Mahieu: ‘Beetje emotioneel door jongens die stoppen’

Het zit erop. Het WK van Jong Oranje. Nederland stapt zondagavond als nummer vijf van het mondiale jeugdkampioenschap het vliegtuig in. Bondscoach Jesse Mahieu kijkt nog een keer terug op het toernooi in Kuala Lumpur. ‘We smeten met energie zonder het verschil te maken.’ 

Het beeld was mooi. Een turende Mahieu. Met zijn lange lijf hingt-ie over de balustrades van het compleet verlaten Nationaal Hockeystadion van Maleisië. Hij keek naar het veld, waar het ochtendprogramma net was afgelopen. Plek zeven en vijf waren vergeven, het voorgerecht was achter de rug op de slotdag. De medailles werden in de avonduren verdeeld. Jong Oranje maakte daar sinds de dramatische dinsdag, waarin de kwartfinale werd verloren van India (4-3) geen kans meer op.

‘Die teleurstelling zit er nog steeds’, vertelt Mahieu. ‘Ik ben wel heel heel blij dat we daarna nog het maximale eruit hebben gehaald. Het is belangrijk dat we daar mentaal een stap hebben gezet. Je hebt nou eenmaal te dealen met die teleurstelling als je topsporter wil worden.’ 

Hij noemt het een wijze les die is geleerd. ‘Aan de andere kant is het ook weer jammer dat we te weinig goals hebben gemaakt. En dat we – terwijl we domineerden – er toch te veel tegenkregen. Die rendementen aan beide kanten konden beter. Zonde.’

Foto: Worldsportpics/Will Palmer

Goed genoeg voor de top vier

Daardoor werd Nederland vijfde op een toernooi, waar het iedere wedstrijd beter was dan ze tegenstander. ‘Ja, helaas wel. Maar dan komen we weer op het killen. Over dat herkennen van beslissende momenten, waar ik het eerder al eens over had. Wanneer geef je gas in een counter? Wanneer ga je echt hard het duel in? Wanneer knal je door naar die tweede paal? Op zulke momenten hebben we het te veel laten liggen.’

Daar had – Guus Jansen stipte het al aan – Jong Oranje ook weer last van tegen Australië, in het afsluitende duel om de vijfde plek. ‘We kregen veel kansen maar waren weer een beetje nonchalant. Je moet dan met 4-0 de rust in. Tegen India ook. Dat had niemand gek gevonden. Nu smijt je met energie, zonder het verschil echt te maken. En als je niet genoeg marge pakt, gaat zo’n tegenstander op een gegeven toch weer komen. Krijg je stress, ben je vermoeid en ontstaan er problemen.’

Want ook deze groep, zonder Miles Bukkens en Duco Telgenkamp – de geblesseerde topspitsen – was goed genoeg geweest voor de top vier op dit toernooi. Toch? ‘Met hun afwezigheid gooi je een karrenvracht aan ervaring en doelpunten weg. Dus ja, we hadden nu iets minder gevaar in de voorste lijn. Daar waren we best jong. Jan van ’t Land en Joppe Wolbert speelden afgelopen zomer nog bij de Onder 18 op het EK. Maar ook zij hebben het goed gedaan. We creëerden genoeg.’ 

Foto: Worldsportpics/Will Palmer

Telgenkamp reist zondagavond overigens niet mee terug met Jong Oranje. De spits gaf al aan dat hij aan zijn amandelen geopereerd wordt, nog voor het eind van het jaar. ‘Normaal gesproken is het op zo’n toernooi samen-uit, samen-thuis. Maar in dit geval was het voor hem het beste als hij als eerder terug zou zijn.’

Vaarwel Kuala Lumpur, hallo Schiphol

Het boek in Kuala Lumpur kan dicht. Een toernooi met een gebrekkige aanloop en uiteindelijk ook een zuur resultaat. Een einde ook van de ‘generatie van 2002’, die volgend seizoen niet meer mag uitkomen in Jong Oranje. ‘Zes jongens hebben een jaar of zeven met elkaar rondgelopen in allerlei vertegenwoordigende teams. Ik vind die band mooi. Ik word er ook wel een beetje emotioneel van. Ik loop inmiddels vier jaar met die jongens mee. Ik geniet van ze. Dat stopt, terwijl ze onderdeel van je leven zijn geworden.’

Maandagochtend, rond zes uur landt de ploeg op Schiphol. Voor Mahieu betekent dat weerzien met zijn vriendin en zijn dochtertje Loeki, die in september werd geboren. ‘Daar kijk ik natuurlijk heel erg naar uit. Dat spreekt voor zich. Ik weet niet of ze er straks staan, op het vliegveld. Dat is een hoop geregel weer met zo’n kleine. En anders zie ik ze thuis weer. Ook helemaal goed.’


Wat vind jij? Praat mee...