Youngstars: 10 brandende vragen aan Marit van Buul (15)

In deze rubriek geven we talenten van Nederlands O18 en O16 een plek in de schijnwerpers. Wie zijn ze, wat is hun drijfveer en hoe zien zij de toekomst? Deze week Marit van Buul (15), keeper bij Pinoké MO18-1.

Heb je al eens een interland gepeeld? Hoe voelde dat voor jou?
Marit van Buul: ‘Ja, mijn eerste was tegen Frankrijk met O15. Ik ben daar heel trots op en vind het mooi dat ik dat mocht meemaken. Ik was erg zenuwachtig want je wil het gewoon graag goed doen. Als je er eenmaal inzit, vergeet je alle wedstrijdspanning en is het een leuk potje met vriendinnen.’

Wat is verschil tussen Nederlands B en jouw eigen team bij je hockeyclub?
‘De leeftijden die verschillen enorm. Bij Nederlands B is iedereen van mijn eigen leeftijd, bij mijn team bij Pinoké is bijna iedereen ouder dan ik. Het tempo van het spel is bij Nederlands B ook iets hoger, merk ik. Op de trainingen geeft iedereen echt alles wat ze kunnen geven om iedere keer het beste eruit te halen. Je bent bij eigen club toch meer aan het lachen en plezier aan het maken. Bij Nederlands B maak je natuurlijk ook plezier, maar het is net allemaal ietsje serieuzer.’

Wie is jouw grote voorbeeld?
‘Maddie Hinch en Kiki Gunneman zijn mijn grote voorbeelden. Ik train samen met Kiki want zij speelt bij mijn club. Dat is echt supervet. Ik mag Kiki altijd vragen stellen als ik iets moeilijk vind en ik kijk altijd goed hoe zij in situaties keept. Daar kan ik enorm veel van leren. Maddie Hinch is ook een groot voorbeeld. Hoe zij in het goal staat vind ik bijzonder, ze is zelf niet groot en kan nog steeds vaak alle ballen hebben. Dat vind ik knap.’

Heb je bepaalde rituelen voor een wedstrijd?
‘Ja, enorm veel. Altijd na de warming-up moet ik samen met een vriendinnetje een strafbal oefenen. Ik probeer die dan natuurlijk te stoppen. Met alle meiden van de verdediging hebben we een soort handshake ontwikkeld. Die doen wij als we beginnen aan de wedstrijd en als wij een goal maken. Als de wedstrijd is begonnen draai ik altijd een rondje met mijn stick. Dat doe ik samen met een vriendin, we zitten niet elk jaar bij elkaar in het team, maar doen het allebei altijd. De laatste is alleen van mij. Ik drink voor een strafcorner altijd uit mijn bidon en die zet ik dan op een bepaalde plek neer. Als we één van de rituelen toch vergeten zet ik mijn helm af. De wedstrijd mag dan niet starten, of ik ga nog eventjes drinken. De rituelen moeten gewoon gebeuren.’

Jouw mooiste redding?
‘Bij Nederlands O16 dit weekend. Toen heb ik een mooie strafbal gepakt tegen België nadat ik in de shoot-out een fout had gemaakt. De wedstrijd hadden we al gewonnen met 6-0. Een andere mooie redding was tijdens een toernooi met Nederlands O-15. In Frankrijk en tegen Frankrijk hield ik veel shoot-outs, die springen er voor mij ook echt uit.’

Wat is jouw mooiste hockeymoment?
‘Nadat we de halve finale op het NK hadden gehaald. Dat was erg gaaf en een knappe prestatie van het team. Een andere toffe ervaring is een oefenwedstrijd geweest. Ik mocht bij Pinoké Dames1 een kwart keepen tegen Den Bosch. Dat ging goed! Ik kreeg wel een paar strafcorners tegen, maar er ging gelukkig niets in. Ik had vooral enorm veel plezier.’

Heb je al eens een blessure gehad?
‘Ja, ik had vorig jaar een heupblessure. Ik had al eventjes last van mijn heup en toen is het er tijdens een gymles ingeschoten. Toen kon ik eventjes wat minder doen, daar was ik op een gegeven moment wel klaar mee. Het was gelukkig in de zomervakantie dus ik had er niet veel last van met trainingen of wedstrijden. Ik heb niks hoeven missen.’

Waar blink jij nou echt in uit?
‘Ik stop pas als ik de bal echt heb, eerder niet. Als iemand op mij afloopt, ga ik er altijd direct op af. Daar ligt mijn kracht. Ik heb er altijd zin in, ik wil gewoon hockeyen en veel ballen krijgen. Gezelligheid is belangrijk, maar wel lekker fanatiek, ik wil het serieus aanpakken.’

Welk moment in je hockeycarrière tot nu toe vergeet je nooit meer?
‘Toen ik werd doorgeschoven C naar de B bij mijn club. Ik ben toen vervroegd doorgeschoven, dat was erg wennen. Aan de meiden, maar ook het niveau. Op een gegeven moment merk je dat je makkelijker mee kan doen met het niveau en dan wordt het steeds leuker. De coach was ook enorm leuk en heeft mij goed geholpen toen. Dus ik voelde mij enorm thuis, dat vergeet ik niet meer.’

Hoe zie jij jezelf over 10 jaar?
‘Ik hoop dat ik dan in Dames 1 zit bij Pinoké en ook in het Nederlands elftal mag spelen. Het leukste lijkt mij om die twee dromen waar te maken. Ik ga vaak kijken op de zondagen op mijn eigen hockeyclub en op een gegeven moment ben je zelf serieuzer bezig en wil je doelen behalen, een daarvan is dus spelen in Dames1. Daar ga ik voor.’

 


Wat vind jij? Praat mee...