens elke week naar die kapper gegaan. Kostte ook maar een euro.’

Met zijn Engelse teamgenoot Sam Ward in de kleedkamer. Foto: Instagram Sam Ward
De enige wedstrijd die Rudras buiten Rourkela speelde, was in Ranchi. ‘Een reis van een halve dag. Heen gingen we met taxi’s, wat al gekkenwerk was in het Indiase verkeer. Terug in de trein was helemaal een belevenis. We reisden in een slaaptrein, sliepen met z’n zessen in een cabine. Af en toe stond de trein stil, omdat er mensen op het spoor liepen. Schijnt ook vaker voor te komen. Omdat we vertraging hadden, zijn we nog thuis geweest bij een Indiase jongen. Ook heel speciaal om mee te maken.’
Lang verhaal kort: ‘Ik ben echt van India gaan houden. Het was prachtig dat het dit jaar mogelijk was om dit te doen. Uit je comfortzone. In een ander team, in een compleet ander land. Ik kan het iedereen aanraden om dit ooit mee te maken.’
Wat vind jij? Praat mee...
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.