Hoe Sarah Sinck de race tegen de WK-klok verloor

Ze had eind vorig jaar de selectie voor het WK onder 21 jaar al gehaald. En toch zien we Sarah Sinck niet terug op het toernooi bij Jong Oranje, dat morgen in Zuid-Afrika begint. De goalie van Oranje-Rood verloor na een hersenschudding haar race tegen de klok, maar keepte zondag al wel weer bij haar club. 

‘Het gaat goed. Nu wel weer. Ik heb al bijna twee weken geen klachten meer’, klinkt Sinck vrij opgewekt aan de telefoon. Het is dinsdagavond. Haar teamgenoten van Jong Oranje zijn de dag daarvoor in het vliegtuig gestapt. Bestemming: Potchefstroom, dat de komende twaalf dagen gastheer is van het WK. Daar staan veel meiden waarmee Sinck jaren in het veld stond. Urenlang op het trainingsveld meters maakte. Toernooien speelde. Samen mee lachte. En mee treurde, bijvoorbeeld over de onzekerheid rondom het WK. 

Nog even heel kort: het toernooi werd in december afgelast vanwege de opkomst van de omicron-variant in Zuid-Afrika. Op verzoek van veel deelnemende teams vond wereldhockeybond FIH nieuwe data voor het toernooi, in april. De KNHB trok Jong Oranje terug van het WK, omdat de speelkalender aanvankelijk te vol bleek. Ruim een maand geleden kwam er alsnog groen licht, nadat een aantal toernooiregels – meer spelers, korter WK – was verruimd.

Sinck vorig jaar in een oefenduel van Jong Oranje tegen Chili. Foto: Koen Suyk

De botsing tijdens een doodnormale oefensessie

Uiteindelijk leek het dus goed te komen, voor Jong Oranje en dus ook voor Sinck. Een vaste keus in de groep. De enige keeper van haar leeftijd die ook wekelijks onder de lat staat in de Hoofdklasse. Tot een training, eind februari. Een doodgewone oefensessie bij Oranje-Rood. ‘We deden een oefening op goal, zoals we die heel vaak doen’, vertelt Sinck. ‘Niets geks of abnormaals. Een aanvaller kwam op mij af en ik dook naar de bal. Het ging sneller dan zij had verwacht. We botsten. Ze kwam met haar been tegen mijn hoofd en nek. Mijn helm viel af.’

‘Mijn hoofd werd even door elkaar geschud.’

Ze verbeet de pijn. Zal wel over gaan. Maakte de training af. ‘Maar de volgende dagen kreeg ik steeds meer last. Werd ik misselijk en duizelig. Natuurlijk dacht ik terug aan die botsing. Ik kende alle verhalen over hersenschuddingen. Mijn teamgenootje Josephine Murray liep er in dezelfde week ook eentje op. Ik had toen wel door wat er aan de hand was. Dat het WK misschien wel een spannende ging worden. Maar helemaal voorbij was het ook nog niet.’

Sinck als sluitpost van Oranje-Rood. Foto: Koen Suyk

Een heel weekend plat

Haar vertrouwen in een goede afloop kreeg een knauw toen ze na een paar weken een terugval kreeg. ‘Dat betekende een heel weekend plat liggen en daarna de draad weer oppakken. Niet de vooruitgang boeken die ik nodig had. Ik dacht toen dat ik het kon vergeten. Maar….ik had nog een moment om me te bewijzen. Onze maandagtraining. Dat was de belangrijkste test. Daar hield ik mij aan vast, werkte ik naar toe. Een paar dagen daarvoor werd ik gebeld. Het hoefde niet meer. Ze (de staf van Jong Oranje, red.) durfden het niet aan om mij te laten keepen. Wilden het risico niet nemen.’

Inmiddels is het zo’n tien anderhalve week geleden dat haar WK-droom op die manier uiteenspatte. Een toernooi waar ze twee jaar naar toe leefde. ‘Ik had zo graag nog meer gedaan om wel te kunnen gaan. Ik was boos op de situatie. Dat het zo gelopen was. Ik snap wel dat ze voorzichtig met mij moeten zijn, maar ik had het nog zo graag willen proberen.’

Ondertussen maakte ze ook weer vorderingen. Ze ging juist in die dagen na het bewuste belletje zo snel vooruit, dat Sinck afgelopen zondag weer keepte stond bij Oranje-Rood. ‘Dat ging eigenlijk heel goed. Ik heb geen klachten gehad. Vlak na de wedstrijd niet, nu een paar dagen later ook nog niet.’

Het had een prachtig jaar moeten worden met Jong Oranje. Eerst de teleurstelling over het uitstel van het WK. En nu dit. Sarah Sinck

Diep in haar hart beseft ze ook dat een heel toernooi, inclusief een lange vlucht, wel een andere inspanning vraagt dan een competitiewedstrijd. ‘Maar ik was er zo graag bijgeweest. Het had een prachtig jaar moeten worden met Jong Oranje. Eerst was er de teleurstelling over het uitstel van het WK. En nu dit. Het had anders moeten lopen.’

Sinck wist nog niet hoe de rolverdeling zou zijn tussen haar en Sofie ter Kuile, de andere sluitpost in de selectie. ‘Maar ik denk dat we het hadden afgewisseld. Zo hebben we het de laatste tijd steeds gedaan. Dat vonden we allebei prima. We probeerden de keepersrol te delen.’

Terwijl Ter Kuile en haar generatiegenoten een onvergetelijk avontuur tegemoet gaan, zit er voor Sinck niets anders op dan zich te richten op de trainingen van haar club, die de komende drie weken geen wedstrijden heeft. ‘Ik merk dat ik een enorme bewijsdrang heb. Ondertussen moet ik natuurlijk ook op mijzelf blijven passen. Die botsing heeft al te veel moois verpest.’


Wat vind jij? Praat mee...