Glijpartij kostte Van der Veen bijna zijn derde WK: ‘Ben weer de oude’

Nog maar een paar weken geleden zat er een enorme brace om zijn rechterbeen en hing zijn deelname aan zijn derde jeugd-WK aan een zijden draadje. Maar nu, in India, heeft aanvoerder Casper van der Veen (21) alweer drie doelpunten op zijn naam staan. Het lijkt wel alsof de aanvaller van Bloemendaal nooit geblesseerd is geweest. ‘Ik heb altijd geloofd dat ik het WK ging halen.’

Als Van der Veen zondag in de poulewedstrijd tegen Maleisië (6-0 winst) met zijn backhand verwoestend uithaalt en de 2-0 binnenschiet, schudt een Indiase journalist op de perstribune van ongeloof met zijn hoofd. ‘Valt hij eigenlijk wel binnen de leeftijdsgrens van dit WK?’ grapt hij. Hij kan haast niet geloven dat de spits nog maar 21 jaar is. Zijn robuuste lichaam, zijn keiharde schot, zijn prachtige goals: alles suggereert dat hij ouder is, zegt de journalist lachend.

Van der Veen straalt inderdaad niet uit alsof hij net van de basisschool komt. Hij is de meest ervaren speler in de selectie van Jong Oranje. Als enige van de twintig meegereisde spelers speelt hij in India al zijn derde jeugd-WK. In 2021 was hij er als 17-jarige al bij in Bhubaneswar, toen Jong Oranje sneuvelde in de kwartfinale. Hij is ook de enige speler die al heeft mogen ruiken aan het Nederlands elftal (vier interlands, één goal). De aanvaller lijkt een gouden toekomst voor zich te hebben.

Tegelijkertijd kan hij niet voor altijd blijven teren op zijn talent. Het is tijd om de volgende stap in zijn ontwikkeling te zetten en zijn stempel meer te drukken, weet hij. ‘Ik wil een voorbeeld zijn voor de jongens die hun eerste WK spelen’, zegt Van der Veen aan de rand van het veld, na de overwinning op Maleisië. ‘Ik ben de enige die al twee WK’s achter de rug heeft. Die ervaring probeer ik door te geven aan de jongens, zodat zij leren hoe je met zo’n groot toernooi omgaat. Dat is niet alleen iets wat bondscoach Jesse Mahieu van mij verwacht, maar ik zelf ook. Ik wil echt de leiding nemen, een kartrekker zijn voor het team. Het betekent veel voor me dat ik nu de aanvoerder ben, ook als kans om mezelf verder te ontwikkelen.’

Zijn WK stond op losse schroeven

Lang hing zijn deelname aan het WK in India aan een zijden draadje. Eind oktober, nog maar een maand voor de start van het WK, dreigde Van der Veens grootste angst werkelijkheid te worden. Op de training ging het in één klap mis. Hij gleed uit en overstrekte zijn rechterknie. Hij voelde meteen dat het foute boel was. ‘Toen schoot het rampscenario gelijk door mijn hoofd’, verzucht hij. Met nog een krappe vier weken te gaan, stond zijn WK op losse schroeven.

Casper van der Veen wordt tegen Maleisië benoemd tot Man of the Match. Foto: Hockey India/ Adimazes

Wat volgde, was een race tegen de klok. ‘Het was een intensief traject. Ik heb veel tijd doorgebracht met de fysiotherapeuten van Jong Oranje en Bloemendaal. Samen hebben we direct een plan gemaakt om me klaar te stomen voor het WK. Elke dag van de week was ik met fysiotherapeut Tim Overbeek van Jong Oranje bezig, die zelfs op zijn vrije dagen met mij aan de slag ging. Hij heeft mij er echt doorheen getrokken. Ik wilde er alles aan doen om dit WK toch te kunnen spelen’, vertelt Van der Veen, die bij Bloemendaal met vier goals bezig was een sterke eerste seizoenshelft.

Uiteindelijk kwam zijn herstel op gang zoals gehoopt. Anderhalve week voor Jong Oranje naar India vertrok, stond hij weer met zijn stick op het veld. ‘Gelukkig ging dat goed. Daarna ben ik het stap voor stap gaan opbouwen. Ik heb altijd geloofd dat ik het WK ging halen. Daar had ik echt vertrouwen in. Maar pas toen ik in het vliegtuig zat, was ik er echt van overtuigd’, lacht hij.

Zo liep Casper van der Veen er eind oktober nog bij. Foto: Bart Scheulderman

Ik hockey zoals ik voor mijn blessure deed. Het zit ook niet meer in mijn hoofd Casper van der Veen

Wie hem nu in India ziet hockeyen, zou bijna vergeten dat hij nog maar een paar weken geleden geblesseerd aan de zijlijn stond. Na twee wedstrijden heeft hij al drie doelpunten achter zijn naam staan. Hij is weer de speler die hij altijd was. Vooral zijn doelpunt tegen Engeland was een beauty. Op prachtige wijze tipte hij een harde pass van Joppe Wolbert tegen de touwen.

Iets moois neerzetten

Zijn sterke start van het toernooi geeft hem extra vertrouwen dat het met zijn knie wel goed zit, zegt hij. ‘Ik speel vrijuit, zonder belemmeringen. Ik hockey zoals ik voor mijn blessure deed. Het zit ook niet meer in mijn hoofd. Na de wedstrijd neemt de fysio mijn knie weer goed onder handen. Zo pakken we het toernooi aan. Ik ben ontzettend blij dat ik hier ben. Ik heb er ook vertrouwen in dat we met dit team iets moois kunnen neerzetten.’

Voor hem is zijn knieblessure nu verleden tijd. Zijn focus ligt volledig op het WK, waar Nederland goed van start is gegaan met overwinningen op Engeland (5-3) en Maleisië (6-0). ‘We zijn goed begonnen, maar we kunnen nog veel beter. Tegen Maleisië zakten we in het tweede deel van de wedstrijd terug naar een lager niveau. Terwijl we juist hadden afgesproken om door te zetten. Dit soort wedstrijden zijn ideaal om als team verder te groeien, maar die kans hebben we nu laten liggen. Daarom moeten we dat dinsdag tegen Oostenrijk wel goed doen. Dan kunnen we vol vertrouwen de kwartfinales in. Daar moeten we gewoon op ons best zijn.’


Wat vind jij? Praat mee...