Jong Oranje vergaapt zich in India: ‘We moesten door de modder’

Voor het eerst in hun leven zijn Jong Oranje-spelers Joppe Wolbert (20) en Peppe Veen (19) in het hockeygekke, maar chaotische India. Ruim een week lang hebben ze kunnen aarden in het Aziatische land, waar alles op z’n zachtst gezegd nogal anders gaat dan thuis. Zaterdag wacht eindelijk de eerste WK-wedstrijd: de confrontatie met Engeland. ‘Op de eerste avond had ik gelijk een pittige curry te pakken.’

‘Hier op straat kom je echt de gekste dingen tegen’, lacht Schaerweijde-speler Peppe Veen in de lobby van het Grand Madurai GRT Hotel. ‘Gisteren zagen we een fietser, pal op de weg, met een karretje achter zijn fiets, een soort aanhangwagen. Je raadt nooit wat er op dat karretje stond. Een scooter! Serieus, hij vervoerde een scooter met z’n fiets!’ Ook Joppe Wolbert, die naast hem op de bank zit, schiet in de lach. ‘Ja’, knikt de verdediger van Den Bosch, ‘het is hier één groot gekkenhuis.’

Het is inderdaad een compleet andere wereld waar de spelers van Jong Oranje zijn beland. Alleen al in het verkeer kom je hier de meest bizarre taferelen tegen. Alles wat wielen heeft, wordt hier gebruikt als vervoersmiddel. Dus niet alleen auto’s of motors, maar ook tuktuks, aanhangwagens achter fietsen, karren die je met de hand trekt en zelfs kruiwagens. Alles raast bovendien over dezelfde rijbaan, kriskras door elkaar heen: fietsen volgeladen met bananen, scooters met soms complete gezinnen erop en propvolle bussen waar mensen levensgevaarlijk uit de deuropening hangen. Het Kopje of de Klapperboom voelen hier oneindig ver weg.

Ook de spelers van Jong Oranje waagden zich de afgelopen dagen al aan een ritje in een tuktuk, bijna met gevaar voor eigen leven in het krankzinnige Indiase verkeer. ‘Ik vond het wel grappig om zo’n ritje mee te maken’, grijnst Veen. ‘Daar zaten we dan, met z’n drieën in zo’n piepklein ding. Ik zat voorin, bijna op schoot bij de chauffeur. En hij maar toeteren, joh! Ze rijden hier echt belachelijk asociaal, maar gek genoeg gaat het allemaal goed.’ Wolbert: ‘Verkeersregels bestaan hier volgens mij nauwelijks. Het is gewoon: wie het eerst komt, die het eerst maalt. Ze gooien hun tuktuk overal voor, echt overal. Niet normaal. Ik denk niet dat je hier een boete kunt krijgen.’

Tuktuks kleuren het straatbeeld in India. Foto: WorldSportPics/Ewout Pahud

Wij kregen een traditionele sjaal omgehangen en op ons voorhoofd werd bij iedereen een rode stip gezet Joppe Wolbert over het ontvangst van Jong Oranje in India

Voor bijna alle spelers van Jong Oranje is het de eerste keer in hun leven dat ze in India zijn. De meesten hebben nog nooit een voet buiten Europa gezet. Voor hen allemaal is het avontuur in India een cultuurshock, terwijl er tegelijkertijd wel gepresteerd moet worden. Daarom arriveerden ze vorige week donderdag al in India, zodat ze de eerste indrukken rustig konden laten bezinken en tegelijk konden wennen aan het vochtige, tropische klimaat.

De eerste vier dagen verbleven ze nog in Chennai, de miljoenenstad waar vanaf de kwartfinales de knock-outwedstrijden worden gespeeld. Daarna reisden ze door naar het veel kleinere Madurai, waar Jong Oranje zijn poulewedstrijden speelt. Mocht de ploeg van Jesse Mahieu doorgaan naar de kwartfinales, dan hebben ze in ieder geval ook de chaos in Chennai al een keer ervaren.

De spelers en de stafleden van Jong Oranje hadden vorige week nog maar net voet op Indiase bodem gezet, of ze werden op het vliegveld al overvallen met de hectiek en de uitbundigheid die India zo typeert. ‘Er stond een compleet ontvangstcomité voor ons klaar’, vertelt Wolbert. ‘Tientallen Indiërs verwelkomden ons alsof we wereldsterren waren. Ze waren gekleed in kleurrijke, traditionele kleding en speelden op trommels. Wij kregen een traditionele sjaal omgehangen en op ons voorhoofd werd bij iedereen een rode stip gezet, zoals hier gebruikelijk is. Ik dacht dat we gewoon rustig de bus ingingen, maar ineens werden we ondergedompeld in dit feest. Ik wist niet wat ik zag, joh. Echt een onvergetelijke ervaring.’

Jong Oranje wordt feestelijk verwelkomd op het vliegveld van Chennai. Foto: Facebook Hockey India

‘We moesten ons een weg banen door de modder!’

Zoals dat alleen in India kan, voltrok het complete schouwspel zich vier dagen later nóg een keer, vertelt Veen. ‘Ik dacht nog: in Madurai zal vast niemand op ons staan te wachten, want dat hebben we in Chennai al gehad. Maar toen we in Madurai aankwamen, stond er wéér een heel ontvangstcomité. Het hele feest herhaalde zich gewoon. De mensen zijn hier ontzettend lief en aardig.’

Ook in de stadions van Chennai en Madurai, waar Jong Oranje de afgelopen week trainde, keken de spelers hun ogen uit van verbazing. ‘De eerste keer dat we naar het warming-up-veldje liepen, lag er nog helemaal geen asfalt’, vertelt Wolbert. ‘Moesten we ons een weg banen door de modder! Niet echt fris. Maar het bizarre is: de volgende dag zag het er ineens totaal anders uit. Plotseling lag er een heel stuk asfalt. Zo gaat dat hier in India.’

Thies Bakker krijgt op het vliegveld van Chennai een traditionele sjaal omgehangen. Foto: Facebook Hockey India

De eerste avond had ik gelijk een pittige curry te pakken, het zweet stond meteen op mijn voorhoofd Peppe Veen

Maar behalve verwonderd om zich heen kijken, houden de spelers van Jong Oranje ook voortdurend een scherp oog op mogelijke risico’s. India heeft nu eenmaal geen beste reputatie op het gebied van hygiëne. Het gevaar van een infectie ligt voortdurend op de loer. Bij elke maaltijd blijft het spannend of je maag het trekt. Eén verkeerde hap en je hebt de beruchte Delhi Belly te pakken.

‘De medische staf heeft ons fantastisch voorbereid’, zegt Veen. ‘We desinfecteren onze handen de hele dag door, zeker ook voordat we ons bitje indoen. We weten welk voedsel veilig is en wat we beter kunnen vermijden. Ik moet trouwens zeggen dat het eten me hier prima bevalt. De eerste avond had ik wel gelijk een pittige curry te pakken, het zweet stond meteen op mijn voorhoofd. Maar voor de rest heb ik niets te klagen. Die kip hier is echt top.’

Acht dagen na hun aankomst in Chennai voelen de mannen zich dus aardig gesetteld in India. Ze zijn er klaar voor hun energie op het WK te richten. Zaterdag (04:30 uur Nederlandse tijd) begint Jong Oranje meteen met een cruciale wedstrijd tegen Engeland, de zwaarste tegenstander in de poule. Door het gloednieuwe format staat bij Nederland meteen het mes op de keel. Van de 24 deelnemende landen, verdeeld over zes poules, plaatsen alleen de groepswinnaars en de twee beste nummers twee zich voor de kwartfinale. Eén uitglijder in de poule kan dus al fataal zijn, zeker als die nederlaag ook nog eens ruim uitvalt.

‘We zijn hier inmiddels al best een poosje. Wat mij betreft mag het toernooi nu wel gaan beginnen’, zegt Wolbert. ‘Ik denk dat het hele team dat gevoel wel deelt. Het wordt tijd dat we gaan knallen.’

Poulefase Jong Oranje Heren