In de rubriek Youngstars geven we talenten van Nederlands O16 en O18 een plek in de schijnwerpers. Wie zijn ze, wat is hun drijfveer en hoe zien zij de toekomst? We beginnen dit seizoen met Carlijn Vogelaar (16), aanvaller bij Den Bosch O18-1 en Nederlands O18.
Wat doe je nog meer in het weekend, naast hockey?
Carlijn: ‘Ik vind watersport heel leuk. Ik hou van surfen, windsurfen en zeilen. In het weekend ga ik vaak naar het Engelermeer, dat is lekker dichtbij Den Bosch. Soms ga ik ook naar Zeeland, Friesland is wat te ver weg. Ik doe die watersporten al sinds mijn negende en ik ben er best goed in. Ik ben zelfs instructrice, dus ik kan ook anderen lesgeven. Maar als ik één van die drie moet kiezen, ga ik voor windsurfen. Dat is wat actiever en je staat zelf op het board, in plaats van dat je in een boot zit. Ook ben ik in het weekend meestal bij Den Bosch om andere teams te supporten. En natuurlijk werk ik ook aan school. Dat hoort erbij en is belangrijk, want zowel bij Den Bosch als bij het Nederlands team vinden ze dat je je school serieus moet nemen.’

Wie is jouw grote hockey voorbeeld?
‘Timo Boers. Hij heeft ontzettend veel talent, let goed op de details en kan ver scoopen. Daarnaast heeft hij een heel sterke corner, dat is iets waar ik zelf ook mee bezig ben. Ik heb cornertraining van hem gehad en dat vond ik heel inspirerend. Hij is niet alleen een goede speler, maar ook gewoon een leuk en gezellig persoon om mee te praten. Daarnaast keek ik ook graag naar Jeroen Hertzberger. Hij had echt een neusje voor de goal en wist precies wanneer hij moest instappen om de bal te krijgen. Hij speelde heel slim en tactisch, dat vind ik heel knap.’
Carlijn Vogelaar. Foto: Willem Vernes
Wanneer trok jij voor het eerst jouw oranje tenue aan?
‘Bij het Nederlands elftal Onder 15, twee jaar geleden. Dat was echt een bijzonder moment, want je speelt dan niet zomaar een wedstrijd, maar je vertegenwoordigt je land. Ik was daar ontzettend trots op en vond het heel vet om mee te maken. Volgens mij was het toen een oefenwedstrijd tegen België en alles ging eigenlijk meteen heel goed. Het voelde precies zoals ik had gehoopt: een vette ervaring met een geweldige sfeer. Met het team hebben we ook veel succes gehad. Vorig jaar hebben we alleen een keer van Duitsland verloren, maar de rest van de wedstrijden hebben we allemaal gewonnen.’
Wat is het grootste verschil tussen jouw club en het Nederlandse team?
‘Het tempo ligt bij Oranje een stuk hoger dan bij mijn eigen team in Den Bosch. Je moet elke seconde volledig scherp zijn. En bij mijn club ken ik alle meiden natuurlijk al vanaf jongs af aan, terwijl je bij het nationale team juist met speelsters uit heel Nederland samenkomt.’
Carlijn Vogelaar. Foto: Willem Vernes
Heb je rituelen voor een wedstrijd?
‘Ja, best veel. Voor de wedstrijd eet ik altijd twee gebakken eitjes die mijn moeder maakt en een boterham met pindakaas. Tijdens het inlopen neem ik altijd een Fruitella. Ik ben daar ooit mee begonnen, samen met een teamgenoot. Ik ben het daarna blijven doen, het geeft me net dat beetje extra energie. Qua smaak maakt het meestal niet uit, maar in het voorseizoen let ik wel op de kleuren van de Fruitella. Als we een wedstrijd verliezen en ik heb een bepaalde kleur gegeten, dan neem ik die de volgende keer niet meer. En na afloop heb ik ook nog een gewoonte: als we winnen stop ik de wikkel van de Fruitella in mijn bitjesdoosje. Inmiddels zitten daar al heel wat papiertjes in.’
Wat is jouw favoriete trucje?
‘Eigenlijk alles wat met 3D-hockey te maken heeft. Ik hou ervan om trucjes te proberen waarbij je de tegenstander verrast door de bal op te tillen. Mijn favoriete actie is een liftje, maar ik doe ook graag een chopje of ik probeer er gewoon handig omheen te spelen. Het fijne aan 3D-hockey is dat veel verdedigers laag verdedigen. Daardoor kom je er met een goede lift vaak gemakkelijk langs. Natuurlijk gaat het niet altijd goed, maar dat maakt het juist leuk. Het is niet super moeilijk, maar je moet wel durven en blijven oefenen.’
Carlijn Vogelaar. Foto: Martijn Storm
Wat is een typische Carlijn-actie?
‘Ik ben eigenlijk meer van het passen dan van zelf een actie aangaan. Maar als ik toch een actie maak, dan probeer ik gewoon mijn tegenstander voorbij te komen en vol overtuiging op goal te schieten. Het liefst natuurlijk in de kruising, maar eerlijk gezegd maakt het me niet zoveel uit waar de bal eindigt. Als ik scoor, heb ik wel een vaste juichactie. De zeester. Die heb ik al vanaf jongs af aan, de naam is bedacht door mijn coach. Dan steek ik mijn linker- en rechterarm omhoog en zet ik mijn voeten schuin naar beneden, precies als een zeester. Buiten het veld ben ik juist heel anders: een typische Carlijn-actie is gewoon aardig zijn. Ik probeer altijd leuk en vriendelijk te zijn naar iedereen, en ik wil dat iedereen zich op zijn gemak voelt. Mensen kunnen altijd bij me terecht als er iets is. Ik ben van nature heel positief. Ook als het even niet zo goed gaat, probeer ik de spirit erin te houden. Ik moedig mijn teamgenoten altijd aan en geloof er gewoon in dat het lukt. Die positiviteit neem ik overal mee naartoe.’
Heb je ooit eens een blessure gehad?
‘Gelukkig heb ik nog nooit een heel zware blessure gehad waardoor ik lang uit de roulatie lag. Een keer ben ik flink door mijn enkel gegaan. Dat deed wel even pijn, maar na vijf dagen kon ik alweer alles doen. Het was dus niet iets heel ernstigs. Tijdens wedstrijden val ik wel regelmatig. Vaak is dat gewoon door een sliding of een actie waarbij ik onderuit ga. Dan hou ik meestal wat schaafwonden over, maar die genezen altijd snel. Ik zit daardoor vaak helemaal onder de schrammen en blauwe plekken, maar eerlijk gezegd maakt me dat niet zoveel uit.’
Wat is een hockey moment dat jij nooit meer zal vergeten?
‘Een van mijn mooiste herinneringen is de NK-finale in de zaal van vorig seizoen met Den Bosch. In die wedstrijd scoorde ik vier keer en we wonnen van Tilburg. Dat maakte het extra bijzonder. Tilburg en Den Bosch zijn in de zaal altijd aan elkaar gewaagd; we spelen ieder seizoen wel vier of vijf keer tegen elkaar. Daardoor kennen we elkaar door en door, wat de finale nog spannender maakte. Uiteindelijk stond ik daar met een gouden medaille, dat was een geweldig gevoel. Op school kreeg ik veel reacties en vonden mijn vriendinnen het supergaaf. Voor even was ik daar echt een beetje een held, dat zal ik niet snel vergeten.’
Carlijn Vogelaar. Foto: Willem Vernes
Waar blink je in uit op het veld?
‘Ik denk in het maken van doelpunten. Het liefst scoor ik met een harde sleep of strakke backhand in de kruising. Op het veld maak ik meestal goals uit een aanval, maar in de zaal vaker uit de corner. Mijn droomgoal? Een backhand door mijn benen, iets wat ik ooit met mijn broer oefende. Het zou geweldig zijn dat eens in een echte wedstrijd te doen.’
Wat vind jij? Praat mee...
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.