Maak kennis met het hoogstspelende tweede team van het land

Ze zijn het hoogstspelende tweede team van Nederland. De meiden van Rotterdam onder 18-2 werden onlangs kampioen in de Subtopklasse en promoveerden daardoor naar de Super A. Daar nemen ze het op tegen zeven eerstelijnsteams.

Als de meiden van Rotterdam O18-2 het veld oplopen, ziet het er meestal net wat anders uit dan bij de tegenstander. De een draagt een grote trui, de ander heeft haar jas nog aan. Het maakt hen niet uit dat het andere team al heeft ingelopen en dat ze allemaal hetzelfde trainingspak dragen.

Twee jaar geleden had het team van coach Tom van den Akker ook al een aardige prestatie neergezet. Als tweede team van Rotterdam behaalden zij de Super B-competitie. De ontlading was groot, maar het succes wat minder. Na twee wedstrijden brak de coronapandemie uit. De competitie is stilgelegd en werd niet meer hervat. Inmiddels zijn de meeste meiden zestien of zeventien jaar en zijn ze opnieuw gepromoveerd.  ‘Ik ben allereerst supertrots op de meiden’, zegt Van den Akker. ‘Ze hebben het helemaal zelf gedaan. Het is een fanatiek team dat al jaren bij elkaar zit. De sfeer is fantastisch. De meiden komen naar ons toe met vragen over huiswerk of over het bemachtigen van een kamer in de stad waar ze gaan studeren. Als het in het koppie goed zit, dan komen de resultaten vanzelf. Door de promotie krijgt het team hulp van een conditietrainer.’

Foto: Margot van der Grinten

‘Ik hoef ze niet te leren hoe ze moeten hockeyen, maar ik moet ze soms wel vragen om te komen trainen. We hebben voor het einde van de voorcompetitie ook wel even getwijfeld. Heeft het zin om te promoveren? Worden we dan niet weggetikt? We hebben geoefend tegen Craeyenhout MO18-1. Zij zitten nu bij ons in de poule. Toen we die wedstrijd wonnen wisten we het zeker. We gingen voor het kampioenschap in de Subtopklasse.’

Een godsvermogen aan kroketten

Tegenstanders hebben niet altijd even hoge verwachtingen van dit tweede team van Rotterdam. ‘Ja, we worden vaak onderschat. We zijn immers het tweede team. Gelukkig kunnen we daar goed mee omgaan. We stijgen boven onszelf uit als we tegenover een goede tegenstander staan. Zeker als ik bij winst trakteer op kroketten. Dat heeft me al een godsvermogen gekost’, vertelt Van den Akker lachend.

De koppen moeten voor de start van de competitie wel weer op scherp staan. ‘We hebben het zeker gevierd. Opa’s en oma’s stonden allemaal langs de lijn tijdens de laatste wedstrijd op het hoofdveld van Rotterdam. Het feesten is nu weer voorbij, want er staan moeilijke wedstrijden op ons te wachten. Ook daar hebben we het over gehad. Willen we elke zaterdag fris en fruitig op het veld staan? Willen we aan de conditie gaan werken? Het is ook een dilemma: ga je mee of haak je af? Uiteindelijk hebben de meiden gekozen voor het eerste.’

Foto: Margot van der Grinten

Ouders die verder moeten rijden, spelen op hoofdvelden van topclubs en lunchen na de wedstrijd met de tegenstander. Het Rotterdamse team krijgt te maken met een andere wereld. ‘Het is heel gaaf dat we straks op Bloemendaal mogen spelen. Dat is zo’n club waar je vroeger van droomde. Dat die in de jeugd nog uitkomt is supervet. We zijn zeker geen favoriet. Maar als we laatste worden, dan verbranden we onze sticks. Dat laten we echt niet gebeuren.’

Foto: Margot van der Grinten